2
Selecteer een optie:
• Om het waypoint te maken door positiecoördinaten in te
voeren, selecteert u Voer coördinaten in, en voert u de
coördinaten in.
• Om het waypoint te maken met behulp van een kaart,
selecteert u Gebruik kaart, en daarna achtereenvolgens
de locatie en Verplaats waypoint.
Een MOB-positie markeren en er naartoe navigeren
Als u een waypoint markeert, kunt u deze als MOB-positie
(man-over-boord) opslaan.
Selecteer een optie:
• Selecteer vanuit elk scherm Markeren > Man-over-boord
> Ja.
• Selecteer in het startscherm Man-over-boord > Ja.
Een internationaal MOB-symbool markeert het actieve MOB-
punt en de kaartplotter stelt een directe koers in terug naar de
gemarkeerde locatie.
Navigatie
Navigeren naar een punt op de kaart
LET OP
De functie Auto Guidance is gebaseerd op elektronische
grafiekgegevens. De gegevens garanderen niet dat de route vrij
is van obstakels en dat deze diep genoeg is. Let tijdens het
volgen van de koers altijd goed op en vermijd land, ondiep
water en andere obstakels die u onderweg kunt tegenkomen.
Wanneer u Ga naar gebruikt, kunnen een directe koers en een
gecorrigeerde koers over land of door ondiep water lopen.
Gebruik visuele waarnemingen om land, ondiep water en
andere gevaarlijke objecten te vermijden.
OPMERKING: In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar met geavanceerde kaarten.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance
beschikbaar met geavanceerde kaarten.
1
Selecteer een locatie op de navigatie- of viskaart.
2
Selecteer indien nodig Select.
3
Selecteer Navigeren naar.
4
Selecteer een optie:
• Als u direct naar een locatie wilt navigeren, selecteert u
Ga naar.
• Als u een route naar de locatie wilt maken, inclusief
koerswijzigingen, selecteert u Route naar.
• Als u Auto Guidance wilt gebruiken, selecteert u Begeleid
naar.
5
Controleer de koers die met een magenta lijn wordt
aangegeven.
OPMERKING: Als u de functie Auto Guidance gebruikt,
geeft een grijs gedeelte op de magenta lijn aan dat de functie
Auto Guidance een deel van de Auto Guidance-lijn niet kan
berekenen. Dit wordt veroorzaakt door de instellingen voor
een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en
obstakelhoogte.
6
Volg de magenta lijn en vermijd daarbij land, ondiep water en
andere obstakels.
Een route vanaf uw huidige locatie maken en
navigeren
U kunt een route op de navigatiekaart of de viskaart maken en
deze meteen gaan volgen. Met deze procedure worden de
route- of waypointgegevens niet opgeslagen.
OPMERKING: In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar met geavanceerde kaarten.
1
Selecteer een bestemming op de navigatie- of viskaart.
2
Selecteer Navigeren naar > Route naar.
3
Selecteer de locatie van de laatste koerswijziging voor de
bestemming.
4
Selecteer Voeg koerswijziging toe.
5
Herhaal de stappen 3 en 4 als u meer koerswijzigingen wilt
toevoegen. Werk daarbij terug vanaf de bestemming naar de
huidige locatie van uw vaartuig.
De laatste koerswijziging die u toevoegt moet de eerste
koerswijziging zijn die u maakt, beginnend vanaf uw huidige
locatie. Het moet de koerswijziging zijn die zich het dichtst bij
uw vaartuig bevindt.
6
Indien nodig selecteert u Menu.
7
Selecteer Navigeer route.
8
Controleer de koers die met een magenta lijn wordt
aangegeven.
9
Volg de magenta lijn en vermijd daarbij land, ondiep water en
andere obstakels.
3