• Snoeren voor dit product en overeenkomende
snoeren voor andere producten hebbern mogelijk
verschillende kleuren ookal is de functie van de
snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van
dit product met een ander product daarom de
handleiding van beide producten en verbind de
snoeren met dezelfde functie met elkaar.
Opmerking:
• Dit apparaat is bestemd voor inbouw in voertuigen
met een negatief geaarde 12-volts accu. Alvorens u het
installeert in een auto, bus, vrachtwagen of ander voer-
of vaartuig, dient u eerst te kontroleren of de
accuspanning de juiste is.
• Om kortsluiting te vermijden, dient u vooral voor het
installeren de negatieve
≠
accukabel los te maken.
• Zie voor het aansluiten van de eindversterker en
andere apparatuur de gebruiksaanwijzing en volg de
aanwijzingen nauwgezet op.
• Houd de bedrading op zijn plaats met kabelklemmen
of met isolatieband. Wikkel ter bescherming ook
isolatieband om de bedrading waar deze de metalen
oppervlakken van de auto raakt.
•
Leid de bedrading altijd zo dat deze niet in aanraking
kan komen met bewegende onderdelen zoals de
versnellingspook, de handrem en de geleiderails van de
stoelen. Zet de bedrading stevig vast en vermijd ook
plaatsen die warm worden, zoals bij een
uitblaasopening van de autoverwarming. Als de
isolatie smelt of door beweging doorslijt, zou er
kortsluiting kunnen onstaan.
• Leid de gele draad niet door het brandschot naar de
motorruimte voor aansluiting op de accu. Hierbij is de
kans groot op beschadiging van de isolatie en zeer
gevaarlijke kortsluiting.
• Maak de bedrading niet korter. Bij inkorten van de
bedrading kan het beveiligingscircuit niet in werking
treden wanneer dat nodig is.
• Tap geen stroom af van de bedrading door een stukje
isolatie te verwijderen en een andere draad aan de
kerndraad te verbinden. Hierdoor kan de maximale
stroomcapaciteit van de draad overschreden worden,
met als gevolg oververhitting.
• Wanneer u de zekering vervang moet u uitsluitend een
zekering gabruiken van het vermogen zoals
aangegeven staat op dit toetel.
• Aangezien er gebruik is gemaakt van een uniek BPTL
circuit, mag u de luidsprekersnoeren nooit rechtstreeks
met de aarde verbinden en mag u ook niet de
negatieve ≠ luidsprekerdraden gemeenschappelijk
aansluiten.
• De op dit toestel aangesloten luidsprekers moesten in
staat zijn hoge vermogens te verwerken, met een
minimum opgegeven vermogen van
50W
en een
impedantie van 4 tot 8 Ohm. Sluit u luidsprekers aan
die niet aan deze eisen voldoen, dan bestaat er de kans
dat de luidsprekers in brand vliegen, beginnen te roken
of anderszins beschadigd raken.
• Wanneer de signaalbron van dit product aan (ON)
staat, wordt er een controlesignaal geproduceerd via
de blauw/witte draad. Sluit deze aan op een systeem-
afstandsbediening van een externe power versterker,
of op de auto-antenne relais bedieningsaansluiting van
de auto zelf (max. 300 mA 12 Volt gelijkstroom). Als
de auto voorzien is van een glas-antenne, dient u de
aansluiting te maken op de aansluiting van de
stroomvoorziening van de antennebooster.
• Als u met dit apparaat een externe eindversterker
gebruikt, let dan op dat u niet de blauw/witte draad
aansluit op de stroomvoorzieningsaansluiting van de
eindversterker. Sluit de blauw/witte draad ook niet aan
op de stroomaansluiting van de auto-antenne. Een
dergelijke aansluiting kan een te grote stroomafname
en daarmee storing veroorzaken.
• Om kortsluiting te voorkomen dient u de losse draad
te isoleren met isolatieband. U moet ook eventueel
ongebruikte luidsprekerdraden netjes isoleren. Doet u
dit niet, dan blijft er gevaar van kortsluiting dreigen.
• Bij inbouw van dit apparaat in een auto waarvan het
kontaktslot geen “ACC” stand heeft, dient u de rode
stroomdraad van dit apparaat aan te sluiten op een
aansluitpunt waarvan de stroom wordt in- en
uitgeschakeld door ON/OFF zetten van het
kontaktsleuteltje. Als u deze stroomdraad aansluit op
een punt dat altijd stroom krijgt, kan de accu
leegraken als u de auto enkele uren ongebruikt laat.
