STIHL MS 291 C-Q Manuel utilisateur

Taper
Manuel utilisateur
{
STIHL MS 291 C-Q
Handleiding
Notice d’emploi
Gebrauchsanleitung
n Handleiding
1 - 51
F Notice d’emploi
52 - 106
D Gebrauchsanleitung
107 - 156
Originele handleidingGedrukt op chloorvrij gebleekt papier.
Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar.
© ANDREAS STIHL AG & Co. KG, 2014
0458-576-7621-C. VA0.J14.
0000006605_003_NL
MS 291 C-Q
Nederlands
1
{
Op deze handleiding rust auteursrecht. Alle rechten blijven voorbehouden, vooral het recht op verspreiding, vertaling en ver-
werking met elektronische systemen.
Inhoudsopgave
Geachte cliënt(e),
Het doet ons veel genoegen dat u hebt
gekozen voor een kwaliteitsproduct van
de firma STIHL.
Dit product werd met moderne
productiemethoden en onder
uitgebreide kwaliteitscontroles
gefabriceerd. Er is ons alles aan
gelegen dat u tevreden bent met dit
apparaat en er probleemloos mee kunt
werken.
Wendt u zich met vragen over uw
apparaat tot uw dealer of de importeur.
Met vriendelijke groet,
Dr. Nikolas Stihl
Kettingremsysteem QuickStop
Super 2
Met betrekking tot deze handleiding 3
Veiligheidsinstructies 4
Reactiekrachten 9
Werktechniek 11
Zaaggarnituur 19
Zaagblad en zaagketting monteren
(kettingsnelspanner) 20
Zaagketting spannen
(kettingsnelspanner) 22
Zaagkettingspanning controleren 23
Brandstof 23
Tanken 24
Kettingsmeerolie 26
Kettingolie bijvullen 26
Kettingsmering controleren 27
Kettingrem 27
Gebruik in de winter 29
Motor starten/afzetten 30
Gebruiksvoorschriften 34
Zaagblad in goede staat houden 35
Kap 35
Luchtfiltersysteem 36
Luchtfilter reinigen 36
Carburateur afstellen 37
Bougie 38
Startmechanisme 39
Apparaat opslaan 39
Kettingtandwiel controleren en
vervangen 39
Zaagketting onderhouden en
slijpen 40
Onderhouds- en
reinigingsvoorschriften 45
Slijtage minimaliseren en schade
voorkomen 47
Belangrijke componenten 48
Technische gegevens 49
Onderdelenlevering 50
Reparatierichtlijnen 50
Milieuverantwoord afvoeren 51
EG-conformiteitsverklaring 51
MS 291 C-Q
Nederlands
2
Deze STIHL motorzaag is voorzien van
een kettingremsysteem dat op drie
verschillende wijzen kan worden
ingeschakeld. Net zoals voorheen wordt
de kettingrem automatisch bij een
voldoende sterke terugslag van de zaag
– door de massatraagheid van de
handbeschermer – en handmatig door
het naar voren drukken van de voorste
handbeschermer naar de zaagbladneus
ingeschakeld en staat de zaagketting
binnen een fractie van een seconde stil.
Naast deze functies stopt de nalooprem
van dit systeem het draaien van de
zaagketting binnen een seconde zodra
de achterste handgreep van de
motorzaag wordt losgelaten.
Omgekeerd wordt de geblokkeerde
zaagketting pas vrijgegeven als voor het
gas geven de gashendelblokkering
wordt ingedrukt.
De kettingrem kan op drie manieren
worden geactiveerd:
1 Automatisch (inschakeling door
massatraagheid)
2 Handmatig (door de voorste
handbeschermer in de richting van
de zaagbladneus te drukken)
3 Handmatig (door het loslaten van
de achterste handgreep)
Het inschakelmechanisme van de
QuickStop Super nalooprem is zonder
verdere bedieningselementen
geïntegreerd in de gashendelblokkering
(achterste handgreep). Een wezenlijk
voordeel bij de werkzaamheden is dat
de zaagketting (bijv. bij het vervoeren)
met draaiende motor automatisch is
geblokkeerd, zolang de achterste
handgreep is losgelaten.
WAARSCHUWING
Ter voorkoming van schade of letsel
tijdens de werkzaamheden moet op een
paar bijzonderheden worden gelet,
omdat deze motorzaag qua gedrag
afwijkt ten opzichte van de motorzagen
zonder nalooprem. Voordat met de
werkzaamheden met de motorzaag
wordt begonnen moet men beslist
vertrouwd zijn met de werking van het
kettingremsysteem! Zie daarvoor vooral
"Kettingrem".
Kettingremsysteem
QuickStop Super
2
1
150BA000 KN
MS 291 C-Q
Nederlands
3
Deze handleiding heeft betrekking op
een STIHL motorzaag, in deze
handleiding ook motorapparaat
genoemd.
Symbolen
Symbolen die op het apparaat zijn
aangebracht worden in deze
handleiding toegelicht.
Afhankelijk van het apparaat en de
uitrusting kunnen de volgende symbolen
op het apparaat zijn aangebracht.
Codering van tekstblokken
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor kans op ongevallen
en letsel voor personen alsmede voor
zwaarwegende materiële schade.
LET OP
Waarschuwing voor beschadiging van
het apparaat of afzonderlijke
componenten.
Technische doorontwikkeling
STIHL werkt continu aan de verdere
ontwikkeling van alle machines en
apparaten; wijzigingen in de
leveringsomvang qua vorm, techniek en
uitrusting behouden wij ons daarom ook
voor.
Aan gegevens en afbeeldingen in deze
handleiding kunnen dan ook geen
aanspraken worden ontleend.
