Aeg-Electrolux S60362KG8 Manuel utilisateur

Taper
Manuel utilisateur
S 60362 KG
S 60362 KG8
Koel/vriescombinatie
Réfrigérateur congélateur
Gebruiksaanwijzing
Mode d’emploi
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
B/AE/NY14-1. (07.)
200371894
2
Geachte klant,
Voordat u uw nieuwe apparaat in gebruik neemt, dient u deze gebruiksaan-
wijzing aandachtig te lezen. U vindt hierin belangrijke informatie m.b.t. veilig
gebruik, opstelling en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het
boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in verschillende uitvoeringen. Let dus op de aanwijzingen die op uw
apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!,
Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw
veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze aan-
wijzingen.
1. Dit symbool en de cijfers voeren u stap voor stap door de bediening van het
apparaat.
2.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch
gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieu-
vriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen om
kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat te doen als"....
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze serv-
ice-afdeling.
U bent nu in het bezit van een AEG product. Vanzelfsprekend kunt u ook tij-
dens het gebruik van uw product op AEG rekenen. Daarom nodigen wij u van
harte uit u te registreren op onze internetsite www.mijnapparaten.nl. Wij
kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over producten,
gebruiksaanwijzingen, tips, innovaties, oplossingen voor storingen etc.
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
3
Inhoudsopgave
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid..................................................................5
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ........................................................................5
Veiligheid van kinderen ...............................................................................................................6
Vóór het in gebruik nemen .......................................................................................................6
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan..................................................................................6
Installeren van het apparaat...................................................................................................7
Vervoer, uitpakken.........................................................................................................................7
Reiniging..........................................................................................................................................7
De plaatsing van het apparaat .............................................................................................8
Draairichting deur veranderen .............................................................................................10
Aanwijzingen voor de gebruiker..........................................................................................12
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen .............................................12
Bedieningspaneel......................................................................................................................13
Koelkastgedeelte.........................................................................................................................13
Diepvriesgedeelte .......................................................................................................................13
Opstarten en temperatuur instellen.................................................................................14
Koelkastgedeelte.........................................................................................................................14
Diepvriesgedeelte .......................................................................................................................14
Gebruik van het koelapparaat..............................................................................................15
Interieur........................................................................................................................................16
Legplateaus...................................................................................................................................16
Bewaren in de koelruimte......................................................................................................16
Bewaartijden en temperaturen ..............................................................................................16
Gebruik van de vriezer ............................................................................................................17
Invriezen........................................................................................................................................17
Opbergen in de vrieskast .......................................................................................................18
IJsblokjes maken .........................................................................................................................18
Enkele nuttige tips en adviezen..........................................................................................19
4
Tips...................................................................................................................................................20
Energie besparen.........................................................................................................................20
Het apparaat en het milieu.....................................................................................................20
Onderhoud....................................................................................................................................21
Ontdooien......................................................................................................................................21
Regelmatige reiniging..............................................................................................................23
Reiniging binnen het apparaat ..............................................................................................23
Reiniging buiten het apparaat...............................................................................................23
Als iets niet werkt.....................................................................................................................24
Lamp vervangen ..........................................................................................................................26
Elektrische aansluiting............................................................................................................26
Bewaartijdentabel (1)..............................................................................................................27
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren ...................................................................27
Bewaartijdentabel (2)..............................................................................................................28
Diepvriesproducten bewaren ..................................................................................................28
Garantie en service ..................................................................................................................28
Garantiebepalingen en Service ..............................................................................................28
Algemene Garantiebepalingen...............................................................................................28
Garantie-uitbreidingen.............................................................................................................29
Garantie-uitsluitingen ..............................................................................................................29
Belangrijk advies.........................................................................................................................30
Waarborgvoorwaarden.............................................................................................................31
5
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. vol-
gende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het
bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden
gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer,
mogen alleen door ELECTROLUX SERVICE uitgevoerd. Daarbij mogen
alleen originele DISTRIPARTS-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige
reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd span-
ningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de
stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is,
schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door
de achterkant van het koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het
aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken,
vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok
veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door
onze service-afdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de binnenverlichting.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van
diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorw-
erpen. Die kunnen het apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar en de ver-
lichting komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond
stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorza-
ken.
