De middeneenheid is met flexibele
resonantiedempende klemmen in de behuizing
gemonteerd. Om nu te voorkomen dat tijdens
transport de eenheid te veel bewegingen kan
maken, zit er een speciale klemschijf achter op
de behuizing: deze moet dus worden verwijderd
voordat u de luidspreker gaat gebruiken. Draai
hiervoor de kruiskopschroef in het midden van
de klemschijf los. Op de klemschijf zit een sticker
waarop de procedure nader wordt uitgelegd.
Bewaar de klemschijf en de schroef voor het
geval de luidspreker in de toekomst weer
getransporteerd moet worden.
Nu de klemschijf is verwijderd, ziet u een grotere
schroef: hiermee wordt de spanning van de
resonantiedempers ingesteld. Deze is in de fabriek
afgesteld en moet daarom niet worden verdraaid.
Mocht de instelling toch per ongeluk veranderd
zijn, neem dan kontakt op met uw B&W-dealer:
hij kan de spanning weer correct instellen.
AANSLUITEN
(Figuur 2 en 3)
Voordat u ook maar iets gaat aansluiten, moet u
alle apparatuur UIT schakelen!
Er zijn twee paar vergulde aansluitklemmen op
het achterpaneel: een paar voor de
laag/middeneenheid en een paar voor het hoog.
De luidspreker kan hierdoor volgens de BiWiring
of Bi-Amping methode worden aangesloten. Af
fabriek zijn de twee paar doorverbonden met
een verbindingsplaatje van verguld koper zodat
de luidspreker met een normale 2-aderige kabel
kan worden gebruikt. De beste verbinding krijgt u
door de gestripte ‘kale’ kabeluiteinden onder de
aansluitklemmen te bevestigen.
De positieve (+/rode) klem van de versterker
moet u aansluiten op de positieve (+/rode) klem
van de luidspreker en de negatieve (–/zwart) op
de andere luidsprekerklem. Het is belangrijk om
de juiste polariteit te handhaven bij het aansluiten
van een luidsprekerpaar. Een foutje veroorzaakt
een vaag stereobeeld en vreemde fase-effekten.
Als u de luidspreker volgens de Bi-Wiring methode
wilt aansluiten, draai dan eerst alle klemschroeven
los en verwijder het koperen verbindingsplaatje.
Verbind een luidsprekeruitgang van de versterker
nu met twee aparte 2-aderige kabels met de
klemschroeven van een luidspreker: een kabel voor
het hoog en een voor het laag. Hierbij is de juiste
polariteit dubbel zo belangrijk: zowel voor de
frequentieweergave van elke luidsprekereenheid op
zich als de juiste balans tussen de linker en rechter
luidspreker. Door de aparte kabels verbetert de
weergave van geluidsdetails vooral bij lagere
geluidsvolumes. De onderlinge beïnvloeding tussen
de verschillende wisselfiltersekties wordt namelijk
verminderd en bovendien kan voor elk
frequentiegebied de meest optimale kabel worden
gekozen.
De klemmen zijn geschikt voor ‘gestripte’ kabel.
Zorg er wel altijd voor dat alle aansluitklemmen
stevig zijn vastgedraaid, anders zullen ze gaan
meerammelen.
Gebruik tussen versterker en luidsprekers kabels
met een zo laag mogelijke serieweerstand (het
liefst minder dan 0,2 ohm heen en terug). De
kabel naar de hoogeenheid moet bovendien ook
een lage inductie hebben anders wordt het hoog
verzwakt. Uw B&W-leverancier kan u hierbij
adviseren: de beste kabel hangt namelijk af van
de te gebruiken lengte.
PLAATSING
(Figuur 4)
De optimale plaats in de ruimte vindt u pas na
meer of minder experimenteren.
Goede uitgangspunten zijn echter:
• Monteer de ‘spikes’ pas nádat u de beste en
definitieve luidsprekerpositie heeft gevonden.
• De luidsprekers en de luisterpositie moeten
ongeveer de hoekpunten vormen van een
gelijkzijdige driehoek.
• De luidsprekers moeten wel op tenminste 1,5 m
afstand van elkaar staan, anders is geen echte
stereoweergave mogelijk.
• Als de luidsprekers te dicht bij een muur staan,
wordt het laag meer versterkt dan de
middenfrequenties: dat veroorzaakt een
‘boemend’ geluid. De luidsprekers moeten
daarom rondom vrij staan en op tenminste
0,5 m van een muur.
Vervormen van TV-beelden
LET OP: De luidspreker heeft een statisch
magnetisch veld dat ook buiten de behuizing
aanwezig is. Daarom moet de luidspreker op
tenminste 0,5 m afstand staan van alle apparatuur
die beïnvloed kan worden door zo’n veld, zoals
bijvoorbeeld het beeldscherm van TV en computer,
floppy disks, videobanden, credit cards, etc.
AFREGELEN
Voordat u de installatie gaat afregelen moet u
nogmaals de polariteit en stevigheid van de
aansluitingen kontroleren.
