Zanussi ZNLN31EW2 Le manuel du propriétaire

Taper
Le manuel du propriétaire
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZNLN31EW2
ZNLN31FW2
ZNLN31FX2
NL Gebruiksaanwijzing 2
Koel-vriescombinatie
FR Notice d'utilisation 19
Réfrigérateur/congélateur
DE Benutzerinformation 36
Kühl - Gefrierschrank
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-informa-
tie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
PERSONEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat
laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd.
Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met zware en
complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
ALGEMENE VEILIGHEID
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
2
boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting van
voedsel te voorkomen:
open de deur niet gedurende lange perioden;
reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen komen
met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen;
bewaar rauw vlees en vis in geschikte recipiënten in de
koelkast, zodat het niet in contact komt met of druppelt op
andere levensmiddelen.
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde
modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de
koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi,
reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat
er schimmel in het apparaat ontstaat.
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met een
ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
Bij de eerste installatie of na het omdraaien van
de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat
u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor
kan de olie terug in de compressor stromen.
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het
omdraaien van de deur).
Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
Stel het apparaat niet bloot aan regen.
Installeer het apparaat niet op een plaats met
direct zonlicht.
Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te
vochtig of te koud zijn.
Til de voorkant van het apparaat op als u hem
wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te
voorkomen.
Het apparaat bevat een zakje droogmiddel. Dit
is geen speelgoed. Dit is geen levensmiddel.
Gooi het onmiddellijk weg.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
WAARSCHUWING! Zorg er bij het
plaatsen van het apparaat voor dat het
stroomsnoer niet klem zit of wordt
beschadigd.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
meerwegstekkers en verlengsnoeren.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de erkende
servicedienst of een elektricien om de
elektrische onderdelen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan het
niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of elektrische
schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar gas,
isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het
koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk
geschikt verklaard door de fabrikant.
Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden.
Lucht de ruimte indien dit gebeurt.
Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het
vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles
veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijderd of
aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw
in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
4
Wikkel het voedsel in eender welk
contactmateriaal voor voedsel alvorens het in
het vriesvak te plaatsen.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht:
Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden in
huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om
informatie te geven over de operationele status
van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in huishoudelijke
ruimten.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen
mogen de eenheid onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig. Indien de
afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van
het apparaat liggen.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat. Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-
professionele reparatie gevolgen kan hebben
voor de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model
is stopgezet: thermostaten,
temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen,
deurklinken, deurscharnieren, trays en manden.
Houd er rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor
professionele reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor alle
modellen.
Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar
nadat het model is stopgezet.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
5
AFMETINGEN
H1
H2
W1
D1
W2
D2
W3
D3
Totale afmetingen ¹
H1 mm 1750
W1 mm 595
D1 mm 647
¹ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat
zijn exclusief de handgreep en pootjes
Benodigde ruimte tijdens gebruik ²
H2 mm 1850
W2 mm 600*
D2 mm 684
² de hoogte, breedte en diepte van het apparaat
inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is
voor vrije circulatie van de koellucht
* verhoogd tot 660 mm als de temperatuur in de
ruimte hoger is dan 38 °C
Totale benodigde ruimte in gebruik ³
H2 mm 1850
W3 mm 765**
D3 mm 1189
³ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat
inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is
voor vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte
die nodig is om de deur te openen tot de minimale
hoek waarbij de volledige inhoud kan worden
uitgenomen.
** verhoogd tot 795 mm als de temperatuur in de
ruimte hoger is dan 38 °C
6
LOCATIE
Raadpleeg de installatie-instructies
voor de installatie.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik als een
ingebouwd apparaat.
In het geval van een andere installatie dan
vrijstaand, met inachtneming van de ruimte die
nodig is voor gebruiksafmetingen, zal het apparaat
correct functioneren, maar het energieverbruik kan
licht toenemen.
Installeer het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of
kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om
de beste functionaliteit van het apparaat te
garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren
rond de achterkant van de kast.
Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde
positie binnenshuis worden geïnstalleerd.
Als het apparaat onder een wandkast wordt
geplaatst, moet de minimale afstand tussen de
bovenkant van de kast en de wandkast worden
gerespecteerd om optimale prestaties te
garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het
apparaat echter beter niet onder een wandkast
zetten. Met de verstelbare pootjes onderop de kast
zorgt u ervoor dat het apparaat waterpas staat.