• De zwarte draad is de aardedraad. Aard deze draad
gescheiden van de aarde van toestellen met een hoog
vermogen, bijvoorbeeld eindversterkers.
De toestellen zouden namelijk mogelijk worden
beschadigd of er worde brand veroorzaakt indien u dit
toestel tezamen met andere toestellen aardt en de
aarde wordt ontkoppeld.
Aansluitschema (Afb. 1)
1. Dit product
2. Vooruitgang
3. Uitgang achter of subwoofer uitgang
4. Antenne-aansluiting
5. Zekering (10 A)
6. AUX-ingangspenaansluiting (3.5 ø)
7. Opmerking:
Gebruik een kabel met een stereo ministekker
voor het aansluiten van externe apparatuur.
8. Aansluiting voor adapters voor de
afstandsbediening met draad
Lees de handleiding van de adapters voor de
afstandsbediening met draad (los verkrijgbaar).
9. Opmerking:
De functie van 3* en 5* is mogelijk versc
hillend afhankelijk van het type auto. Indien dit
het geval is moet u 2* met 5* en 4* met 3*
verbinden.
10. Verbind de draden van dezelfde kleur met elkaar.
11. Dopje (1*)
Niet verwijderen indien u deze aansluiting niet
gebruikt.
12. Geel (3*)
Ondersteuning (of accessoire)
13. Geel (2*)
Naar de aansluiting die altijd van stroom voorzien
wordt onafhankelijk van de stand van het kontact.
14. Rood (5*)
Accessoire (of ondersteuning)
15. Rood (4*)
Naar de door het kontact (12 Volt gelijkstroom)
(ON/OFF) geregelde elektrische aansluiting.
16. Zwart (aarde)
Naar de (metalen) carrosserie van het voertuig.
17. ISO aansluiting
Opmerking:
In bepaalde auto’s is de ISO aansluiting mogelijk
in tweeën verdeeld. U moet in dat geval een
verbinding met beide aansluitingen maken.
18. Geel/zwart
Als u apparatuur gebruikt die voorzien is van een
‘mute’ functie (tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave), dient u deze draad te verbinden
met de bijbehorende ‘Audio Mute’ draad van de
gebruikte apparatuur. Als u de draad niet
gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat deze
nergens contact mee kan maken.
19. Luidsprekerdraden
Wit : Linksvoor +
Wit/zwart : Linksvoor ≠
Grijs : Rechtsvoor +
Grijs/zwart : Rechtsvoor ≠
Groen : Linksachter + of Subwoofer +
Groen/zwart : Linksachter ≠ of Subwoofer ≠
Paars : Rechtsachter + of Subwoofer +
Paars/zwart : Rechtsachter ≠ of Subwoofer ≠
20. Aansluitsnoeren met RCA stekkers
(los verkrijgbaar)
21. Eindversterker (los verkrijgbaar)
22. Blauw/wit
Naar de systeembedieningsaansluiting van de
eindversterker (max. 300 mA 12 Volt
gelijkstroom).
23. Systeem-afstandsbediening
24. Blauw/wit (7*)
Naar auto-antenne relaisbedieningsaansluiting
(max. 300 mA 12 Volt gelijkstroom).
25. Blauw/wit (6*)
26. De penposities van de ISO stekker kunnen
verschillen afhankelijk van het soort voortuig.
Sluit 6* en 7* aan wanneer Pen 5 van het
antenne-bedieningstype is. In andersoortige
voortuigen mag u 6* en 7* nooit aansluiten.
27. Voor-luidspreker
28. Links
29. Rechts
30. Achter-luidspreker of subwoofer
31. Maak deze verbindingen wanneer u de los
verkrijgbare versterker gebruikt.
32. Opmerking:
Verander de basisinstelling van dit toestel (zie
bladzijde de Gebruiksaanwijzing). De subwoofer
weergave van dit toestel is in mono.
Aansluiten van de apparatuur <NEDERLANDS>
ACC stand
A
C
C
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
Geen ACC stand
èËϘ‡ÌËfl:
• чÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó Ô‰̇Á̇˜ÂÌÓ ‰Îfl
‡‚ÚÓÏÓ·ËÎÂÈ Ò ·‡Ú‡ÂÈ 12 ‚ÓÎ¸Ú Ë ÓÚˈ‡ÚÂθÌ˚Ï
Á‡ÁÂÏÎÂÌËÂÏ. è‰ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍÓÈ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ‚
Ú‡ÌÒÔÓÚÌÓÏ Ò‰ÒÚ‚Â ‰Îfl ÓÚ‰˚ı‡, „ÛÁÓ‚ÓÏ
‡‚ÚÓÏÓ·ËΠËÎË ‡‚ÚÓ·ÛÒ ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ ÔÓ‚ÂËÚ¸
̇ÔflÊÂÌË ·‡Ú‡ÂË.