Een onevenwichtige laagweergave wordt meestal
veroorzaakt door sterke resonanties in de
luisterruimte. Zelfs een kleine verschuiving van de
luidsprekers heeft dan een hoorbaar effekt op de
weergavekwaliteit omdat zodoende andere
resonanties worden geaktiveerd. Het laag zal in
het algemeen gelijkmatiger zijn wanneer de
afstanden tot de twee dichtstbijzijnde muren
ongelijk zijn. Een afstandsverhouding van 1 : 3
voor die twee muren kan uitstekende resultaten
geven. Probeer de luidsprekers ook eens voor een
andere muur te plaatsen. Zelfs het verschuiven van
enkele grotere meubels kan invloed hebben.
Plaats de luidsprekers in eerste instantie op de
meest redelijke plaats en beluister ze dan enkele
dagen. Als het geluid nog niet helemaal bevalt,
verschuift u de luidsprekers telkens een klein
stukje tot het meest optimale resultaat is bereikt.
Als het laag te sterk is, kunt u de luidsprekers
verder van de muur plaatsen. Omgekeerd, als
het laag te zwak is, zet u de luidsprekers dichter
bij de muur. Meer ruimte achter de luidsprekers
geeft trouwens ook een betere ‘dieptewerking’
vooral bij zeer goed opgenomen muziek.
Wilt u het laag verminderen zonder de
luidsprekers verder van de muur te verschuiven:
plaats dan de schuimplastic pluggen in de
poortopeningen (figuur 6).
Als het stereobeeld te vaag is, zet de
luidsprekers dan minder ver uit elkaar of richt ze
meer naar binnen: precies op of net vóór de
luisterpositie (figuur 5).
Als het geluid te ‘scherp’ is, kunt u meer zachte
materialen in de luisterruimte aanbrengen (zoals
bijvoorbeeld dikkere gordijnen). Is het geluid
echter te dof, dan moet u juist zachte materialen
verwijderen.
Kontroleer of er flutterecho’s voorkomen: deze
verminderen de weergavedefinitie aanzienlijk.
Klap daarvoor één keer kort in uw handen en
luister of u snel opeenvolgende echo’s hoort. U
voorkomt deze met behulp van onregelmatig
gevormde oppervlakken zoals bijvoorbeeld
boekenkasten of grote meubelstukken.
Kontroleer of de luidsprekers stevig op de vloer
staan. Als de luidsprekers eenmaal op de juiste
plaats staan, gebruik dan bij voorkeur de ‘spikes’.
Deze prikken door het tapijt en rusten op de vloer
eronder. Draai eerst de klemmoeren helemaal op
de spikes en draai dan de spikes volledig in de
luidsprekeronderkant. Staat de behuizing niet
stabiel, draai dan de twee spikes die de vloer
niet raken naar buiten totdat de behuizing stevig
staat. Zet daarna alle spikes vast door de
klemmoeren tegen de behuizing vast te draaien.
Heeft u geen tapijt – en wilt u krassen op de vloer
voorkomen – gebruik dan een beschermplaatje
tussen vloer en spikes. Een andere – en betere –
mogelijkheid is om zogenaamde ‘pucks’
(bijvoorbeeld van Transrotor) te gebruiken. Deze
voorkomen zowel koppeling van
luidsprekertrillingen met de vloer als beschadiging
van de behuizing. Uw dealer kan u adviseren
over de beste oplossing voor uw situatie.
INSPEELPERIODE
Gedurende de eerste luisterperiode zal de
weergave van de luidspreker subtiel veranderen.
Als de luidspreker bijvoorbeeld in een koude
omgeving is opgeslagen geweest, zullen de
dempende materialen en de conusophanging
pas na een tijdje hun oorspronkelijke
mechanische eigenschappen terugkrijgen. Na
enkele speeluren zullen de conusophangingen
ook soepeler worden. Hoe lang het duurt
voordat de luidspreker zijn maximale prestaties
levert, hangt af van hoe hij is opgeslagen
geweest en hoe hij wordt gebruikt. Ruwweg
duurt het een week voordat de
temperatuurinvloed is verdwenen en ongeveer
15 uur gemiddeld gebruik voordat alle
mechanische onderdelen hun optimale
eigenschappen hebben.
ONDERHOUD
De fineer afwerking hoeft normaliter alleen te
worden afgestoft. De behuizing kan worden
behandeld als elk ander meubelstuk. Voordat u
de grille gaat schoonmaken, moet u deze eerst
van de luidspreker afhalen: trek hem daarvoor
voorzichtig aan de randen naar voren. Het
materiaal kan dan met een normale
kledingborstel of zoiets worden schoongemaakt.
Gebruikt u een reinigingsmiddel in spuitbus, spuit
dit middel dan eerst op een doek. Doe dit echter
wel op een afstandje van de grille en (in het
bijzonder van) de luidsprekervoorkant en
-eenheden.
Raakt u s.v.p. de luidsprekereenheden niet aan,
vooral de hoogeenheid niet, omdat anders
onherstelbare schade kan ontstaan.
9