LET OP! Als u het apparaat tegen de
wand plaatst, maak dan gebruik van de
meegeleverde afstandhouders of houd
rekening met de minimum afstand die
in de installatie-instructies wordt
aangeduid.
LET OP! Als u het apparaat met de
zijkant tegen een wand installeert,
raadpleeg dan de installatie-instructies
om de minimale afstand tussen de
wand en de zijkant van het apparaat,
te begrijpen om de deurscharnieren
voldoende ruimte te geven om de deur
te openen als de interne apparatuur
moet worden verwijderd (bijv. bij
reiniging).
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een
omgevingstemperatuur variërend van 10°C tot
43°C.
De juiste werking van het apparaat kan
enkel gegarandeerd worden als het
opgegeven temperatuurbereik wordt
gerespecteerd.
Als u twijfels hebt over waar het
apparaat te installeren, raadpleeg dan
de verkoper, de klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het apparaat
van de hoofdstroomtoevoer af te
halen. De stekker moet daarom na
installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage
en de frequentie op het typeplaatje
overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel. Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat
dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende regels.
Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen.
OMKEERBAARHEID VAN DE DEUR
Raadpleeg het afzonderlijke document met
instructies voor installatie en omdraaien van de
deur.
LET OP! Bedek tijdens iedere fase
van het omdraaien van de deur de
vloer met een duurzaam materiaal om
krassen te voorkomen.
7
BEDIENINGSPANEEL
1 2
4 3
1 2
4 3
1. Temperatuurindicatie LED
2. FastFreeze -lampje
3. FastFreeze toets
4. Temperatuurknop
AAN/UIT-toets
INSCHAKELEN
1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Raak de toets van de temperatuurregelaar aan
als alle leds uit zijn.
UITSCHAKELEN
Blijf de toets van de temperatuurregelaar 3
seconden aanraken.
Alle indicatielampjes zijn uit.
TEMPERATUURREGELING
Druk om het apparaat te bedienen op de
temperatuurregelaar totdat de LED die bij de
vereiste temperatuur hoort, oplicht. De selectie
loopt progressief, van 2°C tot 8°C. Aanbevolen
instelling is 4°C.
1. Raak de temperatuurregelaar aan.
Het huidige temperatuurindicatielampje knippert. Bij
elke aanraking van de temperatuurregelaar gaat de
instelling een stand vooruit. Het relevante LED
knippert een tijdje.
2. Druk op de temperatuurregalaar tot de vereiste
temperatuur is geselecteerd.
De ingestelde temperatuur zal binnen
24 uur worden bereikt. Na een
stroomonderbreking blijft de
ingestelde temperatuur opgeslagen.
FASTFREEZE -FUNCTIE
De FastFreeze-functie wordt gebruikt voor het
voorvriezen en snel invriezen in volgorde in het
vriesvak. Deze functie versnelt het invriezen van
vers voedsel en beschermt voedsel dat reeds is
opgeslagen in het vriesvak tegen ongewenste
opwarming.
Activeer om vers voedsel in te vriezen
de FastFreeze-functie ten minste 24
uur voordat u het voedsel erin plaatst
om het voorvriezen te voltooien.
Om de FastFreeze-functie in te schakelen, drukt u
op de FastFreeze-knop. Het FastFreeze-
indicatielampje wordt ingeschakeld.
Deze functie stopt automatisch na 52
uur.
De functie kan te allen tijde uitgeschakeld worden
door opnieuw op de FastFreeze-knop te drukken.
Het FastFreeze-indicatielampje wordt
uitgeschakeld.
ALARM BIJ OPEN DEUR
Als de deur van de koelkast gedurende ongeveer 5
minuten open is blijven staan, is het geluid aan.
Tijdens het alarm kan het geluid worden gedempt
door op een willekeurige knop te drukken. Het
geluid schakelt na ongeveer een uur automatisch
uit om storingen te voorkomen.
Het alarm stopt als de deur wordt gesloten.
DAGELIJKS GEBRUIK
HET PLAATSEN VAN DE DEURSCHAPPEN
Voor het bewaren van etenswaren van verschillende
groottes kunnen de deurrekken op verschillende
hoogtes worden geplaatst.
1. Trek het rek enigszins omhoog totdat het
loskomt.
