AEG IKE96654IB Manuel utilisateur

Taper
Manuel utilisateur
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing 2
Kookplaat
FR Notice d'utilisation 23
Table de cuisson
IKE96654IB
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. MONTAGE ...........................................................................................................7
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 9
5. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 10
6. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................16
7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................18
8. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................19
9. TECHNISCHE GEGEVENS................................................................................21
10. ENERGIEZUINIGHEID..................................................................................... 21
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om
jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die
het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten
aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
www.aeg.com2
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt te worden gehouden, mits ze voortdurend onder
toezicht staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient
op te passen dat u de verwarmingselementen niet
aanraakt.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
NEDERLANDS 3
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit
het stopcontact. In het geval het apparaat direct op de
stroom is aangesloten met een aansluitdoos,
verwijdert u de zekering om het apparaat van de
stroom te halen. Neem in beide gevallen contact op
met de erkende servicedienst.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
www.aeg.com4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Elk apparaat heeft koelventilatoren op
de bodem.
Als het apparaat gemonteerd wordt
boven een lade:
Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen
worden, omdat ze de
koelventilatoren kunnen
beschadigen of het koelsysteem
kunnen belemmeren.
Houd een minimumafstand van 2
cm tussen de bodem van het
apparaat en de zaken die u in de
lade bewaart.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit
het stopcontact is getrokken, voordat
u welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels
verstrikt raken.
Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet
beschadigt. Neem contact op met
onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde
hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
NEDERLANDS 5
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
Vertrouw niet alleen op de
pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan
het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten
bevat, kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glas /
glaskeramiek. Til deze voorwerpen
altijd op als u ze moet verplaatsen op
de kookplaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
www.aeg.com6
2.4 Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Trek voor
onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2.5 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
3. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient
u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
3.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
3.3 Aansluitkabel
Bij de kookplaat wordt een
aansluitkabel meegeleverd.
Voor het vervangen van een
beschadigde voedingskabel, gebruikt
u het kabeltype: H05V2V2-F dat een
temperatuur van 90 °C of hoger
weerstaat. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
3.4 Bevestingen van de
afdichting op de sponningen
1. Reinig de sponningen in het
keukenwerkblad.
2. Knip de meegeleverde afdichtstrip in
4 stukken. De strippen moeten
dezelfde lengte hebben als de
sponningen.
3. Snij de uiteinden van de strippen in
een hoek van 45°. Ze moeten
nauwkeurig in de hoeken van de
sponningen passen.
4. Bevestig de strippen op de
sponningen. Rek de strippen niet uit.
Plak de uiteinden van de strippen
niet over elkaar.
Dicht na plaatsing van de kookplaat de
kier tussen het werkblad en het
glaskeramiek met siliconenkit. Zorg
ervoor dat de siliconenkit niet onder het
glaskeramiek komt.
NEDERLANDS 7
3.5 In elkaar zetten
min.
50mm
min.
500mm
65
±1
mm
490
±1
mm
55
±1
mm
904+1mm
514+1mm
min.55mm
490+1mm
880+1mm
R10mm
R5mm
7mm
min.
28 mm
min.
12 mm
min. 60mm
Als het apparaat boven een
lade wordt gemonteerd, kan
de kookplaatventilatie tijdens
het kookproces zorgen voor
opwarming van items die
zich in de lade bevinden.
www.aeg.com8
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Indeling kookplaat
1 1 1
1 1 1
2
1
Inductiekookoppervlak
2
Bedieningspaneel
4.2 Indeling Bedieningspaneel
1
De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Om de Toetsblokkering of Kinderbeveiliging in of uit te schakelen.
3
De kookzone-aanduiding.
4
CountUp Timer-indicatielampje.
5
Timer met aftelfunctie-indicatielampje.
6
Timerdisplay: 00 - 99 minuten.
7
Het in- en uitschakelen van de Bridge-functie.
8
Timerfunctie instellen.
9
/ De tijd verlengen of verkorten.
10
Het in- en uitschakelen van de Hob²Hood-functie.
11
Het in- en uitschakelen van de Pauze-functie.
12
Voor het inschakelen van de functie PowerBoost.
13
Regelbalk om de warmtestand van 0 - 9 te regelen.
14
Het in- en uitschakelen van de PowerSlide-functie.
NEDERLANDS 9
4.3 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / De
aanduidingen tonen het
niveau van de restwarmte
voor de kookzones die u
momenteel gebruikt. De
aanduidingen kunnen ook
aangaan voor de
nabijgelegen kookzones,
zelfs als u deze niet
gebruikt.