Met betrekking tot deze
handleiding
Benzinetank; brandstof-
mengsel van benzine en
motorolie
Tank voor kettingsmeer-
olie; kettingsmeerolie
Kettingrem blokkeren en
lossen
Nalooprem
Kettingdraairichting
Ematic; hoeveelheidrege-
ling kettingsmeerolie
Zaagketting spannen
Geleiding aanzuiglucht:
winterstand
Geleiding aanzuiglucht:
zomerstand
Handgreepverwarming
Decompressieklep
bedienen
Hand-benzinepomp
bedienen
MS 291 C-Q
Nederlands
4
In het algemeen in acht nemen
De nationale veiligheidsvoorschriften,
bijv. van beroepsgroepen, sociale
instanties, arbeidsinspectie en andere in
acht nemen.
Het gebruik van geluid producerende
motorzagen kan door nationale alsook
plaatselijke, lokale voorschriften tijdelijk
worden beperkt.
Wie voor het eerst met de motorzaag
werkt: door de verkoper of door een
andere deskundige laten uitleggen hoe
men hiermee veilig kan werken – of
deelnemen aan een cursus.
Minderjarigen mogen niet met de
motorzaag werken – behalve jongeren
boven de 16 jaar die onder toezicht
leren met het apparaat te werken.
Kinderen, dieren en toeschouwers op
afstand houden.
De gebruiker is verantwoordelijk voor
ongevallen die andere personen of hun
eigendommen overkomen, resp. voor
de gevaren waaraan deze worden
blootgesteld.
De motorzaag alleen meegeven of
uitlenen aan personen die met het
gebruik ervan vertrouwd zijn – altijd de
handleiding meegeven.
Wie met de motorzaag werkt moet goed
uitgerust en gezond zijn en een goede
lichamelijke conditie hebben. Wie zich
om gezondheidsredenen niet mag
inspannen, moet zijn arts raadplegen of
het werken met een motorzaag mogelijk
is.
Na gebruik van alcohol, medicijnen die
het reactievermogen beïnvloeden of
drugs mag niet met de motorzaag
worden gewerkt.
Bij ongunstige weersomstandigheden
(regen, sneeuw, ijzel, wind) de
werkzaamheden uitstellen – verhoogde
kans op ongelukken!
Alleen voor dragers van een pacemaker:
het ontstekingssysteem van deze
motorzaag genereert een zeer gering
elektromagnetisch veld. Beïnvloeding
van enkele typen pacemakers kan niet
geheel worden uitgesloten. Ter
voorkoming van gezondheidsrisico's
adviseert STIHL de behandelend arts
en de fabrikant van de pacemaker te
raadplegen.
Gebruik conform de voorschriften
De motorzaag alleen gebruiken voor het
zagen van hout en houten voorwerpen.
Voor andere doeleinden mag de
motorzaag niet worden gebruikt – kans
op ongelukken!
Geen wijzigingen aan de motorzaag
aanbrengen uw veiligheid kan hierdoor
in gevaar worden gebracht. Voor
persoonlijke en materiële schade die
door het gebruik van niet-vrijgegeven
aanbouwapparaten wordt veroorzaakt is
STIHL niet aansprakelijk.
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting
dragen.
Geen kleding dragen waarmee men aan
takken, struiken of de bewegende delen
van de motorzaag kan blijven haken.
Ook geen sjaal, das en sieraden dragen.
Lang haar in een paardenstaart dragen
en vastzetten (hoofddoek, muts, helm
enz.).
Veiligheidsinstructies
Er zijn speciale veilig-
heidsmaatregelen nodig
bij werkzaamheden met
de motorzaag omdat met
een zeer hoge ket-
tingsnelheid wordt
gewerkt en de zaagtan-
den zeer scherp zijn.
De gehele handleiding
voor de eerste ingebruik-
neming aandachtig
doorlezen en voor later
gebruik goed opbergen.
Het niet in acht nemen
van de handleiding kan
levensgevaarlijk zijn.
De kleding moet doelma-
tig zijn en mag tijdens het
werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding
met protectie tegen snij-
wonden – geen stofjas.
Geschikt schoeisel dra-
gen met protectie tegen
snijwonden, stroeve zool
en stalen neus.
MS 291 C-Q
Nederlands
5
WAARSCHUWING
Een vizier dragen en erop letten dat
deze goed zit. Een vizier alleen biedt
onvoldoende bescherming voor de
ogen.
"Persoonlijke" gehoorbescherming
dragen – zoals bijv. oorkappen.
Veiligheidshelm dragen bij gevaar voor
vallende voorwerpen.
STIHL biedt een uitgebreid programma
aan persoonlijke beschermuitrusting.
Vervoer
Voor het vervoeren – ook over korte
afstanden – de motorzaag altijd
afzetten, de kettingrem blokkeren en de
kettingbeschermer aanbrengen.
Hierdoor wordt het onbedoeld aanlopen
van de zaagketting voorkomen.
De motorzaag alleen aan de
draagbeugel dragen – de hete
uitlaatdemper van het lichaam vandaan,
het zaagblad naar achteren gericht.
Hete machineonderdelen, vooral de
uitlaatdemper, niet aanraken – kans op
brandwonden!
In auto's: de motorzaag tegen omvallen,
beschadiging en tegen het weglekken
van benzine en kettingolie beveiligen.
Reinigen
Kunststof onderdelen reinigen met een
doek. Agressieve reinigingsmiddelen
kunnen het kunststof beschadigen.
Stof en vuil op de motorzaag
verwijderen – geen vetoplossende
middelen gebruiken.
Koelluchtsleuven indien nodig reinigen.
Voor het reinigen van de motorzaag
geen hogedrukreiniger gebruiken. Door
de harde waterstraal kunnen
onderdelen van de motorzaag worden
beschadigd.
