► Maak gebruik van bougies die in deze
handleiding staan beschreven.
► Breng de bougie aan en draai deze stevig
vast.
► Druk de bougiestekker stevig vast.
■ Als in de kettingzaag een brandstof wordt
getankt die werd gemengd uit ongeschikte
benzine of ongeschikte tweetaktmotorolie of
die een verkeerde mengverhouding van ben‐
zine en tweetaktmotorolie heeft, kan de ket‐
tingzaag worden beschadigd.
►Meng de brandstof zoals in deze handlei‐
ding staat beschreven.
■ Als brandstof gedurende langere tijd wordt
opgeslagen, kan het mengsel uit benzine en
tweetaktmotorolie zich ontmengen of veroude‐
ren. Als de kettingzaag wordt getankt met ont‐
mengde of verouderde brandstof, kan de ket‐
tingzaag worden beschadigd.
►Voordat de kettingzaag wordt getankt:
brandstof doormengen.
► Gebruik een mengsel van benzine en twee‐
taktmotorolie dat niet ouder is dan
30 dagen (STIHL MotoMix: 5 jaar).
4.8 Werken
4.8.1 Zagen
WAARSCHUWING
■Als er buiten het werkgebied geen personen
binnen gehoorafstand aanwezig zijn, kan in
geval van nood geen hulp worden gevraagd.
►Zorg ervoor dat er personen op gehooraf‐
stand buiten het werkgebied aanwezig zijn.
■ Als de gebruiker de motor niet correct start,
kan de gebruiker de controle over de ketting‐
zaag verliezen. De gebruiker kan hierdoor ern‐
stig letsel oplopen.
►De motor zo starten als in deze handleiding
staat beschreven.
► Als de zaagketting de grond of voorwerpen
raakt: de motor niet starten.
■ De gebruiker kan in bepaalde omstandighe‐
den niet meer geconcentreerd werken. De
gebruiker kan de controle over de kettingzaag
verliezen, struikelen, vallen en ernstig letsel
oplopen.
►Werk rustig en doordacht.
► Als de lichtomstandigheden en het zicht
slecht zijn: niet met de kettingzaag werken.
► Kettingzaag alleen bedienen.
► Niet boven schouderhoogte werken.
► Pas op voor obstakels.
► Werk rechtop staand op de grond en zorg
voor goed evenwicht. Als in de hoogte moet
worden gewerkt: een hoogwerker of een
veilige steiger gebruiken.
► Als er vermoeidheidsverschijnselen optre‐
den: las een pauze in.
■ Als de motor draait, worden uitlaatgassen
geproduceerd. Ingeademde uitlaatgassen kun‐
nen personen vergiftigen.
►Uitlaatgassen niet inademen.
► Op een goed geventileerde plaats met de
kettingzaag werken.
► Als er misselijkheid, hoofdpijn, gezichts‐
stoornissen, gehoorverlies of duizeligheid
optreedt: de werkzaamheden beëindigen
en contact opnemen met een arts.
■Als de gebruiker gehoorbeschermers draagt
en de motor draait, kan de gebruiker geluiden
beperkt waarnemen en inschatten.
►Werk rustig en doordacht.
■ Als met de kettingzaag wordt gewerkt en de
combischakelaar in stand staat, kan de
gebruiker niet met de kettingzaag goed onder
controle werken. De gebruiker kan hierdoor
ernstig letsel oplopen.
►Combischakelaar in stand plaatsen.
► De motor zo starten als in deze handleiding
staat beschreven.
■ Als met een ingeschakelde kettingrem gas
wordt gegeven, kan de kettingrem worden
beschadigd.
►Voor het zagen de kettingrem lossen.
■ Door de ronddraaiende zaagketting kan de
gebruiker snijwonden oplopen. De gebruiker
kan hierdoor ernstig letsel oplopen.
►De ronddraaiende zaagketting niet aanra‐
ken.
► Als de zaagketting door een voorwerp
wordt geblokkeerd: motor afzetten en ket‐
tingrem inschakelen. Pas dan het voorwerp
dat de blokkade veroorzaakt wegnemen.
■De ronddraaiende zaagketting wordt warm en
zet uit. Als de zaagketting niet voldoende
wordt gesmeerd en nagespannen, kan de
zaagketting van het zaagblad springen of bre‐
ken. Personen kunnen ernstig letsel oplopen
en er kan materiële schade ontstaan.
►Zaagkettingolie gebruiken.
► Tijdens de werkzaamheden regelmatig de
spanning van de zaagketting controleren.
Als de spanning van de zaagketting te laag
is: de zaagketting spannen.
■Als de werking van de kettingzaag zich tijdens
de werkzaamheden wijzigt of deze zich onge‐
woon gedraagt, kan de kettingzaag in een
onveilige staat verkeren. Personen kunnen
Nederlands 4 Veiligheidsinstructies
8 0458-200-7621-A