• ÑÎfl ÚÓ„Ó, ˜ÚÓ·˚ ËÁ·Âʇڸ ÍÓÓÚÍÓ„Ó Á‡Ï˚͇ÌËfl
‚ ˝ÎÂÍÚ˘ÂÒÍÓÈ ÒËÒÚÂÏÂ, Ô‰ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍÓÈ
Ó·flÁ‡ÚÂθÌÓ ÓÚÒÓ‰ËÌËÚ ͇·Âθ ·‡Ú‡ÂË ≠.
• éÁ̇ÍÓϸÚÂÒ¸ Ò ËÌÙÓχˆËÂÈ ÔÓ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌ˲
ÛÒËÎËÚÂÎfl ÏÓ˘ÌÓÒÚË Ë ‰Û„Ëı ÛÒÚÓÈÒÚ‚,
Ô˂‰ÂÌÌÓÈ ‚ ËÌÒÚÛ͈ËË ÔÓ ˝ÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËË, Á‡ÚÂÏ
‚˚ÔÓÎÌËÚ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌË ‰ÓÎÊÌ˚Ï Ó·‡ÁÓÏ.
• á‡ÍÂÔËÚ ÔÓ‚Ó‰‡ ͇·ÂθÌ˚ÏË Á‡ÊËχÏË ËÎË
ÎËÔÍÓÈ ÎÂÌÚÓÈ. ÑÎfl Á‡˘ËÚ˚ ÔÓ‚Ó‰Ó‚ ÒΉÛÂÚ
Ó·ÏÓÚ‡Ú¸ Ëı ÎËÔÍÓÈ ÎÂÌÚÓÈ ‚ ÚÂı ÏÂÒÚ‡ı, „‰Â ÓÌË
ÒÓÔË͇҇˛ÚÒfl Ò ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍËÏË ˜‡ÒÚflÏË.
• èӂ‰ËÚÂ Ë Á‡ÍÂÔËÚ ‚Ò ÔÓ‚Ó‰‡ Ú‡ÍËÏ
Ó·‡ÁÓÏ, ˜ÚÓ·˚ ÓÌË Ì ÔË͇҇ÎËÒ¸ Í Í‡ÍËÏ-ÎË·Ó
‰‚Ë„‡˛˘ËÏÒfl ˜‡ÒÚflÏ, ̇ÔËÏ ˚˜‡„Û
ÔÂÂÍβ˜ÂÌËfl ÍÓÓ·ÍË Ô‰‡˜, Û˜ÌÓÏÛ ÚÓÏÓÁÛ
Ë Ì‡Ô‡‚Îfl˛˘ËÏ ÒˉÂÌËÈ. ç ÔÓ‚Ó‰ËÚ ÔÓ‚Ó‰‡ ‚
ÏÂÒÚ‡ı, ÔÓ‰‚ÂÊÂÌÌ˚ı ‚ÓÁ‰ÂÈÒڂ˲ ‚˚ÒÓÍÓÈ
ÚÂÏÔ‡ÚÛ˚, ̇ÔËÏÂ, fl‰ÓÏ Ò ‚˚ÔÛÒÍÓÏ
ӷӄ‚‡ÚÂÎfl. Ç ÒÎÛ˜‡Â ‡ÒÔ·‚ÎÂÌËfl ËÎË Ó·˚‚‡
ËÁÓÎflˆËË ÒÛ˘ÂÒÚ‚ÛÂÚ ÓÔ‡ÒÌÓÒÚ¸ ÍÓÓÚÍÓ„Ó
Á‡Ï˚͇ÌËfl ÔÓ‚Ó‰Ó‚ ̇ ÍÓÔÛÒ ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl.
• ç ÔÓ‚Ó‰ËÚ ÊÂÎÚ˚È ÔÓ‚Ó‰ ˜ÂÂÁ ÓÚ‚ÂÒÚË ‚
ÏÓÚÓÌÓÏ ÓÚÒÂÍ ‰Îfl ÚÓ„Ó, ˜ÚÓ·˚ ÔÓ‰Íβ˜ËÚ¸
Â„Ó Í ·‡Ú‡ÂÂ. ùÚÓ Ô˂‰ÂÚ Í ÔÓ‚ÂʉÂÌ˲
ËÁÓÎflˆËË ÔÓ‚Ó‰‡ Ë Ó˜Â̸ ÓÔ‡ÒÌÓÏÛ ÍÓÓÚÍÓÏÛ
Á‡Ï˚͇Ì˲.