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte direct
in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
Als de kookplaat uitgeschakeld is, zijn de
aanduidingen nog zichtbaar. Als de
kookplaat koud genoeg is, verdwijnen ze.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
De regelbalken gaan aan als u de
kookplaat aanzet en gaan uit als u de
kookplaat uitschakelt.
Als de kookplaat is uitgeschakeld kunt u
alleen zien.
5.2 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
u gedurende 50 seconden geen
kookgerei op de kookplaats zet,
u binnen 50 seconden na het plaatsen
van het kookgerei geen warmtestand
instelt,
u iets hebt gemorst of langer dan 10
seconden iets op het
bedieningspaneel hebt gelegd (een
pan, doek). Als het geluidssignaal
klinkt, schakelt de kookplaat uit.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na 'n tijdje gaat
de kookplaat uit.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
Verwarmingsstand De kookplaat
wordt uitgescha‐
keld na
1 - 2 6 uur
3 - 4 5 uur
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur
5.3 Het gebruik van de
kookzones
LET OP!
Plaats geen heet kookgerei
op het bedieningspaneel. Er
bestaat een risico dat de
elektronische onderdelen
beschadigen.
www.aeg.com10
Plaats het kookgerei in het midden van
de gekozen kookzone.
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan.
Als u het kookgerei op de juiste positie
plaatst, herkent de kookplaat deze en
gaat de relevante regelbalk aan. Een
rode kookzone-aanduiding verschijnt
boven de regelbalk en geeft de positie
van de pan aan.
Elk vierkant op het bedieningspaneel
staat voor een kookzone op de
inductiekookzone. De zone-
aanduidingen geven aan welke
kookzone er wordt geregeld met de juiste
regelbalk.
5.4 De kookstand
Raak de regelbalk aan op de gewenste
warmtestand of glij met uw vinger over
de regelbalk om de warmtestand van
een kookzone in te stellen of te wijzigen.
Als u eenmaal een pan op de zone zet
en de kookstand instelt, blijft deze
gedurende 2 minuten gelijk nadat u de
pan heeft verwijderd. De regelbalk en de
aanduiding van de kookzone knipperen
gedurende 2 minuten. Als u de pan
binnen deze tijd weer op de kookzone
plaatst reactiveert de kookstand. Zo niet,
wordt de kookzone gedeactiveerd.
5.5 Bridge-functie
Deze functie verbindt twee kookzones en
deze werken dan samen als één
kookzone. U kunt de functie gebruiken
met groot kookgerei.
1. Plaats het kookgerei op twee
kookzones. Het kookgerei moet het
midden van beide zones bedekken.
wordt wit.
2. Gebruik om de functie in te
schakelen.
3. Stel de kookstand in.
Het kookgerei dient het midden van
beide zones te bedekken maar niet
voorbij de gebiedsmarkering komen.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u aan. De kookzones werken
onafhankelijk.
NEDERLANDS 11
5.6 PowerBoost
Deze functie activeert meer vermogen
voor de geschikte inductiekookzone en is
afhankelijk van de grootte van het
kookgerei. De functie kan maar voor een
beperkte periode worden geactiveerd.
Druk op
om de functie voor de
kookzone te activeren.
Het symbool wordt rood.
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld.
Raadpleeg voor maximale
tijdsduur 'Technische
gegevens'.
5.7 Timer
Timer met aftelfunctie
Gebruik deze functie om aan te geven
hoe lang een kookzone moet werken
tijdens een enkele kooksessie.
Stel de kookstand voor de juiste
kookzone in en daarna de functie.
1. Raak aan om de functie in te
schakelen of de tijd te wijzigen.
De timer toont 00 en de aanduidingen
en gaan op het display branden.
wordt rood en wordt wit.
Als de timer is wordt ingesteld,
verdwijnen alle aanduidingen na 4
seconden.
2. Raak
of aan om de tijd in te
stellen (00 - 99 minuten).
Na 3 seconden gaat de timer
automatisch aftellen. De aanduidingen
, en verdwijnen. blijft rood.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een
signaal en knippert 00. Om het signaal te
stoppen, raakt u aan.
De functie uitschakelen: raak aan. De
indicatielampjes en gaan branden.
Gebruik
of om 00 op het display in
te stellen. Of stel het warmteniveau in op
0. Nu klinkt een geluidssignaal en wordt
de timer geannuleerd.
CountUp Timer (De timer
met optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang een kookzone werkt.
Raak
tweemaal aan om de functie in
te schakelen.
De aanduiding wordt rood en de timer
gaat automatisch optellen.
