18
Invriezen en diepgevroren bewaren
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levens-
middelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vries-
ruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vriesver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan-
gegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesproducten dient u zich besli-
st aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (berei-
den tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan-
stekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit-
zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
• Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen
kunnen daaraan vast vriezen.
1. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levensmid-
delen in de bovenste lade van het apparaat plaatsen. Niet-bevroren artike-
len mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat
anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
2. Als u de maximale invrieskapaciteit wilt benutten, moet u 24 uur van te
voren de snelvriesschakelaar inschakelen. Diepvriesartikelen het liefst naar
soort apart in de laden leggen.
35
Emplacements Produits
Bac(s) à légumes Légumes frais, fruits.
Contre porte
Les balconnets recevront, en bas, les bouteil-
les, puis en remontant les produits de faible
volume et d’emploi courant (crème,
yaourts...). Le beurre, les fromages cuits et les
œufs trouveront leur place dans les casiers
ou étagères appropriés.
Emplacement des denrées
Zone la plus froide
Vous obtiendrez une meilleure conservation de vos aliments si vous les pla-
cez dans la zone de froid convenant le mieux à leur nature.
La zone la plus froide du compartiment réfrigérateur se situe au niveau
de la clayette inférieure en verre.
Remarques : Les bananes, les pommes de terre, l’ail et les oignons ne se con-
servent pas au réfrigérateur. Les fromages fermentés ne seront mis au
réfrigérateur que si l’on désire arrêter leur maturation. Ils devront alors être
soigneusement enveloppés.
Emplacements Produits
Compartiment congélateur
Bacs à glaçons, produits surgelés et congelés,
desserts glacés, produits frais à congeler
Compartiment réfrigérateur
Clayettes supérieure et centrales
Aliments cuits, entremets et toutes denrées à
consommer assez rapidement. Fromages frais,
charcuterie.
Clayette inférieure en verre
Viandes, volailles, gibiers et poissons crus.
Temps maximum de conservation: 1 à 2 jours.