VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
In deze handleiding vindt u aanwijzingen voor het functioneren van uw apparaat, en de veiligheids-
en voorzorgsmaatregelen die in acht moeten worden genomen. Leest u dit document aandachtig
door voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar dit document als naslagwerk. Deze instructies
moeten eerst goed gelezen en begrepen worden alvorens het apparaat te gebruiken.
Ontplofngs- en brandgevaarlijk!
Een opladende accu kan explosief gas uitstoten.
Let op : zuur-projectie gevaar !
• Draag altijd een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen.
• In geval van oog- of huidcontact, meteen met water afspoelen en onmiddellijk een arts raadplegen.
INSTRUCTIES VOOR HET CONTROLEREN VAN DE STAAT VAN DE ACCU
1. Om een test op een nauwkeurige manier te kunnen uitvoeren, moet het voertuig minimaal 10 minuten uitgeschakeld
zijn OF : schakel de koplampen van het voertuig gedurende drie minuten aan, en doe ze vervolgens weer uit.
2. Eerst de zwarte klem aansluiten op de negatieve (-) pool van de accu. Sluit vervolgens de rode klem aan op de
positieve pool van de accu.
Altijd als eerste de zwarte klem aansluiten.
3.
Staat van de accu
12.6. V
LED-lampjes : Rood
- Groen - Geel
Full
- Wanneer de 3 LED-lampjes (rood, groen, geel) die de staat van de
accu weergeven gaan branden, is de accu volledig opgeladen (>
12,6 V).
12.0 V
LED-lampjes : Rood
- Geel
50%
- Wanneer de rode en gele LED-lampjes gaan branden is de accu
licht ontladen. De accu kan weer opgeladen worden. (> 12,0 V)
11.5 V
LED-lampje : Rood
Low
- Wanneer enkel het rode LED-lampje brandt, is de accu ontladen,
en moet deze onmiddellijk opgeladen worden. (< 11,5 V)
4.
Voor bepaalde accu’s met een grote capaciteit kan de gele dynamo-output LED gaan
branden. Dit betekent dat de accu volledig is opgeladen.
VOORSCHRIFTEN VOOR HET CONTROLEREN VAN DE SPANNING AAN DE OUTPUT VAN DE DYNAMO
1. Eerst de zwarte klem aansluiten op de negatieve (-) pool van de accu. Sluit vervolgens de rode klem aan op de
positieve pool van de accu.
Altijd als eerste de zwarte klem aansluiten. Verzekert u zich ervan dat de kabels en
de tester zich op veilige afstand van opwarmende en bewegende onderdelen van de
motor bevinden.
2. Start het voertuig op, en laat de motor draaien tot 2000 toeren per minuut gedurende enkele seconden.
3.
Tension à la sortie de l’alternateur
15.5 V
Rode LED
Over-voltage regulator
failure
- Als het rode LED-lampje van het gedeelte "Charging Alterna-
tor Output" brandt, is de dynamo te krachtig of defect.
14.5 V
Groene LED
-lampje
Max. charger voltage
- Als het groene LED-lampje gaat branden is de dynamo in
goede staat.
13.2 V
Gele LED-lampje
Charger and Alternator
charging
- Als het gele LED-lampje brandt, is de dynamo zwak.
-
Geen enkel
LED-lampje
-
- Wanneer geen enkel LED-lampje brandt, is de dynamo te
zwak of defect.
7
BT 001
NL
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing