4
Een mixer versterker met 6 selecteerbare microfoon of line ingangen en fantoomvoeding,
gong functie (chime) op kanaal 1 en spraakgestuurde prioriteit (VOX) op kanaal 1 en
2. Voorzien van aansluiting voor 100 V en lage impedantie luidsprekers. Eveneens
uitgerust met een tweede output en send/return mogelijkheid voor het aansluiten van
effectapparatuur. De versterker kan worden aangesloten op een 230 of 240Vac voeding.
LUIDSPREKERS
Alle verbindingen dienen te worden gelegd met geschikte connectoren die aan de
speakerkabel zijn geklemd of gesoldeerd. Elke andere wijze van aansluiten kan
kortsluiting ten gevolge hebben. Het apparaat biedt mogelijkheid tot het aansluiten
van 70 of 100V lage impedantie luidsprekers; gebruik echter nooit verschillende
soorten op dezelfde installatie. Naast de aansluitterminals bevinden zich twee 6.3mm
jackaansluitingen voor lage impedantie luidsprekers (8 & 16 Ω). Lage impedantie
luidsprekers kunnen in serie, parallel of serie/parallel worden aangesloten voor
de juiste lading. Bij deze opstelling moet zorgvuldig worden omgegaan met de
volumeregeling omdat een te hoog volume tot beschadiging van de speakers kan
leiden. 100V lijn dient te worden aangesloten op de COMMON en 100V terminals; de
opgetelde wattage van de luidsprekers mag hierbij niet hoger zijn dan het maximale
van de versterker. KANTTEKENING: Het is verstandig om een marge van 10% in acht
te nemen bij uw berekeningen. Bij 100V lijninstallaties dienen alle speakers parallel te
worden aangesloten.
De speakerterminal is volledig geïsoleerd ten opzichte van de behuizing. In geval van
overspraak of instabiliteit van de installatie kunt u de COMMON doorverbinden met de
aardaansluiting. Bij een lage impedantie systeem is heavy duty bekabeling noodzakelijk
om verliezen te minimaliseren. Bij een uitgebreide installatie is het verstandiger gebruik
te maken van een specifiek 100V lijnsysteem.
IN- & UITGANGEN
Alle ingangsaansluitingen zijn zowel gebalanceerd (microfoon/lijn) gecombineerd
XLR/6.3, als ongebalanceerd (alleen lijn) RCA Phono met DIP switches voor het
aankiezen van microfoon, lijn of fantoomvoeding.
Kanaal 1 is voorzien van een additionele 3-polige schroefterminal voor aansluiting van
een gebalanceerde microfoon. Gong activatie is ook mogelijk op kanaal 1, evenals een
2-polige terminal. De gong functie is tweetonig (550Hz & 650Hz) en heeft de hoogste
prioriteit en zorgt bij inschakeling voor automatische terugregeling van alle andere
ingangssignalen. (KANTTEKENING: Voor een volledige prioriteit dient de VOX schakelaar
in de aan-positie ON te staan) De gong wordt geactiveerd door externe schakeling.
Microfoon 1 overstemt de ingangssignalen van kanaal 2-6 als de VOX schakelaar op ON
staat (prioriteit 2)
Microfoon 2 overstemt de ingangssignalen van kanaal 3-6 als de VOX schakelaar op ON
staat (prioriteit 3)
De ‘SLAVE’-aansluiting (RCA) dient voor een tweede versterker
De send/return aansluitingen (6.3mm) zijn bedoeld voor het aansluiten van
effectapparatuur. De luidsprekers kunnen worden aangesloten op de schroefterminals
of op de 6.3mm aansluitingen.
Bij gebruik van geschikte connectoren die zijn gemonteerd aan de terminals kan een
24V batterij worden aangesloten. Let hierbij op de correcte polariteit. KANTTEKENING:
De aan/uitschakelaar heeft geen controle over de 24V voeding van de versterker. De
stroomaansluiting is een gezekerde 3-pins IEC-socket.
OPSTELLEN
Zodra alle verbindingen zijn gelegd en alle regelaars op minimaal zijn ingesteld, kunt u
de meegeleverde stroomkabel gebruiken voor het leggen van een verbinding met een
geschikt geaard stopcontact. Na het indrukken van de aan/uitschakelaar zal de LED
spanningsindicator oplichten.
Stel de MASTER volumeregelaar in op 6 en gebruik de microfoon die is aangesloten op
kanaal 1 om het juiste volume in te stellen. Dit doet u door het kanaalvolume langzaam
hoger in te stellen terwijl u in de microfoon spreekt. Let hierbij op de SIGNAAL indicator.
Tijdens het instellen van het volume zal de indicator oplichten met de geluidspieken in
uw spraak. Stel het volume zo in dat de signaalindicator vrijwel continu oplicht en de
bovenste LED (PEAK) slechts enkel of niet oplicht. Indien de PEAK-LED continu oplicht,
wordt de versterker overbelast.