De functie uitschakelen: raak aan.
Raak aan als de aanduidingen gaan
branden.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld maar de kookzones niet
werken.
Zet een pan op een kookzone om het
bedieningspaneel te zien.
1. Raak
aan totdat de aanduiding
rood wordt om de functie te
activeren.
2. Raak of aan om de tijd in te
stellen.
De functie wordt automatisch na 4
seconden gestart. De aanduidingen ,
en verdwijnen. blijft rood.
Als u de functie instelt, kunt u de pan
verwijderen.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een
signaal en knippert 00. Raak aan om
het signaal uit te schakelen.
De functie uitschakelen: raak aan. De
aanduidingen en gaan branden.
Gebruik of om 00 op het display in
te stellen.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzones.
5.8 Pauze
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
www.aeg.com12
Als de functie in werking is, zijn alle
andere symbolen op de
bedieningspanelen vergrendeld.
Als de functie actief is, kunnen de
symbolen en worden gebruikt.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Raak
aan om de functie in te
schakelen.
Het symbool wordt rood.De warmte-
instelling wordt verlaagd naar 1.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u aan. Het symbool wordt wit.De
voorgaande warmte-instelling gaat aan.
5.9 Blokkering
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookplaat in
werking is. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Raak
aan om de functie in te
schakelen.
Het symbool wordt rood en knippert.
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u
aan. Het symbool wordt wit
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
5.10 Kinderbeveiliging van de
kookplaat
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Schakel eerst de kookplaat in, maar stel
geen kookstand in.
Raak
aan totdat deze rood wordt om
de functie te activeren.
De bedieningsbalk verdwijnt.
De functie gedurende één kooksessie
activeren: Schakel de kookplaat in met
. gaat aan. Raak aan totdat
deze wit wordt. De bedieningsbalk
verschijnt. Stel de kookstand in binnen
50 seconden. U kunt het kooktoestel
bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met
is de functie nog steeds actief.
Om de functie volledig te deactiveren,
activeert u de kookplaat en stelt u geen
kookstand in. Raak aan totdat deze
wit wordt. De bedieningsbalk verschijnt.
Schakel de kookplaat uit.
5.11 PowerSlide
Deze functie maakt het u mogelijk de
temperatuur aan te passen door het
kookgerei naar een andere positie op de
inductiekookzone te bewegen.
Deze functie verdeelt de
inductiekookzone automatisch in drie
kookzones met verschillende warmte-
instellingen. De kookplaat neemt de
positie van de pan waar en past
vervolgens het van te voren ingestelde
vermogen aan.
De zoneaanduiding geeft beide zones
in een brug aan, zelfs als maar een
van de zones in gebruik is.
U kunt de warmte-instelling alleen
handmatig aanpassen als minstens
een van de zones automatisch wordt
geactiveerd.
U kunt de warmte-instelling voor elke
positie afzonderlijk wijzigen. Als u de
kookplaat uitschakelt, onthoudt hij uw
warme-instellingen en past deze de
volgende keer dat u de functie
inschakelt weer toe.
Als u de warmte-instelling wilt
wijzigen, tilt u de pan op en zet u hem
op een andere zone. Als u he
kookgerei verschuift, kunnen er
krassen en een verkleuring van het
oppervlak ontstaan.
1. Raak aan om de functie in te
schakelen.
Het symbool wordt rood en het
schuifpaneel geeft het vooraf ingestelde
vermogensniveau weer. Alle kookzones
werken gedurende 9 minuten.
2. Raak om het vermogen aan te
passen het schuifpaneel aan en kies
de geschikte warmte-instelling.
Het schuifpaneel geeft het aangepaste
vermogen weer.
Na 9 minuten klinkt er een geluidssignaal
en worden de lege kookzones
uitgeschakeld. Raak aan om deze
functie te hervatten.
NEDERLANDS 13
Voor het uitschakelen van de functie
raakt u aan. Het symbool wordt wit.
5.12 Hob²Hood
Het is een geavanceerde automatische
functie die de kookplaat op een speciale
afzuigkap aansluit. Zowel de kookplaat
als de afzuigkap heeft een
infraroodontvanger. De snelheid van de
ventilator wordt automatisch bepaald op
basis van de modusinstelling en de
temperatuur van de heetste pan op de
kookplaat. U kunt de ventilator van de
kookplaat handmatig bedienen.
Voor de meeste
afzuigkappen wordt het
afstandsbedieniningssysteem
uitgeschakeld. Inschakelen
voordat u de functie gebruikt.