2. Plaats het terug op een gewenste positie.
8
VERPLAATSBARE SCHAPPEN
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal glijschoenen zodat de schappen op de
gewenste plaats gezet kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de
groentelade niet om een goede
luchtcirculatie te garanderen.
GROENTELADES
In het onderste deel van het apparaat bevinden zich
speciale lades die geschikt zijn voor de opslag van
groenten en fruit.
FLESSENREK
1. Plaats de flessen (met de openingen naar
voren gericht) in het voorgeplaatste schap.
Als het schap horizontaal
geplaatst is, mogen alleen
afgesloten flessen worden
neergezet.
2. Dit rek kan schuin worden gezet om niet
afgesloten flessen te plaatsen. Plaats hiervoor
de voorste haken van het rek een niveau hoger
dan de achterste haken.
VERS VOEDSEL INVRIEZEN
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers
voedsel en voor het gedurende een lange periode
bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
FastFreeze-functie ten minste 24 uur voordat u het
in te vriezen voedsel in het vriesvak legt.
Bewaar het verse voedsel gelijkmatig verdeeld in
het tweede en derde vak of in de tweede en derde
lade vanaf de bovenkant.
9
De maximale hoeveelheid voedsel dat kan worden
ingevroren zonder ander vers voedsel toe te
voegen, gedurende 24 uur, staat aangegeven op
het typeplaatje (een label dat zich aan de
binnenkant van het apparaat bevindt).
Wanneer het invriesproces is voltooid, keert het
apparaat automatisch terug naar de vorige
temperatuurinstelling (zie "FastFreeze-functie").
In deze toestand kan de temperatuur
in de koelkast enigszins veranderen.
HET BEWAREN VAN INGEVROREN
VOEDSEL
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode
waarin het niet is gebruikt inschakelt, dient u
voordat u de producten in het vak legt het apparaat
minstens 3 uur te laten werken met de FastFreeze-
functie ingeschakeld.
De vrieslades zorgen ervoor dat je het gewenste
voedsel snel en eenvoudig kunt terugvinden.
Verwijder alle lades als er grote hoeveelheden
voedsel bewaard moeten worden en leg het
voedsel op de schappen.
Bewaar het voedsel op minstens 15 mm afstand
van de deur.
LET OP! Bij onbedoelde ontdooiing
door bijvoorbeeld stroomuitval, waarbij
de stroom langer is uitgeschakeld dan
de waarde die op het typeplaatje staat
onder 'tijdsduur', moet het ontdooide
voedsel snel worden geconsumeerd of
onmiddellijk worden bereid, vervolgens
afgekoeld en daarna opnieuw worden
ingevroren.
ONTDOOIEN
Diepgevroren of gevroren voedsel kan, voordat het
wordt geconsumeerd, worden ontdooid in de
koelkast of in een plastic zak onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de beschikbare
tijd en het soort voedsel. Kleine stukjes kunnen
zelfs nog bevroren gekookt worden.
AANWIJZINGEN EN TIPS
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Vriezer: De interne configuratie van het apparaat
zorgt voor het meest efficiënte energiegebruik.
Koelkast: Het meest efficiënte gebruik van
energie is verzekerd in de configuratie met de
lades in het onderste deel van het apparaat en
met de rekken gelijkmatig verdeeld. De positie
van de deurbakken heeft geen invloed op het
energieverbruik.
De deur niet vaker openen of open laten staan
dan noodzakelijk.
Vriezer: Hoe kouder de temperatuurinstelling,
hoe hoger het energieverbruik.
Koelkast: Stel de temperatuur niet te hoog in om
energie te besparen, tenzij de kenmerken van
het voedsel dit vereisen.
Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
temperatuurregeling op een lage temperatuur
staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aanstaan waardoor er ijs op
de verdamper ontstaat. Stel in dit geval de
temperatuurregeling in op een hogere
temperatuur, om automatisch ontdooien
mogelijk te maken en zo energie te besparen.
Zorg voor een goede ventilatie. Dek de
ventilatieroosters of -gaten niet af.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
Activeer de FastFreeze-functie ten minste 24
uur voordat u het voedsel in het vriesvak legt.
Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van
vers voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie of
zakken, luchtdichte containers met deksel.
Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien
het voedsel in kleine porties.
Het wordt aanbevolen om etiketten en datums
op al uw diepvriesproducten te plakken. Dit zal
helpen voedingsmiddelen te identificeren en te
weten wanneer ze moeten worden gebruikt
voordat ze bederven.
Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt
ingevroren om een goede kwaliteit te behouden.
Vooral groenten en fruit moeten na de oogst
worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te
behouden.
Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen,
in het bijzonder dranken die kooldioxide
bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het
invriezen.
Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel
het af bij kamertemperatuur voordat u het in het
vak plaatst.
Om te voorkomen dat de temperatuur van al
ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers
voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats
voedsel op kamertemperatuur in het deel van
het vriesvak waar geen bevroren voedsel is.
IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet
meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald
opeten. Gevaar voor bevriezing.
10
Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als
het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het
af en vries het dan in.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
Het vriesvak is het vak gemarkeerd met
.
De middelhoge temperatuurinstelling zorgt voor
een goede conservering van ingevroren voedsel.
Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan leiden tot een kortere
houdbaarheid.
Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van
diepvriesproducten.
Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de
lucht vrij te laten circuleren.
Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van
de voedselverpakking om de houdbaarheid van
voedsel te bekijken.
Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te
pakken dat er geen water, vocht of condens bij
kan komen.
WINKELTIPS
Na het boodschappen doen:
Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd
is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de
verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk
niet in de optimale omstandigheden opgeslagen
en is het ontdooien mogelijk al begonnen.
Om het ontdooiproces te beperken, koopt u
diepvriesproducten aan het einde van uw
boodschappen en vervoert u ze in een
thermische en geïsoleerde koeltas.
Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na
terugkomst uit de winkel in de vriezer.
Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u
het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo
snel mogelijk.
Respecteer de vervaldatum en de
bewaarinformatie op de verpakking.
HOUDBAARHEID VOOR VRIESCOMPARTIMENT
Soort voedsel
Houdbaarheid (maan-
den)
Brood 3
Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12
Groenten 8 - 10
Restjes zonder vlees 1 - 2
Zuivelproducten:
Boter
Zachte kaas (zoals mozzarella)
Harde kaas (zoals parmezaanse kaas, cheddar)
6 - 9
3 - 4
6
Vis/Zeevruchten:
Vette vis (zoals zalm, makreel)
Magere vis (zoals kabeljauw, bot)
Garnalen
Gepelde mosselen en mosselen
Gekookte vis
2 - 3
4 - 6
12
3 - 4
1 - 2
Vlees:
11
Soort voedsel
Houdbaarheid (maan-
den)
Gevogelte
Rundvlees
Varkensvlees
Lamsvlees
Worst
Ham
Restjes met vlees
9 - 12
6 - 12
4 - 6
6 - 9
1 - 2
1 - 2
2 - 3
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS
VOEDSEL
Een goede temperatuurinstelling die de
conservering van vers voedsel garandeert is een
temperatuur lager dan of gelijk aan +4°C.
Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan leiden tot een kortere
houdbaarheid van voedsel.
Bedek het voedsel met een verpakking om de
versheid en het aroma te behouden.
Gebruik altijd gesloten containers voor
vloeistoffen en voor voedsel, om smaken of
geuren in het vak te voorkomen.
Om kruisbesmetting tussen gekookt en rauw
voedsel te voorkomen, bedekt u het gekookte
voedsel en scheidt u het van het rauwe.
Het wordt aanbevolen om het voedsel in de
koelkast te ontdooien.
Plaats geen warm voedsel in het apparaat. Zorg
ervoor dat het is afgekoeld bij kamertemperatuur
voordat u het in het apparaat plaatst.
Om voedselverspilling te voorkomen moet de
nieuwe voorraad voedsel altijd achter de oude
worden geplaatst.
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VOEDSEL
Het vak voor vers voedsel is het vak met de
markering (op het typeplaatje) met .
Vlees (alle soorten): verpakken in geschikt
materiaal en op de glazen plaat leggen, boven
de groentelade. Bewaar vlees maximaal
1-2 dagen.
Groente en fruit: grondig reinigen (het zand
verwijderen) en in een speciale lade
(groentelade) bewaren.
Het is raadzaam om exotische vruchten zoals
bananen, mango’s, papaja’s, etc. niet in de
koelkast te bewaren.
Groenten zoals tomaten, aardappelen, uien en
knoflook mogen niet in de koelkast worden
bewaard.
Boter en kaas: in een luchtdicht bakje leggen of
in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen, om
zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
Flessen: afsluiten met een dop en op de
flessenplank van de deur plaatsen of (indien
beschikbaar) in het flessenrek.