Toebehoren
Alleen dergelijke gereedschappen,
zaagbladen, zaagkettingen,
kettingtandwielen, toebehoren of
technisch gelijkwaardige onderdelen
monteren die door STIHL voor deze
motorzaag zijn vrijgegeven. Bij vragen
hierover contact opnemen met een
geautoriseerde dealer. Alleen
hoogwaardig gereedschap of
toebehoren monteren. Als dit wordt
genegeerd bestaat de kans op
ongevallen of is er kans op schade aan
de motorzaag.
STIHL adviseert originele STIHL
gereedschappen, zaagbladen,
zaagkettingen, kettingtandwielen en
toebehoren te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het product
en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Tanken
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine wordt
gemorst, de motorzaag direct
schoonmaken. De kleding niet in
aanraking laten komen met benzine,
anders direct andere kleding
aantrekken.
Om de kans op oogletsel
te reduceren een nauw
aansluitende veiligheids-
bril volgens de norm
EN 166 dragen. Erop let-
ten dat de veiligheidsbril
goed zit.
Robuuste werkhand-
schoenen van slijtvast
materiaal dragen
(bijv. leer).
001BA115 KN
Benzine is bijzonder licht
ontvlambaar – uit de
buurt blijven van open
vuur – geen benzine mor-
sen – niet roken.
MS 291 C-Q
Nederlands
6
De motorzagen kunnen af fabriek zijn
uitgerust met de volgende tankdoppen:
Tankdop met inklapbare beugel
(bajonetsluiting)
Hierdoor wordt het risico verkleind dat
de tankdop door de motortrillingen
losloopt en er benzine wegstroomt.
Voor de werkzaamheden
Controleren of de motorzaag in
technisch goede staat verkeert – het
betreffende hoofdstuk in de handleiding
in acht nemen:
Het brandstofsysteem op lekkage
controleren, vooral de zichtbare
onderdelen zoals bijv. de tankdop,
slangaansluitingen, hand-
benzinepomp (alleen bij
motorzagen met hand-
benzinepomp). Bij lekkages of
beschadiging de motor niet starten
brandgevaar! De motorzaag voor
de ingebruikneming door een
geautoriseerde dealer laten
repareren.
Goed werkende kettingrem, voorste
handbeschermer
Correct gemonteerd zaagblad
Correct gespannen zaagketting
De gashendel en de
gashendelblokkering moeten goed
gangbaar zijn – de gashendel moet
na het loslaten automatisch
terugveren in de uitgangsstand
Combischakelaar gemakkelijk in de
stand STOP, 0, resp. te plaatsen
Bougiesteker op vastzitten
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden
brandgevaar!
Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
De handgrepen moeten schoon en
droog zijn, vrij van olie en vuil –
belangrijk voor een veilige
bediening van de motorzaag
Voldoende brandstof en
kettingsmeerolie in de tank
De motorzaag mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op
ongelukken!
Motorzaag starten
Alleen op een vlakke ondergrond. Op
een veilige en stabiele houding letten.
De motorzaag hierbij goed vasthouden
het zaaggarnituur mag geen
voorwerpen en ook de grond niet raken
– kans op letsel door de draaiende
zaagketting.
De motorzaag wordt slechts door één
persoon bediend. Andere personen
buiten het werkgebied houden – ook
tijdens het starten.
De motorzaag niet starten als de
zaagketting zich in een zaagsnede
bevindt.
De motor op minstens 3 m van de plek
waar werd getankt en niet in een
afgesloten ruimte starten.
Voor het starten de kettingrem
blokkeren – door de ronddraaiende
zaagketting is er kans op letsel!
De motor niet 'los uit de hand' starten –
starten zoals in de handleiding staat
beschreven.
Tijdens de werkzaamheden
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen. Voorzichtig te werk
gaan als de schors van de boom nat is
kans op uitglijden!
De motorzaag altijd met beide handen
vasthouden: de rechterhand op de
achterste handgreep – geldt ook voor
linkshandigen. Voor een goede
geleiding de draagbeugel en de
handgreep met de duimen omsluiten.
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood, direct de motor afzetten – de
combischakelaar/stopschakelaar
richting STOP, 0, resp. drukken.
De motorzaag nooit onbeheerd laten
draaien.
Tankdop met beugel
(bajonetsluiting) correct
aanbrengen, tot aan de
aanslag draaien en de
beugel inklappen.
Op lekkages letten! Als er
benzine weglekt de motor
niet starten – levensge-
vaar door verbranding!
001BA087 LÄ
MS 291 C-Q
Nederlands
7
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, ijs,
op hellingen, in oneffen terrein of op pas
geschild hout of schors – kans op
uitglijden!
Let op bij boomstronken, wortels en
greppels – kans op struikelen!
Niet alleen werken – altijd binnen
gehoorafstand van anderen blijven die
een EHBO-opleiding hebben gevolgd en
in geval van nood hulp kunnen bieden.
Als er zich in het werkgebied
medewerkers bevinden, moeten deze
ook veiligheidskleding dragen (helm!) en
zij mogen niet direct onder de af te
zagen takken staan.
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
De tijdens de zaagwerkzaamheden
vrijkomende stoffen (bijv. houtstof),
dampen en rook kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid. Bij stofontwikkeling
een stofmasker dragen.
Als de motor draait, draait de
zaagketting nog even door nadat de
gashendel wordt losgelaten –
naloopeffect.
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe omgeving van de motorzaag –
brandgevaar! Uit het brandstofsysteem
kunnen ontvlambare benzinedampen
ontsnappen.