• ç ÛÍÓ‡˜Ë‚‡ÈÚ ͇ÍËÂ-ÎË·Ó ÔÓ‚Ó‰‡. èË
ÛÍÓ‡˜Ë‚‡ÌËË ÔÓ‚Ó‰‡ ˆÂÔ¸ Á‡˘ËÚ˚ ÏÓÊÂÚ ÌÂ
Ò‡·ÓÚ‡Ú¸ ‚ ÌÛÊÌ˚È ÏÓÏÂÌÚ.
• çËÍÓ„‰‡ Ì ÔÓ‰‡‚‡ÈÚ ˝ÎÂÍÚÓÔËÚ‡ÌË ̇ ‰Û„ÓÂ
Ó·ÓÛ‰Ó‚‡ÌË ÔÓÒ‰ÒÚ‚ÓÏ ÒÌflÚËfl ËÁÓÎflˆËË
ÒËÎÓ‚Ó„Ó Í‡·ÂÎfl ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ Ë ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl Â„Ó Í
ÔÓ‚Ó‰Û. èÓÔÛÒÍ̇fl ÒÔÓÒÓ·ÌÓÒÚ¸ ÔÓ‚Ó‰‡ ÔÓ
ÚÓÍÛ ·Û‰ÂÚ Ô‚˚¯Â̇, ˜ÚÓ Ô˂‰ÂÚ Í Ô„‚Û.
• èË Á‡ÏÂÌ Ô·‚ÍÓ„Ó Ô‰Óı‡ÌËÚÂÎfl
Ó·flÁ‡ÚÂθÌÓ ËÒÔÓθÁÛÈÚ Ô‰Óı‡ÌËÚÂθ Ò
ÌÓÏË̇ÎÓÏ, Û͇Á‡ÌÌÓÏ Ì‡ ˝ÚÓÏ ÏÓ‰ÛÎÂ.
• Ç Ò‚flÁË Ò ÚÂÏ, ˜ÚÓ ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl ÛÌË͇θ̇fl ˆÂÔ¸
BPTL, Á‡Ô¢‡ÂÚÒfl ‚˚ÔÓÎÌflÚ¸ ÔÓ‚Ó‰ÍÛ Ú‡ÍËÏ
Ó·‡ÁÓÏ, ˜ÚÓ·˚ ÔÓ‚Ó‰‡ ‰Ë̇ÏËÍÓ‚
ÌÂÔÓÒ‰ÒÚ‚ÂÌÌÓ Á‡ÁÂÏÎflÎËÒ¸ ËÎË Î‚˚È Ë
Ô‡‚˚È ≠ ÔÓ‚Ó‰‡ ‰Ë̇ÏËÍÓ‚ ·˚ÎË Ó·˘ËÏË.
• ÑË̇ÏËÍË, ÔÓ‰Íβ˜ÂÌÌ˚Â Í ‰‡ÌÌÓÏÛ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Û,
‰ÓÎÊÌ˚ ËÏÂÚ¸ ‚˚ÒÓÍÛ˛ ÏÓ˘ÌÓÒÚ¸ Ò
ÏËÌËχθÌ˚Ï ÌÓÏË̇θÌ˚Ï Á̇˜ÂÌËÂÏ 50 ÇÚ Ë
ÔÓÎÌ˚Ï ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËÂÏ ÓÚ 4 ‰Ó 8 éÏ.
èÓ‰Íβ˜ÂÌË ‰Ë̇ÏËÍÓ‚ Ò ÏÓ˘ÌÓÒÚ¸˛ Ë/ËÎË
ÔÓÎÌ˚Ï ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËÂÏ, ÓÚ΢Ì˚ÏË ÓÚ
‚˚¯ÂÛ͇Á‡ÌÌ˚ı, ÏÓÊÂÚ ÔË‚ÂÒÚË Í ‚ÓÁ„Ó‡Ì˲
‰Ë̇ÏËÍÓ‚, ÔÓfl‚ÎÂÌ˲ ‰˚χ ËÎË ÔÓ‚ÂʉÂÌ˲
‰Ë̇ÏËÍÓ‚.