Raadpleeg altijd de houdbaarheidsdatum van de
producten, om te weten hoelang ze bewaard
kunnen worden.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE BINNENKANT SCHOONMAKEN
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje
neutrale zeep om de typische geur van een nieuw
product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen, schuurpoeders,
chloor of reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
LET OP! De toebehoren en
onderdelen van het apparaat zijn niet
geschikt om in een afwasmachine
gewassen te worden.
12
PERIODIEKE REINIGING
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf
ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze
schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST
Rijp wordt tijdens normaal gebruik automatisch van
de verdamper van het koelvak verwijderd. Het
dooiwater loopt via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het apparaat,
boven de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het
dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig
schoon te maken om te voorkomen dat het water
overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
DE VRIEZER ONTDOOIEN
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de rijp van
de verdamper te krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken.
Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te
versnellen, behalve die middelen die
door de fabrikant zijn aanbevolen.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat
ontdooien een lagere temperatuur in
om voldoende koudereserve op te
bouwen in geval van onderbrekingen
tijdens de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op
de schappen van de vriezer en rond het bovenste
vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte
van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel
het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel en leg het
op een koele plaats.
LET OP! Een temperatuurstijging
tijdens het ontdooien van de
ingevroren levensmiddelen, kan de
veilige bewaartijd verkorten.
Raak ingevroren voedsel niet met
natte handen aan. Uw handen
kunnen hieraan vastvriezen.
3. Laat de deur open staan. Bescherm de vloer
tegen het ontdooiwater met bijv. een doek of
een platte opvangbak.
4. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een
bak warm water in het vriesvak zetten.
Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken
voordat het ontdooien voltooid is. Gebruik
hiervoor de meegeleverde ijsschraper.
5. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant
grondig droog maken. Bewaar de ijsschraper
voor toekomstig gebruik.
6. Zet het apparaat aan en doe de deur dicht.
7. Zet de thermostaatknop op de maximale koude
en laat het apparaat minstens drie uur in deze
instelling werken.
Pas na deze tijd plaatst u het eten terug in het
vriesvak.
PERIODE DAT HET APPARAAT NIET
GEBRUIKT WORDT
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het
apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Ontdooi het apparaat.
4. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
5. Laat de deuren open staan om onaangename
luchtjes te voorkomen.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
13
WAT TE DOEN ALS...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat werd uitgescha-
keld.
Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Sluit het apparaat aan op een
ander stopcontact. Neem con-
tact op met een erkend elek-
trotechnisch installateur.
Het apparaat is lawaaiig. Het apparaat staat niet stabiel. Controleer of het apparaat sta-
biel staat.
Er is een hoorbaar of zichtbaar
alarm.
De kast werd onlangs inge-
schakeld.
Zie 'Alarm Deur geopend' of
'Alarm Hoge temperatuur'.
De temperatuur in het apparaat
is te hoog.
Zie 'Alarm Deur geopend' of
'Alarm Hoge temperatuur'.
De deur is open blijven staan. Sluit de deur.
De compressor werkt voortdu-
rend.
De temperatuur is verkeerd in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
dieningspaneel'.
Er werden veel voedingspro-
ducten in een keer opgebor-
gen.
Wacht een paar uur en contro-
leer dan de temperatuur op-
nieuw.
De temperatuur in de ruimte is
te hoog.
Zie ‘Installeren’.
De temperatuur van de voe-
dingsproducten in het apparaat
was te hoog.
Laat voedingsproducten afkoe-
len tot kamertemperatuur voor-
dat je ze opbergt.
De deur is niet goed gesloten. Zie de sectie ‘De deur sluiten’.
De FastFreeze-functie is inge-
schakeld.
Zie de rubriek over ‘FastFree-
ze-functie’.
De compressor start niet on-
middellijk na het drukken op
"FastFreeze" , of na het veran-
deren van de temperatuur.
De compressor start niet di-
rect.
Dit is normaal en geen storing.
De deur is niet goed gemon-
teerd of dekt het ventilatieroos-
ter af.
Het apparaat staat niet water-
pas.
Raadpleeg de montage-in-
structies.
Deur gaat moeilijk open. Je probeerde de deur direct
nadat je die sloot opnieuw te
openen.
Wacht even met de deur ope-
nen nadat je die hebt gesloten.
14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De zijpanelen van het apparaat
zijn warm.
