4
INSTALLATIE INSTRUCTIES
Elektrisch toestel
NORMEN
Het elektrische toestel is conform met de norm
EN 60.335-2-43.
De toestellen zijn dubbel geïsoleerd - Klasse II en spatwater
bestendig. De toestellen zijn tevens in overeenstemming
met de Europese richtlijn 2004/108/EC (CE Markering op
alle toestellen).
PLAATSING
• De toestellen moeten geplaatst worden volgens
de desbetreffende geldende normen.
• De toestellen kunnen geplaatst worden in volume 2
van de badkamer, voor zover er op deze wijze geen
enkel bedieningsorgaan (knop, schakelaar,...) aanwezig is
binnen handbereik van personen die zich in het bad of
onder de douche bevinden.
• De onderkant van de regelaar dient zich op minimum
150 mm boven het vloerniveau te bevinden.
•
Het toestel zal op minimum 50 mm van de wand geplaatst
worden en zich niet direct onder een stopcontact bevinden.
WAARSCHUWING: Voor de veiligheid van jonge kinderen is
het aangewezen het toestel zo te plaatsen dat het onderste
verwarmde element zich minimum 600 mm boven het
vloerniveau vindt.
AANSLUITING
• Het toestel is ontworpen voor 230 V ~ 50 Hz monofasig.
• Het toestel moet, dmv zijn originele voedingskabel,
verbonden worden met het stroomnet via een wand-
contactdoos (niet via stekker en stopcontact !) die
zich achter het toestel dient te bevinden op minimum
250 mm boven het vloerniveau.
• Nulgeleider: grijze kabel - Fase: bruine kabel - Controle
geleider (Fil-Pilote): zwarte kabel (indien deze controle/
klok-functie voorhanden is). Het gebruik van deze controle
geleider laat toe een temperatuurverlaging te realiseren
indien hij verbonden wordt met een aangepaste klok.
Bij het verbinden van de fase geleider met de controle
geleider, via de klok, wordt de comfort-temperatuur met
3,5°C verlaagd. De geleider mag nooit verbonden worden
met de aarde en moet geïsoleerd worden indien deze
functie niet gebruikt wordt.
•
Indien de voedingskabel beschadigd is, dient hij door een
aangepaste kabel vervangen te worden. Deze vervanging
mag enkel uitgevoerd worden door de fabrikant, zijn dienst-
na-verkoop of gelijkwaardig gekwaliceerde personen, en
dit om gevaar te vermijden.
• Het toestel is gevuld met een welbepaalde hoeveelheid
warmtegeleidende vloeistof (niet van toepassing voor
de modellen Likoma E, Amirante E en Cosmoledo E).
Herstellingen die het openen van het toestel vereisen, mogen
enkel uitgevoerd worden door de fabrikant of zijn dienst-
na-verkoop, die dient verwittigd te worden bij lekkage van de
warmtegeleidende vloeistof.
• Volgens de geldende normen dient een omnipolaire
scheidingsschakelaar voorzien te worden. De afstand
tussen de contacten zal minstens 3 mm bedragen.
• Indien het toestel in een bad-of douchekamer geplaatst
wordt, dient dit beveiligd te worden door een differentieel-
schakelaar van maximum 30 mA.
•
Alvorens het toestel naar de afvalverwerkingscentra te
brengen dient de warmtegeleidende vloeistof verwijderd te
worden door een hiervoor gecerticeerd bedrijf (niet van toe-
passing voor de modellen Likoma E, Amirante E en Cosmoledo E).
BEVESTIGING
‘Voor de juiste installatie van de toestellen is het essentieel dat
de bevestiging van het toestel zodanig wordt uitgevoerd dat
deze geschikt is voor het beoogde gebruik EN voor voorspelbaar
misbruik. Hierbij moet voordat de installatie wordt voltooid
rekening worden gehouden met een aantal aspecten, zoals
de methode die wordt gebruikt om het toestel aan de wand
te bevestigen, het type en de toestand van de wand zelf, en
eventuele bijkomende potentiële krachten of gewichten.’
OVERIGE
De toestellen zijn niet ontworpen om gebruikt te
worden door personen (en kinderen) met fysische,
sensitieve of mentale beperkingen, of personen met
gebrek aan ervaring of kennis, tenzij ze onder de toe-
zicht staan van, of de nodige instructies ontvingen
betreffende het gebruik van het toestel, van een
persoon die instaat voor hun veiligheid. Men dient er op
toe te zien dat kinderen niet met het toestel spelen.
WAARSCHUWING
Het toestel mag enkel gebruikt worden voor het drogen
van wasgoed gewassen met water.
NL
VERWERKING VAN AfVAL VOLGENS DE WEEE RICHTLIJN (2002/96/EC)
Het symbool aangebracht op de apparatuur, duidt aan dat het product op het einde van zijn gebruiksduur niet als huisvuil mag
behandeld worden, doch afzonderlijk verzameld moet worden. De gebruiker moet dus de apparatuur op het einde van de gebruiksduur
toekennen aan geschikte centra voor de gescheiden elektrisch en elektronisch afval. Een gepaste gescheiden afvalinzameling voor de
volgende recyclage van de apparatuur en voor de behandeling en de ecologisch compatibele verwerking, draagt bij tot het vermijden
van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en voor de gezondheid, en bevordert het recyclen van het materiaal waarvan de
apparatuur gemaakt is. Wanneer de gebruiker het product illegaal verwerkt, zullen administratieve sancties getroffen worden.