De zaagketting regelmatig, met korte
tussenpozen en bij merkbare
wijzigingen direct controleren:
Motor afzetten, wachten tot de
zaagketting stilstaat
Staat en vastzitten van de
componenten controleren
Scherpte controleren
Bij draaiende motor de zaagketting niet
aanraken. Als de zaagketting door een
voorwerp wordt geblokkeerd, de motor
direct afzetten – dan pas het voorwerp
verwijderen – kans op letsel!
Voor het achterlaten van de motorzaag
de motor afzetten.
Voor het vervangen van de zaagketting
de motor afzetten. Door het onbedoeld
aanlopen van de motor – kans op letsel!
Licht ontvlambare materialen (bijv.
houtspanen, boomschors, droog gras,
benzine) uit de buurt van de hete
uitlaatgassen en de hete uitlaatdemper
houden – brandgevaar! Uitlaatdempers
met katalysator kunnen bijzonder heet
worden.
Nooit zonder kettingsmering werken,
daarvoor op het oliepeil in de olietank
letten. Werkzaamheden direct
onderbreken als het oliepeil in de
olietank te laag is en kettingolie bijvullen
– zie ook "Kettingolie bijvullen" en
"Kettingsmering controleren".
Als de motorzaag niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld van
buitenaf, door stoten of vallen) werd
uitgeschakeld, voor het opnieuw in
gebruik nemen beslist de
bedrijfszekerheid controleren – zie ook
"Voor aanvang van de
werkzaamheden".
Vooral op lekkage van het
brandstofsysteem en de goede werking
van de veiligheidsinrichtingen letten.
Een niet bedrijfszekere motorzaag in
geen geval verder gebruiken. In geval
van twijfel contact opnemen met een
geautoriseerde dealer.
Op een correct stationair toerental
letten, zodat de zaagketting na het
loslaten van de gashendel niet meer
meedraait. Regelmatig instelling
stationair toerental controleren, resp.
indien mogelijk corrigeren. Als de
zaagketting bij stationair toerental toch
meedraait, de motorzaag bij een
geautoriseerde dealer ter reparatie
aanbieden.
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte, steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen –
levensgevaar door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn,
gezichtsstoornissen (bijv. kleiner
wordend blikveld), gehoorverlies,
duizeligheid, afnemende concentratie,
de werkzaamheden direct onderbreken
– deze symptomen kunnen onder
De motorzaag produceert
giftige uitlaatgassen
zodra de motor draait.
Deze gassen kunnen
geurloos en onzichtbaar
zijn en onverbrande kool-
waterstoffen en benzol
bevatten. Nooit in afge-
sloten of slecht
geventileerde ruimtes
met de motorzaag wer-
ken – ook niet bij
machines met
katalysator.
MS 291 C-Q
Nederlands
8
andere worden veroorzaakt door een te
hoge uitlaatgasconcentratie – kans op
ongelukken!
Na de werkzaamheden
De motor afzetten, kettingrem blokkeren
en de kettingbeschermer aanbrengen.
Opslaan
Als de motorzaag niet wordt gebruikt,
deze zo opbergen dat niemand in
gevaar kan worden gebracht. De
motorzaag zo opbergen dat
onbevoegden er geen toegang toe
hebben.
De motorzaag veilig in een droge ruimte
bewaren.
Trillingen
Langdurig gebruik van het
motorapparaat kan leiden tot door
trillingen veroorzaakte
doorbloedingsstoornissen aan de
handen ("witte vingers").
Een algemeen geldende gebruiksduur
kan niet worden vastgesteld, omdat
deze van meerdere factoren afhankelijk
is.
De gebruiksduur wordt verlengd door:
Bescherming van de handen
(warme handschoenen)
Rustpauzes
De gebruiksduur wordt verkort door:
Bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, kriebelen)
Lage buitentemperaturen
De mate van kracht uitgeoefend
door de handen (stevig beetpakken
beïnvloedt de doorbloeding nadelig)
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het
apparaat en bij het herhaald optreden
van de betreffende symptomen (bijv.
vingers kriebelen) wordt een medisch
onderzoek geadviseerd.
Onderhoud en reparaties
Voor alle reparatie-, reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden, alsmede
bij werkzaamheden aan het
zaaggarnituur altijd de motor afzetten.
Door het onbedoeld aanlopen van de
zaagketting – kans op letsel!
Uitzondering: carburateurafstelling en
instelling stationair toerental.
De motorzaag regelmatig onderhouden.
Alleen die onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden uitvoeren die
in de handleiding staan beschreven. Alle
andere werkzaamheden laten uitvoeren
door een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers nemen regelmatig deel
aan scholingen en ontvangen
Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt genegeerd
bestaat de kans op ongevallen of is er
kans op schade aan de motorzaag. Bij
vragen hierover contact opnemen met
een geautoriseerde dealer.
Geen wijzigingen aan de motorzaag
aanbrengen de veiligheid kan hierdoor
in gevaar worden gebracht – kans op
ongevallen!
De motor van de motorzaag mag als de
bougiesteker is losgetrokken of als de
bougie is losgedraaid, alleen worden
rondgedraaid als de combischakelaar in
stand STOP, 0, resp. staat –
brandgevaar door ontstekingsvonken
buiten de cilinder!
Het motorapparaat niet in de nabijheid
van open vuur onderhouden en opslaan
brandgevaar door de brandstof!
De tankdop regelmatig op lekkage
controleren.
Alleen in goede staat verkerende,
door STIHL vrijgegeven bougies – zie
"Technische gegevens" – monteren.
Bougiekabel controleren (goede isolatie,
vaste aansluiting).
Controleer of de uitlaatdemper in goede
staat verkeert.
Niet met een defecte of zonder
uitlaatdemper werken – brandgevaar,
gehoorschade!