Dit is normaal en wordt veroor-
zaakt door werking van de
warmtewisselaar.
Zorg ervoor dat de installatie
van het apparaat wordt uitge-
voerd volgens de instructies in
deze gebruiksaanwijzing.
De verlichting werkt niet. De stand-bystand van de ver-
lichting is ingeschakeld.
Sluit en open de deur.
De lamp is defect. Neem contact op met de
dichtstbijzijnde klantenservice.
Er is te veel bevroren rijp en ijs. De deur is niet goed gesloten. Zie de sectie ‘De deur sluiten’.
Het deurrubber is vervormd of
vuil.
Zie de sectie ‘De deur sluiten’.
De voedingsproducten is niet
goed verpakt.
Verpak de voedingsproducten
beter.
De temperatuur is verkeerd in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
dieningspaneel'.
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste
temperatuur.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
De ingestelde temperatuur in
het apparaat is te laag en de
omgevingstemperatuur is te
hoog.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Er stroomt water over de ach-
terwand van de koelkast.
Tijdens automatisch ontdooien
smelt rijp op de achterwand.
Dit is correct.
Er condenseert teveel water op
de achterwand van de koel-
kast.
De deur werd te vaak geo-
pend.
Open de deur alleen als het
nodig is.
De deur is niet volledig geslo-
ten.
Zorg ervoor dat de deur volle-
dig gesloten is.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Verpak voedsel in geschikt ma-
teriaal voordat je het in het ap-
paraat plaatst.
Er stroomt water in de koel-
kast.
Opgeborgen voedingsproduc-
ten voorkomen dat het water in
de wateropvangbak loopt.
Zorg ervoor dat voedingspro-
ducten de achterwand niet ra-
ken.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Er stroomt water op de vloer. De smeltwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdamp-
schaal boven de compressor.
Sluit de smeltwaterafvoer aan
op de verdampschaal.
15
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur kan niet wor-
den ingesteld.
De "FastFreeze functie" is in-
geschakeld.
Schakel de "FastFreeze func-
tie" handmatig uit, of wacht tot-
dat de functie automatisch
deactiveert om de temperatuur
in te stellen.. Raadpleeg de ru-
briek over "FastFreeze functie".
De temperatuur in het apparaat
is te laag/te hoog.
De temperatuur is niet correct
ingesteld.
Stel een hogere/lagere tempe-
ratuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie de sectie ‘De deur sluiten’.
De temperatuur van de voe-
dingsproducten is te hoog.
Laat de voedingsproducten af-
koelen tot kamertemperatuur
voordat je ze opbergt.
Er worden veel voedingspro-
ducten in een keer opgebor-
gen.
Berg minder voedingsproduc-
ten in een keer op.
De dikte van de rijp is groter
dan 4 - 5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur werd vaak geopend. Open de deur alleen als dat
nodig is.
De FastFreeze-functie is inge-
schakeld.
Zie de rubriek over ‘FastFree-
ze-functie’.
Er wordt geen koude lucht ge-
circuleerd in het apparaat.
Zorg ervoor dat er koude lucht
in het apparaat circuleert. Zie
‘Nuttige aanwijzingen en tips’.
Sommige specifieke oppervlak-
ken in het koelcompartiment
zijn soms warmer.
Dit is normaal.
De temperatuurinstellingleds
knipperen tegelijkertijd.
Er is een fout opgetreden bij
het meten van de temperatuur.
Neem contact op met de
dichtstbijzijnde klantenservice.
Het koelsysteem blijft de voe-
dingsproducten koelen, maar
de temperatuurinstelling kan
niet worden gewijzigd.
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de dichtstbijzijnde
servicedienst voor dit merk.
HET LAMPJE VERVANGEN
Het apparaat is uitgerust met een ledbinnenlampje
dat een lange levensduur heeft.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de verlichting
vervangen. Neem contact op met de klantenservice.
DE DEUR SLUITEN
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg
'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
16
GELUIDEN
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
TECHNISCHE GEGEVENS
De technische gegevens staan op het typeplaatje
aan de binnenkant van het apparaat en op het
energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het
apparaat wordt geleverd,
biedt een internetkoppeling naar de informatie
gerelateerd aan de prestaties van het apparaat
in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen
met de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in
EPREL te vinden via de koppeling https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het
productnummer die u vindt op het typeplaatje van
het apparaat.