Als het volume van MIC 1 tot het maximum is geregeld zonder de gewenste
geluidssterkte te bereiken, is het noodzakelijk het MASTER volume hoger in te stellen
en de procedure te herhalen tot het gewenste resultaat wordt bereikt.
Het is mogelijk dat tijdens het instellen van het volume een echo of rondzingend geluid
wordt waargenomen. In dat geval bevind de dichtstbijzijnde speaker zich binnen het
geluidsveld van de microfoon en dient deze anders te worden opgesteld. Bij een 100V
systeem kunt u de dichtstbijzijnde luidspreker op een lagere vermogensinstelling
aansluiten.
Het uitvoeren van bovenstaande procedure is noodzakelijk om de balans in te stellen
tussen de volumes van de microfoon en de versterker. U dient deze stappen op zelfde
wijze te herhalen voor de andere kanalen.
De meeste cassette en cd-spelers zijn voorzien van eigen volume-instellingen welke
kunnen worden gebruikt voor het fijntunen van hun volume in verhouding tot de LIJN-
instellingen.
De regelaars voor hoge en lage tonen dienen bij het opstellen tot het minimum te
worden geregeld (volledig naar links). Zodra de bovenstaande procedure voor alle
kanalen is doorlopen kunnen de regelaars overeenkomstig de persoonlijke wensen
worden ingesteld.
INTERFERENTIE
Hoewel dit apparaat volledig is goedgekeurd onder de EMC regelgeving voor industrieel
gebruik, is het mogelijk dat er bronnen zijn die interferentie veroorzaken. Om de
problemen te minimaliseren kunt u de volgende stappen doorlopen. Controleer of de
versterker goed is geaard. Laat een gekwalificeerd persoon een controle uitvoeren om
zeker te zijn van een lage weerstand op de aarding.
NOOIT Microfoonkabels langs voedings-, data-, telefoon- of 100V lijnbekabeling leggen.
NOOIT 100V lijnkabels langs data-, telefoon- of andere lage voltagebekabeling leggen.
NOOIT de versterker in directe omgeving van grote transformatoren, TV’s of computers
opstellen.
VOORKOM verlenging van microfoonkabels. Indien absoluut noodzakelijk, maak dan
gebruik van goed afgeschermde connectoren, bijv. XLR.
ALTIJD gebruik maken van een gebalanceerde microfoon bijgebruik van de
gebalanceerde input en lange kabels.
ALTIJD hoogwaardige dubbel geïsoleerde kabels gebruiken bij 100V systemen
GEBRUIKSAANWIJZING – ADASTRA 900 SERIES
NL
WAARSCHUWING: SLUIT DE VOEDING PAS AAN NA HET LEGGEN VAN ALLE
BENODIGDE INGANGS EN UITGANGS VERBINDINGEN.
WAARSCHUWING: DIT APPARAAT DIENT GEAARD TE WORDEN
WARNING: SHOCK HAZARD - DO NOT OPEN
AVIS: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE - NE PAS OUVRIR
L E T O P !
GEVAAR VOOR ELECTRISCHE SCHOKKEN
HOUDT BEHUIZING GESLOTEN
1. Kanaal (1-6) volume-instelling
2. Bass en treble cut & boost
3. Uitgangsvolume
4. LED indicatoren: inschakeling, signaal
en piek
5. Aan/uitschakelaar
6. Gezekerde stroomaansluiting (IEC)
7. Aardaansluiting
8. DC (24Vdc) aansluiting
9. Luidsprekerconnectoren
10. Lage impedantie (8 & 16 Ω) 6,3mm
speakeraansluitingen
11. Send/return aansluiting (6,3mm Jack)
12. Aansluiting voor tweede versterker
(RCA)
13. Aansluitingen voor kanaal 1
Gecombineerde 6,3mm/XLR ingang,
RCA-ingang, terminal voor het aansluiten
van microfoon en gong. DIP switch
voor selectie van het weer te geven
ingangssignaal (Mic/Line, spraaksturing,
gong met fantoomvoeding)
14. Aansluitingen voor kanaal 2
Gecombineerde 6,3mm/XLR ingang, RCA-
ingang. DIP switch voor selectie van het
weer te geven ingangssignaal (Mic/Line,
spraaksturing met fantoomvoeding)
15. Aansluitingen voor kanaal 3-6
Gecombineerde 6,3mm/XLR ingang, RCA-
ingang. DIP switch voor selectie van het
weer te geven ingangssignaal
(Mic/Line
met fantoomvoeding).
1 2 3 4
5
6
8 9 10
11 12
131415
7
Huls: Afscherming
Punt: Signaal