De hete uitlaatdemper niet aanraken –
gevaar voor brandwonden!
De staat van de antivibratie-elementen
beïnvloedt het trillingsgedrag – de
antivibratie-elementen regelmatig
controleren.
Kettingvanger controleren – indien
beschadigd, vervangen.
MS 291 C-Q
Nederlands
9
Motor afzetten
Voor het controleren van de
kettingspanning
Voor het spannen van de
zaagketting
Voor het vervangen van de
zaagketting
Voor het opheffen van storingen
Slijphandleiding in acht nemen – voor
een veilig en correct gebruik de
zaagketting en het zaagblad altijd in een
goede staat houden, de zaagketting
correct geslepen, gespannen en
voldoende gesmeerd.
Zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel tijdig verwisselen.
Regelmatig controleren of de
koppelingstrommel in een goede staat
verkeert.
De benzine en kettingsmeerolie alleen
opslaan in de hiervoor vrijgegeven
jerrycans met duidelijk leesbare
opschriften. Opslaan (bewaren) in een
droge, koele en veilige plaats,
beschermd tegen licht en zonnestraling.
Bij een defecte kettingrem de motor
direct afzetten kans op letsel! Contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer de motorzaag niet gebruiken tot
de storing is verholpen – zie
"Kettingrem".
De meest voorkomende reactiekrachten
zijn: terugslag, terugstoten en het zich in
het hout trekken.
Gevaar door terugslag
Bij terugslag (kick back) wordt de zaag
plotseling en oncontroleerbaar in de
richting van de gebruiker geslingerd.
Terugslag ontstaat bijv. als
De zaagketting met het bovenste
kwart van de zaagbladneus per
ongeluk in aanraking komt met hout
of een ander vast voorwerp – bijv.
als tijdens het snoeien per ongeluk
een andere tak wordt geraakt
De zaagketting bij de zaagbladneus
tijdens het zagen even wordt
vastgeklemd
QuickStop-kettingrem:
Door deze rem wordt in bepaalde
situaties de kans op letsel verminderd –
de terugslag zelf kan niet worden
voorkomen. Bij het inschakelen van de
kettingrem komt de zaagketting binnen
een fractie van een seconde tot stilstand
– zie hoofdstuk "Kettingrem" in deze
handleiding.
Kans op terugslag verkleinen
Met overleg en volgens de regels
werken
De motorzaag met beide handen
stevig vasthouden
Alleen met vol gas zagen
Op de zaagbladneus letten
Reactiekrachten
Terugslag kan tot dodelijk
letsel leiden.
001BA036 KN
001BA257 KN
MS 291 C-Q
Nederlands
10
Niet met de zaagbladneus zagen
Voorzichtig zijn bij het zagen van
kleine, taaie takken, laag
kreupelhout en jonge scheuten de
zaagketting kan hierin vastlopen
Nooit meerdere takken in één keer
doorzagen
Niet te ver voorover gebogen zagen
Niet boven schouderhoogte zagen
Het zaagblad uiterst voorzichtig in
een reeds aanwezige zaagsnede
aanbrengen
Het "steken", alleen toepassen
indien u met de techniek hiervan
vertrouwd bent
Op de stand van de stam letten en
op krachten die de zaagsnede dicht
kunnen drukken, waardoor de
zaagketting wordt vastgeklemd
Alleen met een goed geslepen en
correct gespannen zaagketting
werken – afstand dieptebegrenzer
niet te groot
Een terugslagreducerende
zaagketting en een zaagblad met
een kleine zaagbladneusradius
gebruiken
Naar voren trekken (A)
Als tijdens bovenhands zagen de
zaagketting klemt of een voorwerp in het
hout raakt, kan de motorzaag met een
ruk tegen de stam worden getrokken –
om dit te voorkomen de kam altijd stevig
tegen de stam plaatsen.
Terugstoten (B)
Als tijdens onderhands zagen de
zaagketting klemt of een vast voorwerp
in het hout raakt, kan de motorzaag in de
richting van de motorzaaggebruiker
terug worden gestoten – om dit te
voorkomen:
De bovenzijde van het zaagblad
niet vastklemmen
Het zaagblad in de zaagsnede niet
verdraaien
De grootste voorzichtigheid is geboden
Bij overhangende stammen
Bij stammen die, doordat ze op
ongunstige wijze zijn omgevallen,
onder spanning staan tussen
andere bomen
Bij werkzaamheden aan stammen
die ten gevolge van een storm over
elkaar zijn gevallen
In deze gevallen niet met de motorzaag
werken – maar een kantelhaak, een lier
of een tractor gebruiken.
Vrij liggende of losgezaagde stammen
wegtrekken. De opruimwerkzaamheden
indien mogelijk op een open plek
voortzetten.
Dood hout (dor, vermolmd of dood hout)
vormt een wezenlijk, moeilijk in te
schatten, gevaar. Het herkennen van
het gevaar is zeer moeilijk of zo goed als
onmogelijk. Hulpmiddelen als een lier of
tractor gebruiken.
Bij het vellen van bomen in de buurt van
wegen, spoorrails, elektriciteitskabels
enz. moet bijzonder voorzichtig te werk
worden gegaan. Zo nodig, de politie, het
energiebedrijf of de spoorwegen
informeren.
001BA037 KN
A
001BA038 KN
B
MS 291 C-Q
Nederlands
11
Zaag- en velwerkzaamheden, alsmede
alle daarmee verbonden
werkzaamheden (steeksnede, snoeien
etc.) mogen alleen worden uitgevoerd
door diegenen die daarvoor speciaal zijn
opgeleid en geschoold. Wie geen
ervaring met een motorzaag of de
werktechnieken heeft, mag dergelijke
werkzaamheden niet uitvoeren –
verhoogde kans op ongevallen!