Zie de koppeling www.theenergylabel.eu voor
gedetailleerde informatie over het energielabel.
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
De installatie en voorbereiding van het toestel voor
elke EcoDesign-verificatie moet in
overeenstemming zijn met EN 62552. De
ventilatievoorschriften, de afmetingen van de
uitsparingen en de minimale open afstanden aan de
achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften
van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3.
Neem contact op met de fabrikant voor verdere
informatie, inclusief laadplannen.
17
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
18
VISITEZ NOTRE SITE WEB POUR :
Obtenir des conseils d’utilisation, des brochures, un dépanneur, des informations sur le
service et les réparations :
www.zanussi.com/support
INFORMATIONS DE SÉCURITÉ
Avant d'installer et d'utiliser cet appareil, lisez soigneusement les
instructions fournies. Le fabricant ne pourra être tenu pour
responsable des blessures et dégâts résultant d'une mauvaise
installation ou utilisation. Conservez toujours les instructions dans
un lieu sûr et accessible pour vous y référer ultérieurement.
SÉCURITÉ DES ENFANTS ET DES PERSONNES
VULNÉRABLES
Cet appareil peut être utilisé par des enfants âgés d'au moins
8 ans et par des personnes ayant des capacités physiques,
sensorielles ou mentales réduites ou dénuées d’expérience ou
de connaissance, s'ils sont correctement surveillés ou si des
instructions relatives à l'utilisation de l'appareil en toute sécurité
leur ont été données et s’ils comprennent les risques encourus.
Les enfants de 3 à 8 ans peuvent charger et décharger
l’appareil à condition qu’ils aient reçu des instructions
appropriées.
Cet appareil peut être utilisé par des personnes souffrant de
handicaps très importants et complexes à conditions qu’elles
aient reçu des instructions appropriées.
Les enfants de moins de 3 ans doivent être tenus à l'écart de
l'appareil, à moins d'être surveillés en permanence.
Ne laissez pas les enfants jouer avec l'appareil.
Le nettoyage et l'entretien ne doivent pas être effectués par des
enfants sans surveillance.
Ne laissez pas les emballages à la portée des enfants et jetez-
les convenablement.
SÉCURITÉ GÉNÉRALE
Cet appareil est conçu pour un usage domestique et des
applications équivalentes, notamment :
19
bâtiments de ferme, cuisines réservées aux employés dans
les magasins, bureaux et autres lieux de travail ;
l'utilisation par les clients des hôtels, motels, des
environnements du type chambres d’hôtes et autres
environnements à caractère résidentiel.
Pour éviter la contamination des aliments, respectez les
instructions suivantes :
n’ouvrez pas la porte pendant de longues durées ;
nettoyez régulièrement les surfaces pouvant être en contact
avec les aliments et les systèmes d’évacuation accessibles ;
conservez la viande et le poisson crus dans des récipients
appropriés dans le réfrigérateur, afin qu’ils ne soient pas en
contact ou ne coulent pas sur d’autres aliments.
AVERTISSEMENT : Veillez à ce que les orifices de ventilation,
situés dans l'enceinte de l'appareil ou dans la structure
intégrée, ne soient pas obstrués.
AVERTISSEMENT : N’utilisez aucun dispositif mécanique ou
autre moyen pour accélérer le processus de dégivrage, hormis
ceux recommandés par le fabricant.
AVERTISSEMENT : N'endommagez pas le circuit de
réfrigération.
AVERTISSEMENT : N'utilisez pas d'appareils électriques à
l'intérieur des compartiments de conservation des aliments de
l'appareil, sauf s'ils sont du type recommandé par le fabricant.
Ne pulvérisez pas d'eau ni de vapeur pour nettoyer l'appareil.
Nettoyez l'appareil avec un chiffon doux humide. Utilisez
uniquement des détergents neutres. N'utilisez pas de produits
abrasifs, de tampons à récurer, de solvants ni d'objets
métalliques.
Si l’appareil est vide pendant une longue durée, éteignez-le,
dégivrez-le, nettoyez-le, séchez-le et laissez la porte ouverte
pour empêcher le développement de moisissure dans
l’appareil.
Ne conservez pas de substances explosives dans cet appareil,
telles que des aérosols contenant un gaz propulseur
inflammable.
20
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Zanussi ZNLN31EW2 Le manuel du propriétaire

Taper
Le manuel du propriétaire

dans d''autres langues