• èË ÔÓ‰‡˜Â ˝ÎÂÍÚÓÔËÚ‡ÌËfl ̇ ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó,
ÛÔ‡‚Îfl˛˘ËÈ Ò˄̇ΠÔ‰‡ÂÚÒfl ÔÓ
„ÓÎÛ·ÓÏÛ/·ÂÎÓÏÛ ÔÓ‚Ó‰Û. Ç˚ÔÓÎÌËÚÂ
ÒÓ‰ËÌÂÌËÂ Ò ‰ËÒڇ̈ËÓÌÌ˚Ï ÛÔ‡‚ÎÂÌËÂÏ
ÒËÒÚÂÏ˚ ÛÒËÎËÚÂÎfl ÏÓ˘ÌÓÒÚË ËÎË Ò ÍÎÂÏÏÓÈ
ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ÂΠ‡ÌÚÂÌÌ˚ ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl (χÍÒ. 300
ÏÄ 12 Ç ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó ÚÓ͇). ÖÒÎË ‚ ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎÂ
ËÏÂÂÚÒfl ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡Âχfl ̇ ÒÚÂÍÎÓ ‡ÌÚÂÌ̇,
‚˚ÔÓÎÌËÚ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËÂ Í ÍÎÂÏÏ ËÒÚÓ˜ÌË͇
ÔËÚ‡ÌËfl ‡ÌÚÂÌÌÓ„Ó ÛÒËÎËÚÂÎfl.
• ÖÒÎË Ò ÒËÒÚÂÏÓÈ ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl ‚̯ÌËÈ ÛÒËÎËÚÂθ
ÏÓ˘ÌÓÒÚË, ÌË ‚ ÍÓÂÏ ÒÎÛ˜‡Â Ì ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚÂ
„ÓÎÛ·ÓÈ/·ÂÎ˚È ÔÓ‚Ó‰ Í ÍÎÂÏÏ ËÒÚÓ˜ÌË͇
ÔËÚ‡ÌËfl ÛÒËÎËÚÂÎfl. ç ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚÂ
„ÓÎÛ·ÓÈ/·ÂÎ˚È ÔÓ‚Ó‰ Í ÍÎÂÏÏ ËÒÚÓ˜ÌË͇
ÔËÚ‡ÌËfl ‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ ‡ÌÚÂÌÌ˚. èÓ‰Ó·ÌÓÂ
ÔÓ‰Íβ˜ÂÌË ÏÓÊÂÚ ÔË‚ÂÒÚË Í ˜ÂÁÏÂÌÓÈ
Ûژ͠ÚÓ͇ Ë Ò·ÓflÏ ‚ ‡·ÓÚÂ.
• ÇÓ ËÁ·ÂʇÌË ÍÓÓÚÍÓ„Ó Á‡Ï˚͇ÌËfl, Ó·ÏÓÚ‡ÈÚÂ
ÓÚÍβ˜ÂÌÌ˚È ÔÓ‚Ó‰ ËÁÓÎflˆËÓÌÌÓÈ ÎÂÌÚÓÈ.
í‡ÍÊ ӷflÁ‡ÚÂθÌÓ ËÁÓÎËÛÈÚ ‚ÒÂ
ÌÂËÒÔÓθÁÛÂÏ˚ ÔÓ‚Ó‰‡ ‰Ë̇ÏËÍÓ‚. éÚÒÛÚÒÚ‚ËÂ
ËÁÓÎflˆËË Ì‡ ÔÓ‚Ó‰‡ı ÏÓÊÂÚ ÔË‚ÂÒÚË Í
ÍÓÓÚÍÓÏÛ Á‡Ï˚͇Ì˲.
• ÖÒÎË ‰‡ÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÎÂÌÓ ‚
‡‚ÚÓÏÓ·ËÎÂ, ̇ Á‡ÏÍ Á‡ÊË„‡ÌËfl ÍÓÚÓÓ„Ó ÌÂ
Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÓ ÔÓÎÓÊÂÌË Äëë (‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚Â
ÔË·Ó˚), ͇ÒÌ˚È ÔÓ‚Ó‰ ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ‰ÓÎÊÂÌ
·˚Ú¸ ÔÓ‰ÒÓ‰ËÌÂÌ Í ÍÎÂÏÏÂ, Ò‚flÁ‡ÌÌÓÈ Ò
ÔÂÂÍβ˜ÂÌËÂÏ Çäã/Çõäã ̇ Á‡ÏÍ Á‡ÊË„‡ÌËfl.
Ç ÔÓÚË‚ÌÓÏ ÒÎÛ˜‡Â ·‡Ú‡Âfl ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl ÏÓÊÂÚ
‡Áfl‰ËÚ¸Òfl, ÂÒÎË ‚˚ Ì ·Û‰ÂÚ Á‡‚Ó‰ËÚ¸
‡‚ÚÓÏÓ·Ëθ ‚ Ú˜ÂÌË ÌÂÒÍÓθÍËı ˜‡ÒÓ‚.
• óÂÌ˚È ÔÓ‚Ó‰ – ˝ÚÓ ÔÓ‚Ó‰ Á‡ÁÂÏÎÂÌËfl.
чÌÌ˚È ÔÓ‚Ó‰ ‰ÓÎÊÂÌ ·˚Ú¸ Á‡ÁÂÏÎÂÌ
ÓÚ‰ÂθÌÓ ÓÚ Á‡ÁÂÏÎÂÌËfl Ú‡ÍËı ÒËθÌÓÚÓ˜Ì˚ı
ÛÒÚÓÈÒÚ‚, Í‡Í ÛÒËÎËÚÂÎË ÏÓ˘ÌÓÒÚË.
ÖÒÎË ‚˚ ‚˚ÔÓÎÌËÚ Á‡ÁÂÏÎÂÌË ‚ÒÂı ÛÒÚÓÈÒÚ‚
‚ÏÂÒÚÂ Ë Á‡ÁÂÏÎÂÌË ÓÚÒÓ‰ËÌËÚÒfl, ˝ÚÓ ÏÓÊÂÚ
ÔË‚ÂÒÚË Í ÔÓ‚ÂʉÂÌ˲ ÛÒÚÓÈÒÚ‚ ËÎË
‚ÓÁÌËÍÌÓ‚ÂÌ˲ ÔÓʇ‡.
á‡ÏÓÍ Á‡ÊË„‡ÌËfl, ̇
ÍÓÚÓÓÏ ÌÂ
Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÓ
ÔÓÎÓÊÂÌËÂ Äëë
á‡ÏÓÍ Á‡ÊË„‡ÌËfl, ̇
ÍÓÚÓÓÏ
Ô‰ÛÒÏÓÚÂÌÓ
ÔÓÎÓÊÂÌËÂ Äëë
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
A
C
C
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
• 䇷ÂÎË ‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ Ë ‰Û„Ëı
ÛÒÚÓÈÒÚ‚ ÏÓ„ÛÚ ·˚Ú¸ ‡ÁÌÓ„Ó ˆ‚ÂÚ‡,
ÌÂÒÏÓÚfl ̇ ÚÓ ˜ÚÓ, ÓÌË ‚˚ÔÓÎÌfl˛Ú
Ó‰Ë̇ÍÓ‚˚ ÙÛÌ͈ËË. èË ÒÓ‰ËÌÂÌËË ‰‡ÌÌÓ„Ó
ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ Ò ‰Û„ËÏ ÛÒÚÓÈÒÚ‚ÓÏ,
ÓÁ̇ÍÓϸÚÂÒ¸ Ò ËÌÒÚÛ͈ËflÏË Í‡Ê‰Ó„Ó
ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ Ë ÒÓ‰ËÌËÚ ͇·ÂÎË, ‚˚ÔÓÎÌfl˛˘ËÂ
Ó‰Ë̇ÍÓ‚˚ ÙÛÌ͈ËË.
èÓ‰Íβ˜ÂÌË ÛÒÚÓÈÒÚ‚
<PYCCKàâ>
ëıÂχ ÒÓ‰ËÌÂÌËÈ (êËÒ. 1)
1. чÌÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó
2. è‰ÌËÈ ‚˚ıÓ‰
3. ᇉÌËÈ ‚˚ıÓ‰ ËÎË ‚˚ıÓ‰ ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌÓ„Ó
‰Ë̇ÏË͇
4. ÉÌÂÁ‰ÌÓ ‡ÌÚÂÌÌ˚
5. è‰Óı‡ÌËÚÂθ (10 A)
6. ÇıÓ‰ÌÓ „ÌÂÁ‰Ó AUX (3.5 ø)
7. èËϘ‡ÌËÂ:
àÒÔÓθÁÛÈÚ ÒÚÂÂÓ͇·Âθ Ò ÏËÌË-¯ÚÂÍÂÓÏ
‰Îfl ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl ‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌÓÈ
‡ÔÔ‡‡ÚÛ˚.
8. ÉÌÂÁ‰Ó ‰Îfl ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl ‡‰‡ÔÚÂÓ‚
ÔÓ‚Ó‰ÌÓ„Ó ÔÛθڇ ‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó
ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl
éÔËÒ‡ÌË ‡‰‡ÔÚÂÓ‚ ÔÓ‚Ó‰ÌÓ„Ó ÔÛθڇ
‰ËÒڇ̈ËÓÌÌÓ„Ó ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl
ÓÚ‰ÂθÌÓ) Ô˂‰ÂÌÓ ‚ àÌÒÚÛ͈ËË ÔÓ
˝ÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËË.