Bij velwerkzaamheden moeten beslist
de nationale voorschriften met
betrekking tot de veltechniek worden
opgevolgd.
Zagen
Niet in de startgasstand werken. Het
motortoerental is in deze stand van de
gashendel niet regelbaar.
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Anderen niet in gevaar brengen –
voorzichtig werken.
Voor iedereen die hiermee voor het
eerst werkt, adviseren wij het zagen van
rondhout op een zaagbok te oefenen –
zie "Dun hout zagen".
Indien mogelijk een kort zaagblad
gebruiken: zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel moeten bij elkaar en bij
de motorzaag passen.
Geen lichaamsdelen in het verlengde
zwenkbereik van de zaagketting
houden.
De motorzaag alleen met een draaiende
zaagketting uit het hout trekken.
De motorzaag alleen voor het zagen
gebruiken – niet voor het loswippen of
wegschuiven van takken of
worteluitlopers.
Vrijhangende takken niet vanaf de
onderzijde doorzagen.
Voorzichtig bij het afzagen van
struikgewas en jonge bomen. Dunne
loten kunnen door de zaagketting
worden gegrepen en in de richting van
de gebruiker worden geslingerd.
Voorzichtig zijn bij het zagen van
versplinterd hout – kans op letsel door
afgescheurde stukken hout!
Geen andere voorwerpen met de
motorzaag in aanraking laten komen:
stenen, spijkers enz. kunnen worden
weggeslingerd en de zaagketting
beschadigen. De motorzaag kan
omhoogslaan – kans op ongelukken!
Als een draaiende zaagketting contact
maakt met een steen of een ander hard
voorwerp, kan dit leiden tot
vonkvorming, waardoor onder bepaalde
omstandigheden licht ontvlambare
stoffen vlam zouden kunnen vatten. Ook
droge planten en struikgewas zijn licht
ontvlambaar, vooral bij zeer warme en
droge weersomstandigheden. Als er
kans op brand aanwezig is, de
motorzaag niet in de buurt van licht
ontvlambare stoffen, droge planten of
struikgewas gebruiken. Uitdrukkelijk aan
de voor het bosbeheer
verantwoordelijke persoon vragen of er
brandgevaar bestaat.
Op hellingen altijd boven of naast de
stam of liggende boom staan. Op naar
beneden rollende stammen letten.
Bij werkzaamheden die niet vanaf de
grond kunnen worden uitgevoerd:
Altijd een hoogwerker gebruiken
Nooit op een ladder of staande in de
boom werken
Nooit op onstabiele plaatsen
Werktechniek
001BA082 KN
001BA033 KN
MS 291 C-Q
Nederlands
12
Nooit boven schouderhoogte
werken
Nooit met één hand werken
De motorzaag met vol gas in de
zaagsnede aanbrengen en de kam
stevig tegen de stam drukken pas dan
met zagen beginnen.
Nooit zonder kam werken, de
zaagketting kan de gebruiker naar voren
trekken. De kam altijd goed tegen de
stam plaatsen.
Aan het einde van een zaagsnede wordt
de motorzaag niet meer via het
zaaggarnituur in de zaagsnede
ondersteund. De gebruiker moet het
gewicht van de motorzaag opnemen –
kans op verlies van de controle!
Dun hout zagen:
Een stabiele, stevige zaagbok
gebruiken
Het hout niet met de voet
tegenhouden
Andere personen mogen het hout
niet vasthouden of op andere wijze
meehelpen
Snoeien:
Een terugslagarme zaagketting
gebruiken
De motorzaag zo veel mogelijk
ondersteunen
Niet staand op de stam snoeien
Niet met de zaagbladneus zagen
Op takken letten die onder spanning
staan
Nooit meerdere takken in één keer
doorzagen
Liggende of staande stammen die onder
spanning staan:
De juiste volgorde van de zaagsneden
beslist aanhouden (eerst aan de
drukzijde (1), vervolgens aan de
trekzijde (2)), als deze volgorde niet
wordt aangehouden kan het zaagblad in
de zaagsnede klemmen of terugslaan –
kans op letsel!
N Een ontlastingssnede aan de
drukzijde (1) zagen
N De kapzaagsnede aan de
trekzijde (2) aanbrengen
Bij kapzaagsnede van onderen naar
boven (onderhands zagen) – kans op
terugstoten!
LET OP
Liggende stammen mogen op de plaats
waar deze worden doorgezaagd niet de
grond raken – anders wordt de
zaagketting beschadigd.
Langssnede:
Zaagtechniek zonder gebruik te maken
van de kam – kans dat de zaag in het
hout wordt getrokken – het zaagblad
onder een zo vlak mogelijke hoek
aanzetten – verhoogde kans op
terugslag!
Voorbereidende werkzaamheden voor
het vellen
In de omgeving waar wordt geveld
mogen zich alleen personen bevinden
die met het vellen bezig zijn.
Controleer of er niemand door de
vallende boom in gevaar kan worden
gebracht – een schreeuw kan door het
motorlawaai worden overstemd.
1
001BA151 KN
2
1
001BA152 KN
2
001BA189 KN
MS 291 C-Q
Nederlands
13
Afstand tot de volgende werkplek
minimaal 2 1/2 boomlengte.
Velrichting en vluchtwegen vastleggen
De open plek kiezen waar de boom kan
vallen.