Zie voor meer informatie de
gebruikershandleiding van de
afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 –
H6 om de functie automatisch te
bedienen. De kookplaat is oorspronkelijk
ingesteld op H5. De afzuigkap reageert
als u de kookplaat bedient. De kookplaat
herkent de temperatuur van de pannen
automatisch en stelt de snelheid van de
ventilator erop af.
De verlichting activeren
U kunt de kookplaat instellen om de
verlichting automatisch te activeren als u
de kookplaat aan zet. Zet daarvoor de
automatische modus op H1 – H6.
De verlichting van de
afzuigkap gaat uit 2 minuten
nadat u de kookplaat heeft
uitgeschakeld.
Automatische modi
Auto‐
mati‐
sche
ver‐
lich‐
ting
Koken
1)
Bak‐
ken
2)
Modus H0 Uit Uit Uit
Auto‐
mati‐
sche
ver‐
lich‐
ting
Koken
1)
Bak‐
ken
2)
Modus H1 Aan Uit Uit
Modus
H2
3)
Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Modus H3 Aan Uit Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Modus H4 Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Modus H5 Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Ventila‐
torsnel‐
heid 2
Modus H6 Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 2
Ventila‐
torsnel‐
heid 3
1)
De kookplaat detecteert het kookproces en ac‐
tiveert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de
automatische modus.
2)
De kookplaat detecteert het bakproces en acti‐
veert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de au‐
tomatische modus.
3)
Deze modus activeert de ventilator en de ver‐
lichting en reageert niet op de temperatuur.
De automatische modus
veranderen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Raak 3 seconden aan.
Het display gaat aan en uit.
3. Raak 3 seconden aan.
4. Raak een paar keer aan tot
aan gaat.
5. Raak
van de timer aan om een
automatische modus te selecteren.
Als u stopt met koken en de kookplaat
uitschakelt, kan de ventilator nog even
blijven werken. Daarna schakelt het
systeem de ventilator automatisch uit en
www.aeg.com14
wordt voorkomen dat u de ventilator per
ongeluk de komende 30 seconden
activeert.
Schakel de automatische
modus van de functie uit om
de kookplaat direct te
bedienen op het
kookplaatpaneel.
De ventilatorsnelheid
handmatig bedienen
U kunt de ventilator van de kookplaat
handmatig bedienen.
Raak
aan als de kookplaat actief is.
Dit schakelt de automatische bediening
van de functie uit zodat u de
ventilatorsnelheid handmatig kunt
veranderen.
Als u op drukt, wordt de
ventilatorsnelheid met één verhoogd. Als
u een intensief niveau bereikt en weer op
drukt, stelt u de ventilatorsnelheid in
op 0 waardoor de afzuigkapventilator
uitschakelt. Om de ventilator weer te
starten met ventilatorsnelheid 1, raakt u
aan.
Schakel de kookplaat uit en
weer aan om de
automatische bediening van
de functie te activeren.
5.13 OffSound Control (De
geluiden in- en uitschakelen)
Schakel eerst de kookplaat uit.
1. Raak 3 seconden aan om de
functie in te schakelen.
Het display gaat aan en uit.
2. Raak 3 seconden aan.
of gaat aan.
3. Raak aan om één van het
volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
4. Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat
automatisch uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de
geluiden alleen horen als:
u aanraakt
Kookwekker naar beneden komt
Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
5.14 Vermogensbeheer-
functie
De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van
de kookplaat. Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een
enkele fase de 3700 W overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones
aangesloten op dezelfde fase.
Voor kookzones met verminderd
vermogen toont het bedieningspaneel
alleen de maximaal mogelijke
warmte-instellingen.
De activering van de functie is
afhankelijk van de grootte en het
aantal van de pannen
NEDERLANDS 15
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk
elektromagnetisch veld
ervoor dat het kookgerei erg
snel heet wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt door
de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
water op de hoogste kookstand
binnen korte tijd wordt verwarmd.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
Zorg ervoor dat bodems
schoon en droog zijn voordat
ze op de kookplaat worden
gezet.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Raadpleeg "Technische
gegevens".
6.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt
van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand en
als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
6.3 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
6.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand
verhoogt, is dit niet proportioneel met de
toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat een
kookzone op de medium kookstand
minder dan de helft van het vermogen
gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
www.aeg.com16
Verwar‐
mingsstand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
1 Bereide gerechten warmhou‐
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: bo‐
ter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten, ge‐
bakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk‐
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo
veel vocht toe als rijst en roer
gerechten op melkbasis hal‐
verwege de procedure door.
3 - 4 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 - 45 Voeg een paar eetlepels vocht
toe.
4 - 5 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
4 - 5 Bereiden van grotere hoeveel‐
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediën‐
ten
6 - 7 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko‐
teletten, rissoles, worstjes, le‐
ver, roux, eieren, pannenkoe‐
ken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
7 - 8 Door-en-door gebraden, opge‐
bakken aardappelen, lenden‐
biefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou‐
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. PowerBoost is ge‐
activeerd.
6.5 Praktische tips voor
Hob²Hood
Als u de kookplaat bedient met de
functie:
Bescherm het afzuigkappaneel tegen
direct zonlicht.
Breng geen halogeenverlichting aan
in het afzuigkappaneel.
Dek het bedieningspaneel van de
afzuigkap niet af.
Onderbreek het signaal tussen de
kookplaat en de afzuigkap niet
(bijvoorbeeld met een hand of een
handgreep van een pan). Zie de
afbeelding.
De afzuigkap in de afbeelding is
slechts een voorbeeld.
NEDERLANDS 17
Andere op afstand bediende
apparaten kunnen het
signaal hinderen. Gebruik
geen op afstand bedienbare
apparaten op het moment
dat u de functie op de
kookplaat gebruikt.
Afzuigkappen met de Hob²Hood
functie
Zie de consumentenwebsite voor de
volledige reeks afzuigkappen die met
deze functie werken. De AEG-
afzuigkappen die met deze functie
werken moeten het symbool hebben.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd kookgerei met een
schone bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
7.2 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten
kunststof, plastic folie, suiker en
suikerhoudend voedsel, anders kan
dit schade aan de kookplaat
veroorzaken. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen. Gebruik
de speciale schraper op de glazen
plaat en verwijder resten door het
blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel. Droog
de kookplaat na reiniging af met een
zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
www.aeg.com18
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Problemen oplossen
Storing Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de kookplaat niet in‐
schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aange‐
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan‐
sluitdiagram.
De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erkende
installateur.
U hebt twee of meer tiptoet‐
sen tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te‐
gelijk aan.
Pauze is in werking. Raadpleeg "Dagelijks ge‐
bruik".
Er ligt water of er zitten vet‐
spatten op het bedienings‐
paneel.
Reinig het bedieningspa‐
neel.
U kunt de maximale warmte‐
stand niet instellen voor één
van de kookzones.
De andere zones verbruiken
het maximaal beschikbare
vermogen.
Uw kookplaat werkt correct.
Verlaag de warmtestand van
de andere kookzones die op
dezelfde fase zijn aangeslo‐
ten.
Zie "Energiebeheer".
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uitge‐
schakeld.
Er weerklinkt een geluidssig‐
naal als de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoet‐
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit.
U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
De restwarmte-indicator gaat
niet aan.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is be‐
diend of de sensor bescha‐
digd is.
Als de kookzone lang ge‐
noeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten‐
service.
NEDERLANDS 19
Storing Mogelijke oorzaak oplossing
Hob²Hood werkt niet? U dekt het bedieningspaneel
af.
Verwijder het voorwerp van
het bedieningspaneel.
U maakt gebruik van een he‐
le grote pan die het signaal
blokkeert.
Gebruik een kleinere pan,
verander van kookzone of
bedien de afzuigkap hand‐
matig.
De sensorvelden worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie‐
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones in‐
dien nodig.
Er klinkt geen geluidsignaal
wanneer u de sensorvelden
van het bedieningspaneel
aanraakt.
De signalen zijn uit. Activeer het geluid. Raad‐
pleeg "Dagelijks gebruik".
gaat branden.
Kinderbeveiliging van de
kookplaat of Blokkering
werkt.
Raadpleeg "Dagelijks ge‐
bruik".
en een getal gaat bran‐
den.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
Schakel de kookplaat uit en
na 30 seconden weer in. Als
weer aangaat, trek dan
de stekker van de kookplaat
uit het stopcontact. Steek de
stekker van de kookplaat er
na 30 seconden weer in. Als
het probleem zich blijft voor‐
doen neem dan contact op
met een erkend servicecen‐
trum.
U kunt een constant piepge‐
luid horen.
De elektrische aansluiting is
onjuist.
Trek de stekker van de
kookplaat uit het stopcon‐
tact. Laat de installatie con‐
troleren door een erkende
elektricien.
8.2 Als u het probleem niet
kunt oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Verzeker
u ervan dat u de kookplaat correct
gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het
apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
www.aeg.com20
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

AEG IKE96654IB Manuel utilisateur

Taper
Manuel utilisateur

dans d''autres langues