9. èËϘ‡ÌËÂ:Ç Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÚËÔ‡
‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl ÙÛÌ͈ËË ¯ÚÂÍÂÓ‚ 3* Ë 5* ÏÓ„ÛÚ
ÓÚ΢‡Ú¸Òfl. Ç ˝ÚÓÏ ÒÎÛ˜‡Â Ó·flÁ‡ÚÂθÌÓ
ÒÓ‰ËÌËÚ ¯ÚÂÍ 2* ÒÓ ¯ÚÂÍÂÓÏ 5* Ë ¯ÚÂÍÂ
4* ÒÓ ¯ÚÂÍÂÓÏ 3*.
10.ëÓ‰ËÌËÚ ‰Û„ Ò ‰Û„ÓÏ ÔÓ‚Ó‰‡ Ó‰ÌÓ„Ó
ˆ‚ÂÚ‡.
11. äÓÎÔ‡˜ÓÍ (1*)
ç ÒÌËχÈÚ ÍÓÎÔ‡˜ÓÍ, ÂÒÎË ‰‡Ì̇fl ÍÎÂÏχ
Ì ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl.
12. ÜÂÎÚ˚È (3*)
êÂÁ‚Ì˚È (ËÎË ‚ÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚È)
13. ÜÂÎÚ˚È (2*)
ä ÍÎÂÏÏÂ, ‚Ò„‰‡ ̇ıÓ‰fl˘ÂÈÒfl ÔÓ‰
̇ÔflÊÂÌËÂÏ, ÌÂÁ‡‚ËÒËÏÓ ÓÚ ÔÓÎÓÊÂÌËfl
Á‡Ï͇ Á‡ÊË„‡ÌËfl.
14. ä‡ÒÌ˚È (5*)
ÇÒÔÓÏÓ„‡ÚÂθÌ˚È (ËÎË ÂÁ‚Ì˚È)
15. ä‡ÒÌ˚È (4*)
ä ˝ÎÂÍÚ˘ÂÒÍÓÈ ÍÎÂÏÏÂ, ÍÓÌÚÓÎËÛÂÏÓÈ
Á‡ÏÍÓÏ Á‡ÊË„‡ÌËfl (12 Ç ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó ÚÓ͇)
Çäã/Çõäã.
16. óÂÌ˚È (Á‡ÁÂÏÎÂÌËÂ)
ä (ÏÂÚ‡Î΢ÂÒÍÓÏÛ) ÍÓÔÛÒÛ ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl
17. ê‡Á˙ÂÏ ISO
èËϘ‡ÌËÂ:
Ç ÌÂÍÓÚÓ˚ı ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎflı ‡Á˙ÂÏ ISO ÏÓÊÂÚ
·˚Ú¸ ‚˚ÔÓÎÌÂÌ ‚ ‚ˉ ‰‚Ûı ‡Á˙ÂÏÓ‚. Ç ˝ÚÓÏ
ÒÎÛ˜‡Â ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ ÔÓ‰Íβ˜ËÚ¸ ͇·ÂÎË Í
Ó·ÓËÏ ‡Á˙ÂχÏ.
18. ÜÂÎÚ˚È/˜ÂÌ˚È
ÖÒÎË ‚˚ ÔÓθÁÛÂÚÂÒ¸ ÛÒÚÓÈÒÚ‚ÓÏ, ̇
ÍÓÚÓÓÏ Ô‰ÛÒÏÓÚÂ̇ ÙÛÌ͈Ëfl
ÓÚÍβ˜ÂÌËfl Á‚Û͇, ÔÓ‰Íβ˜ËÚ ‰‡ÌÌ˚È
ÔÓ‚Ó‰ Í ÔÓ‚Ó‰Û ÓÚÍβ˜ÂÌËfl Á‚Û͇ ̇
ÛÒÚÓÈÒÚ‚Â. Ç ÔÓÚË‚ÌÓÏ ÒÎÛ˜‡Â, ÌÂ
ÔÓ‰Íβ˜‡ÈÚ ÔÓ‚Ó‰ ÓÚÍβ˜ÂÌËfl Á‚Û͇ Í
‰Û„ËÏ ÒÓ‰ËÌÂÌËflÏ.
19. èÓ‚Ó‰‡ ‰Ë̇ÏËÍÓ‚
ÅÂÎ˚È : è‰ÌËÈ Î‚˚È +
ÅÂÎ˚È/˜ÂÌ˚È : è‰ÌËÈ Î‚˚È ≠
ëÂ˚È : è‰ÌËÈ Ô‡‚˚È +
ëÂ˚È/˜ÂÌ˚È : è‰ÌËÈ Ô‡‚˚È ≠
áÂÎÂÌ˚È :
ᇉÌËÈ Î‚˚È
+
ËÎË
çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
+
áÂÎÂÌ˚È/˜ÂÌ˚È :
ᇉÌËÈ Î‚˚È
≠
ËÎË
çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
≠
îËÓÎÂÚÓ‚˚È :
ᇉÌËÈ Ô‡‚˚È
+
ËÎË
çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
+
îËÓÎÂÚÓ‚˚È/˜ÂÌ˚È :
ᇉÌËÈ Ô‡‚˚È
≠
ËÎË
çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
≠
20. ëÓ‰ËÌËÚÂθÌ˚ ͇·ÂÎË ÒÓ ¯ÚÂ͇ÏË RCA
(ÔÓ‰‡˛ÚÒfl ÓÚ‰ÂθÌÓ)
21. ìÒËÎËÚÂθ ÏÓ˘ÌÓÒÚË (ÔÓ‰‡ÂÚÒfl ÓÚ‰ÂθÌÓ)
22.ÉÓÎÛ·ÓÈ/·ÂÎ˚È
ä ÍÎÂÏÏ ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ÒËÒÚÂÏÓÈ ÛÒËÎËÚÂÎfl
ÏÓ˘ÌÓÒÚË (χÍÒ. 300 ÏÄ 12 Ç ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó
ÚÓ͇).
23.ÑËÒڇ̈ËÓÌÌÓ ÛÔ‡‚ÎÂÌË ÒËÒÚÂÏ˚
24.ÉÓÎÛ·ÓÈ/·ÂÎ˚È (7*)
ä ÍÎÂÏÏ ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl ÂΠ‡‚ÚÓÏÓ·ËθÌÓÈ
‡ÌÚÂÌÌ˚ (χÍÒ. 300 ÏÄ 12 Ç ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó
ÚÓ͇).
25.ÉÓÎÛ·ÓÈ/·ÂÎ˚È (6*)
26.ê‡ÒÔÓÎÓÊÂÌË ¯ÚÂÍÂÓ‚ ‡Á˙Âχ ISO ÏÓÊÂÚ
·˚Ú¸ ‡Á΢Ì˚Ï ‚ Á‡‚ËÒËÏÓÒÚË ÓÚ ÚËÔ‡
‡‚ÚÓÏÓ·ËÎfl. ëÓ‰ËÌËÚ ¯ÚÂÍÂ˚ 6* Ë 7*, ÂÒÎË
¯Ú˚¸ 5 – ˝ÚÓ ¯Ú˚¸ ÚËÔ‡ ÛÔ‡‚ÎÂÌËfl
‡ÌÚÂÌÌ˚. çËÍÓ„‰‡ Ì ÒÓ‰ËÌflÈÚ ¯ÚÂÍÂ˚ 6* Ë
7* ‚Ó ‚ÒÂı ÓÒڇθÌ˚ı ÚËÔ‡ı ‡‚ÚÓÏÓ·ËÎÂÈ.
27.è‰ÌËÈ ‰Ë̇ÏËÍ
28.ã‚˚È
29.臂˚È
30.ᇉÌËÈ ‰Ë̇ÏËÍ ËÎË ÌËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
31. Ç˚ÔÓÎÌËÚ ‰‡ÌÌ˚ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËfl, ÂÒÎË
ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl ÛÒËÎËÚÂθ, ÍÓÚÓ˚È Ì ‚ıÓ‰ËÚ ‚
ÒÓÒÚ‡‚ Ó·flÁ‡ÚÂθÌÓ„Ó Ó·ÓÛ‰Ó‚‡ÌËfl.
32. èËϘ‡ÌËÂ:
àÁÏÂÌËÚ ËÒıÓ‰Ì˚ ̇ÒÚÓÈÍË ‰‡ÌÌÓ„Ó
ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ (ëÏ. êÛÍÓ‚Ó‰ÒÚ‚Ó ÔÓ
˝ÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËË). çËÁÍÓ˜‡ÒÚÓÚÌ˚È ‰Ë̇ÏËÍ
‰‡ÌÌÓ„Ó ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ Ó·ÂÒÔ˜˂‡ÂÚ
ÏÓÌÓÙÓÌ˘ÂÒÍËÈ ‚˚ıÓ‰ÌÓÈ Ò˄̇Î.