Hierbij letten op:
De natuurlijke hoek waaronder de
boom staat
Buitengewoon sterke takvorming,
asymmetrische groei, beschadigd
hout
Windrichting en -snelheid – bij
sterke wind niet vellen
Hellingrichting
Naast staande bomen
Sneeuwbelasting
De conditie van de boom bijzonder
voorzichtig te werk gaan bij een
beschadigde stam of dood hout
(dor, vermolmd of dood hout)
A Velrichting
B vluchtweg (analoog
ontsnappingsweg)
Vluchtweg voor elk van de
deelnemers vastleggen –
ca. 45° schuin tegen de velrichting
in
Vluchtweg begaanbaar maken,
hindernissen opruimen
Gereedschap en apparaten op
veilige afstand neerleggen – maar
niet op de vluchtwegen
Tijdens het vellen altijd aan de
zijkant van de stam staan en alleen
zijwaarts de vluchtweg inlopen
Vluchtwegen op steile hellingen
evenwijdig aan de helling
aanbrengen
Tijdens het teruglopen op vallende
takken en op de kroon letten
Werkgebied bij de stam voorbereiden
Storende takken, struikgewas en
obstakels uit het werkgebied
rondom de stam verwijderen –
veilige plek voor alle medewerkers
De voet van de stam grondig
schoonmaken (bijv. met de bijl) –
zand, stenen en andere dan houten
voorwerpen zorgen ervoor dat de
zaagketting bot wordt
Grote worteluitlopers inzagen: eerst
de grootste worteluitloper – eerst in
verticale richting, vervolgens in
horizontale richting – alleen bij
gezond hout
001BA088 LÄ
2
/
1
2
1 1
/
1
2
B
001BA040 KN
A
45°
45°
B
001BA146 KN
MS 291 C-Q
Nederlands
14
Valkerf
Valkerf voorbereiden
De valkerf (C) bepaalt de velrichting.
Belangrijk:
De valkerf haaks ten opzichte van
de velrichting aanbrengen
Zo dicht mogelijk bij de grond zagen
Ca. 1/5 tot max. 1/3 van de
stamdiameter inzagen
Velrichting vastleggen – met vellijst op
de kap en het ventilatorhuis
Deze motorzaag is voorzien van een
vellijst op de kap en het ventilatorhuis.
Deze vellijst gebruiken.
Valkerf aanbrengen
Bij het aanbrengen van de valkerf de
motorzaag zo uitlijnen dat de valkerf in
een rechte hoek ten opzichte van de
velrichting ligt.
Bij de procedure voor het aanbrengen
van de valkerf met een horizontale
zaagsnede (zool) en een schuine
zaagsnede (dak) zijn verschillende
volgorden toegestaan – let op de
nationale voorschriften met betrekking
tot de veltechniek.
N Zoolzaagsnede (horizontale
zaagsnede) aanbrengen
N De schuine zaagsnede (dak) in een
hoek van ca. 45°- 60° ten opzichte
van de horizontale zaagsnede
aanbrengen
De velrichting controleren
N De motorzaag met het zaagblad in
de valkerfzool plaatsen. De vellijst
moet in de richting van de
vastgelegde velrichting zijn gericht
voor zover nodig de velrichting door
het op de overeenkomstige wijze
inzagen van de valkerf corrigeren
Spintsnede
Spintsneden voorkomen bij
langvezelige houtsoorten dat het
spinthout openscheurt als de boom
001BA271 KN
C
C
001BA153 KN
001BA153 KN
001BA150 KN
MS 291 C-Q
Nederlands
15
omvalt – aan beide zijden van de stam
ter hoogte van de valkerfzool circa 1/10
van de stamdiameter – bij dikkere
stammen maximaal tot de breedte van
het zaagblad – inzagen.
Bij ziek hout geen spintsnede
aanbrengen.
Basisbeginselen voor de velsnede
Maten
De valkerf (C) bepaalt de velrichting.
De breuklijst (D) geleidt de boom als een
scharnier naar de grond.
Breedte van de breuklijst: ca. 1/10
van de stamdiameter
De breuklijst mag in geen geval
tijdens het aanbrengen van de
velsnede worden ingezaagd –
omdat dan geen controle meer
mogelijk is op de valrichting – kans
op ongelukken!
Bij rottende stammen een bredere
breuklijst laten staan
Met behulp van de velsnede (E) wordt
de boom geveld.
Exact horizontaal
1/10 (min. 3 cm) van de breedte
van de breuklijst (D) boven de zool
van de valkerf (C)
De borglijst (F) of de
veiligheidsband (G) steunt de boom en
voorkomt voortijdig omvallen.
Breedte van de band: ca. 1/10 tot
1/5 van de stamdiameter
De band in geen geval tijdens het
aanbrengen van de velsnede
inzagen
Bij rottende stammen een bredere
band laten staan
Insteken
Als ontlastingssnede tijdens het
inkorten
Bij zaagwerkzaamheden
N Een terugslagarme zaagketting
gebruiken en bijzonder voorzichtig
te werk gaan
1. Het zaagblad met de onderzijde van
de neus tegen de stam plaatsen –
niet met de bovenzijde – kans op
terugslag! Met vol gas inzagen, tot
de zaagsnede tweemaal zo diep is
als de breedte van het zaagblad
2. Langzaam in de insteekstand
zwenken – kans op terugslag en
terugstoten!
3. Het zaagblad voorzichtig in de stam
steken – kans op terugstoten!
G
001BA259 KN
C
E
D
1/10
C
3.
001BA269 KN
1.
2.
MS 291 C-Q
Nederlands
16
Indien mogelijk, steeklijst gebruiken. De
steeklijst en de boven-, resp. onderzijde
van het zaagblad lopen parallel aan
elkaar.
Bij het insteken helpt de steeklijst erbij
de breuklijst parallel, d.w.z. op alle
plaatsen even dik, te houden. Hiervoor
de steeklijst parallel aan de valkerfzool
houden.
Velwig
De velwig zo vroeg mogelijk
aanbrengen, d.w.z. zodra deze geen
obstakel vormt voor het zaagblad. De
velwig in de velsnede aanbrengen en
met behulp van een hiertoe geschikt
gereedschap hierin drukken.
Alleen aluminium of kunststof wiggen
gebruiken – geen stalen wig gebruiken.
Stalen wiggen kunnen de zaagketting
ernstig beschadigen en leiden tot een
gevaarlijke terugslag.
De juiste velwig, afhankelijk van de
stamdiameter en de breedte van de
zaagsnede (analoog velsnede (E))
selecteren.
Voor het kiezen van de velwig (juiste
lengte, breedte en hoogte) contact
opnemen met de STIHL dealer.
Geschikte velsnede kiezen
Het kiezen van de juiste velsnede is
afhankelijk van dezelfde kenmerken,
waarop bij het bepalen van de
velrichting en de vluchtweg moet
worden gelet.
Er zijn meerdere verschillende
voorwaarden waarop deze kenmerken
worden onderscheiden. In deze
handleiding worden alleen de twee
meest voorkomende vormen
beschreven:
Velsnede met veiligheidsband (normale
boom)
A) Dunne stammen
Deze velsnede uitvoeren als de
stamdiameter kleiner is dan de
zaagbladlengte van de motorzaag.
Voor het begin van de velsnede de
waarschuwing "Attentie!" roepen.
N Velsnede (E) met steeksnede
aanbrengen – het zaagblad hierbij
geheel in de stam steken
N Kam achter de breuklijst plaatsen
en als draaipunt gebruiken – de
motorzaag zo min mogelijk
verzetten
N Velsnede tot aan de breuklijst
maken (1)
De breuklijst hierbij niet inzagen
N De velsnede tot aan de
veiligheidsband aanbrengen (2)
De veiligheidsband hierbij niet
inzagen
001BA270 KN
Links: normale boom –verticaal
staande boom met een gelijk-
matige kroon
Rechts: overhangende boom – kroon
van de boom is gericht in de
velrichting
001BA260 KN
001BA261 KN
1.
2.
MS 291 C-Q
Nederlands
17
N Velwig aanbrengen (3)
Direct voor het vallen van de boom een
tweede waarschuwingsroep "Attentie!"
roepen.
N Veiligheidsband van buitenaf,
horizontaal in het vlak van de
velsnede met uitgestrekte armen
doorzagen
B) Dikke stammen
Deze velsnede uitvoeren als de
stamdiameter groter is dan de
zaagbladlengte van de motorzaag.
Voor het begin van de velsnede de
waarschuwing "Attentie!" roepen.
N De kam ter hoogte van de velsnede
tegen de stam drukken en als
draaipunt gebruiken de motorzaag
zo min mogelijk verzetten
N De neus van het zaagblad gaat voor
de breuklijst in het hout (1) – de
motorzaag beslist horizontaal
houden en zo ver mogelijk naar
buiten zwenken
N Velsnede tot aan de breuklijst
maken (2)
De breuklijst hierbij niet inzagen
N De velsnede tot aan de
veiligheidsband aanbrengen (3)
De veiligheidsband hierbij niet
inzagen
Het aanbrengen van de velsnede wordt
vanaf de tegenoverliggende zijde van de
stam vervolgd.
Erop letten dat de tweede zaagsnede in
hetzelfde vlak ligt als de eerste
zaagsnede.
N Velsnede door 'steken' aanbrengen
N Velsnede tot aan de breuklijst
maken (4)
De breuklijst hierbij niet inzagen
N De velsnede tot aan de
veiligheidsband aanbrengen (5)
De veiligheidsband hierbij niet
inzagen
N Velwig aanbrengen (6)
Direct voor het vallen van de boom een
tweede waarschuwingsroep "Attentie!"
roepen.
N Veiligheidsband van buitenaf,
horizontaal in het vlak van de
velsnede met uitgestrekte armen
doorzagen
3.
001BA273 KN
4.
001BA263 KN
1.
2.
3.
5.
6.
001BA274 KN
MS 291 C-Q
Nederlands
18
Velsnede met borglijst (overhangende
boom)
A) Dunne stammen
Deze velsnede uitvoeren als de
stamdiameter kleiner is dan de
zaagbladlengte van de motorzaag.
N Het zaagblad tot dit aan de andere
kant uit de stam komt, hierin steken
N Velsnede (E) tot aan de breuklijst
aanbrengen (1)
Exact horizontaal
De breuklijst hierbij niet inzagen
N De velsnede tot aan de borglijst
zagen (2)
Exact horizontaal
De borglijst hierbij niet inzagen
Direct voor het vallen van de boom een
tweede waarschuwingsroep "Attentie!"
roepen.
N De borglijst van buitenaf, schuin van
boven met uitgestrekte armen
doorzagen
B) Dikke stammen
Deze velsnede uitvoeren als de
stamdiameter groter is dan de
zaagbladlengte van de motorzaag.
N De kam achter de borglijst plaatsen
en als draaipunt gebruiken – de
motorzaag zo min mogelijk
verzetten
N De neus van het zaagblad gaat voor
de breuklijst in het hout (1) – de
motorzaag beslist horizontaal
houden en zo ver mogelijk naar
buiten zwenken
De borglijst en de breuklijst hierbij
niet inzagen
N Velsnede tot aan de breuklijst
maken (2)
De breuklijst hierbij niet inzagen
N De velsnede tot aan de borglijst
aanbrengen (3)
De borglijst hierbij niet inzagen
1.
2.
001BA265 KN
001BA266 KN
001BA267 KN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160

STIHL MS 291 C-Q Manuel utilisateur

Taper
Manuel utilisateur

dans d''autres langues