6
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren wor-
den, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fab-
rikant van deze producten bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarm-
ingstoestellen of chemische stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat
bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriesruimte
bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en schoonmaken. Bij
verstopping van het afvoergootje kan het verzamelde dooiwater storingen
veroorzaken.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan ver-
stikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet
met het apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd
het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur
eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok
krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met ver-
minderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een
gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de per-
soon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze per-
soon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zon-
der toezicht in de buurt van het apparaat.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan
warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat
verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan lucht-
circulatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t.
de installatie.
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij.
7
Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ont-
dooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door
de fabrikant worden geadviseerd.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade.
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele verpakking vervoeren.
Zie ook de aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade. Neem in geval van
transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder de plakband en andere voorwerpen waarmee de losse onderdelen
aan de binnenkant van het apparaat zijn bevestigd.
Reinig de binnenkant van het apparaat met lauw water en een kleine
hoeveelheid afwasmiddel. Gebruik een zachte doek.
Wrijf de binnenkant na het schoonmaken droog.
8
De plaatsing van het apparaat
De temperatuur van de omgeving heeft een invloed op het energieverbruik
en op de optimale functie van het apparaat.
Let u bij de plaatsing erop, dat het apparaat tussen de twee, zich tot de ver-
schillende klimaatklassen op het typeplaatje behorende temperatuurgrenzen
gebruikt moest worden.
Indien de omgevingstemperatuur onder de onderste grens valt, kan de tem-
peratuur binnen het apparaat hoger zijn dan de voorgeschreven temperatu-
ur.
Indien de omgevingstemperatuur boven de bovenste grens stijgt, moet de
compressor meer werken, de automatische ontdooiing wordt problematisch
en de temperatuur binnen het appa-
raat en het energieverbruik stijgen.
Monteert u de afstandhouders in
het tasje van de onderdelen naar
de achterste hoeken van het appa-
raat.
Maakt u de schroeven los, stelt u de
afstandhouders onder de schroeven,
dan trekt u de schroeven.
Let u erop dat het apparaat waterpas
staat. Dit kunt u met hulp van de
twee regelbare voeten instellen.
Stelt u het apparaat niet naar een zonnige plaats, plat tegen de kachel of het
fornuis.
Indien u voor het apparaat geen andere plaats kunt vinden en het toch naast
het fornuis moet worden gesteld, dan let u op de volgende minimale afs-
tanden:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Indien er in het geval van gas- of
elektrisch fornuis een afstand van
3 cm of minder ter beschikking
staat, dan moet u een 0,5 - 1 cm
dikke, niet brandbare iso-
latieplaat tussen de twee appa-
raten stellen.
In het geval van olie- of
kolenkachel moet de afstand 30
cm zijn, omdat de warmteafgifte
ervan groter is.
Het apparaat werkt ook optimaal als
u het direct naar de muur stelt,
zodat het de muur aanraakt.
Bij de stelling van de koelkast moet
u de minimale afstanden volgens de
afbeelding houden:
A: stelling onder een kast
B: stelling vrij staand
9
10
Draairichting deur veranderen
Indien praktischer kan de draairichting van de deur veranderd worden.
De apparaten worden in de handel gebracht met deuren, die naar rechts open
gaan.
De aanpassing is volgens de onderstaande tekeningen en beschrijving uitvo-
erbaar:
1. De onderstaande werkzaamheden kunnen het
beste uitgevoerd worden door 2 personen,
zodat één persoon de deuren tijdens de
werkzaamheden goed kan vasthouden.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Open de deuren en schroef het scharnier (a,
b), bevestigd met 2 schroeven (c), los (teken-
ing 2).
4. Haal het complete scharnier (a, b, c) van zijn
plaats door de deuren voorzichtig te kante-
len. Vergeet de kunststof afstandhouder (b)
onder het scharnier niet (tekening 2)!
5. Verwijder de deur van de koelkast door deze
voorzichtig naar beneden te trekken.
6. Verwijder de deur van de vrieskast door deze
voorzichtig naar boven te trekken.
7. Schroef de deursteun (d) van de deur van de
koelkast uit de bovenkant en schroef hem
terug aan de andere kant (tekening 1).
8. Wip m.b.v. een schroevendraaier het afdek-
plaatje (e) uit het afdekrooster aan de
onderkant (tekening 4).
9. Schroef de deursteun (h, f) van de deur van
de vrieskast uit de onderkant en schroef hem
terug aan de andere kant. Vergeet de ring (h)
niet (tekening 4).
10. Plaats het afdekplaatje (e) aan de andere
kant van het afdekrooster.
11. Verwijder de 3 vulpennen (n, k) aan de link-
erkant en zet ze over naar de gaten aan de
rechterkant (tekening 2)
12. Haal de afdekplaatjes (t, z) uit de deuren.
13. Schroef de deurklemmen los (u, v) door de
schroef (s) los te draaien.
14. Plaats de deurklemmen (u, v) omgekeerd aan
de tegengestelde kant van de andere deur en
zet ze vast met de schroef (s).
11
15. Plaats de afdekplaatjes (t, z) aan de
tegengestelde kant.
16. Plaats de pen (m) van het scharnier van de
deur van de vrieskast in het gat aan de link-
erkant (tekening 2).
17. Zet de deur van de vrieskast op de onderste
(f) deursteun (tekening 4).
18. Druk de deur van de koelkast in de bovenste
(d) deursteun. Hierna moeten de deuren iets
worden gekanteld en kan men de scharnier
(m) in het gat van de deur van de koelkast
drukken.
19. Open nu de deuren en schroef de scharnier
vast aan de linkerkant met behulp van de 2
schroeven (c). Vergeet de kunststof afstand-
houder (b) niet, die onder het scharnier moet
komen. Let er goed op, dat de rand van de
deuren gelijk loopt met de zijkant van het
apparaat.
20. Plaats de deurgrepen (r) aan de andere kant
en druk de afdekplaatjes (p), te vinden in het
zakje, dat bij deze handleiding zit, in de vrije
gaten (tekening 5).
21. Zet het apparaat op de plaats, plaats het waterpas en steek de stekker in het
stopcontact.
Natuurlijk kunt u ook contact opnemen met de dichtstbijzijnde servicepunt,
indien u het wijzigen van de deurdraairichting liever niet zelf uitvoert. Hier
kunt u informatie vragen over de prijs voor het wijzigen door één van onze
servicemonteurs en een afspraak maken.
12
Aanwijzingen voor de gebruiker
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
A - Koelkast
B - Vrieskast
1. Bediening en controlelampjes
2. Verlichtingseenheid
3. Glasplaten
4. Vak met flessenrekje
5. Koelwand
6. Lekbak voor dooiwater
7. Glasplaat
8. Groentebakken
9. Typeplaatje
10. Vak voor invriezen met mand
11. Bewaarvakken met mand
12. Afvoergoot dooiwater
13. Onderste afdekrooster
14. In hoogte verstelbare pootjes
15. Afdekklep van het botervakje
16. Eierenrekje
17. Deurvak
18. Isolatiestrip deur
19. Flessenvak
20. Deurgreep
21. IJsblokjesbakje
22. Condensator
23. Afvoer dooiwater
24. Afstandhouder
25. Verdampingsschaal
26. Compressor vrieskast
27. Compressor koelkast
28. Wieltjes
13
Bedieningspaneel
A. waarschuwingslampje (rood)
B. lampje snel invriezen (geel)
C. knop snel invriezen
D. temperatuurinstelling - knop
diepvries
E. temperatuurinstelling - knop koelkast
Koelkastgedeelte
De thermostaatknop (E) is de schakelaar.
Draai de thermostaatknop (E) rechtsom om de koelkast te laten koelen. In de
positie "0" is de koelkast uit, maar de stroomtoevoer is nog wel ingeschakeld.
Diepvriesgedeelte
De thermostaatknop (D) is de aan/uit-schakelaar.
Draai de thermostaatknop (D) rechtsom om de diepvries in te schakelen. In
de positie "0" is de diepvries uit, maar de stroomtoevoer is nog wel
ingeschakeld.
De temperatuurinstelknop (D) kan worden gebruikt om steeds de meest
energiebesparende bewaartemperatuur voor uw ingevroren voedsel te kiezen.
De optimale bewaartemperatuur ligt rond -18°C. Het gele controlelampje (C)
gaat aan wanneer de knop (B) is ingedrukt. Het diepvriesgedeelte is dan con-
tinu in bedrijf.
Het rode temperatuurcontrolelampje (A) gaat aan wanneer:
- het apparaat is opgestart maar de bewaartemperatuur nog niet is bereikt;
- de minimale bewaartemperatuur niet kan worden vastgehouden (storing);
- grote hoeveelheden voedsel in de diepvries worden geplaatst; of
- de deur van het apparaat te lang geopend is.
Belangrijk: als u de knop snel invriezen gebruikt of de temperatuurinstelling
wijzigt, is het mogelijk dat de koelmotor van het apparaat niet onmiddellijk
maar pas na enige tijd aanslaat. Dit is geen storing.
14
Opstarten en temperatuur instellen
Koelkastgedeelte
Steek de stekker van het aansluitsnoer in een geaarde contactdoos.
Draai de knop (E).
Instelling "0": uit.
Instelling "1": hoogste temperatuur (warmste instelling).
Instelling "4" (tot aanslag): laagste temperatuur (koudste instelling).
Bij het kiezen van de juiste temperatuur moet rekening worden gehouden
met het feit dat de temperatuur in de koelkast afhankelijk is van:
- de hoeveelheid voedsel die is opgeslagen;
- de regelmaat waarmee de deur wordt geopend;
- de omgevingstemperatuur.
Belangrijk!
Bij hoge omgevingstemperaturen (bijvoorbeeld op warme zomerdagen) en
een lage temperatuurinstelling (positie "4") kan het voorkomen dat de com-
pressor voortdurend in bedrijf is.
Als dit het geval is, draai dan de instelknop voor de temperatuur terug naar
een warmere instelling (positie "3" tot "4"). Bij deze instelling wordt de com-
pressor weer in- en uitgeschakeld zoals gebruikelijk en wordt er weer
automatisch ontdooid.
Diepvriesgedeelte
Maak voordat u het apparaat inschakelt de binnenzijde van het apparaat en
alle accessoires schoon. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact.
Draai de temperatuurregelaar (D) in de richting van het getal "1". Het rode
lampje (A) gaat aan.
Druk op de knop voor snel invriezen (B). Het gele controlelampje (C) gaat
branden en het akoestische waarschuwingssignaal stopt.
Wacht tot het rode lampje (A) uit is voordat u de knop voor snel invriezen
(B) reset, zodat het gele lampje (C) uit gaat.
Draai de knop (D).
Instelling "0": uit.
Instelling "1": hoogste temperatuur (warmste instelling).
Instelling "4" (tot aanslag): laagste temperatuur (koudste instelling).
Bij het kiezen van de juiste temperatuur moet rekening worden gehouden
met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: (zie
koelkast)
15
Belangrijk:
Controleer regelmatig of het rode temperatuurlampje (A) niet brandt, om te
verzekeren dat de bewaartemperatuur correct is.
Gebruik van het koelapparaat
Voor een optimale koeling is een goede luchtcirculatie noodzakelijk. Bedek
daarom de roosters nooit met papier, schalen, enz.
Zet nooit warme etenswaren in de koelruimte, maar laat ze eerst tot
kamertemperatuur afkoelen. Zo voorkomt u ongewenste rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes overnemen, daarom is een goede ver-
pakking, zoals gesloten schaaltjes, aluminium- of vershoudfolie, noodzake-
lijk. Op die manier worden ook de natuurlijke vochtgehaltes behouden en
blijven bijvoorbeeld groentes dagenlang vers.
16
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de afbeelding:
1 gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in schaaltjes, vers vlees,
vleeswaren, dranken
2 melk, zuivelproducten, levens-
middelen in schaaltjes
3 fruit, groenten
4 kaas, boter
5 eieren
6 yoghurt, zure room
7 kleine flessen, frisdrank
8 grote flessen, dranken
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing informeren u over bewaartijden.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat hij afhankelijk is van
de versheid en de behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden zijn
daarom slechts richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt consumeren, kunnen ze
ongeveer 1 dag (tot ze gaan ontdooien) in de koelkast bewaard worden.
Interieur
Legplateaus
Het legvlak boven de groente-/fruit-
bak moet in de onderste geleiders
liggen, opdat groente en fruit langer
vers blijven.
De overige legplateaus zijn in hoogte
verstelbaar:
1. Legplateau naar voren trekken, tot
het kan worden losgenomen.
2. Legplateau op een andere hoogte
plaatsen.
17
Gebruik van de vriezer
Invriezen
Dit apparaat is geschikt voor het invriezen van verse levensmiddelen met een
hoeveelheid aangegeven op het gegevensblad. De levensmiddelen dienen na
een voldoende voorbereiding op de volgende manier ingevroren worden.
Stel de draaiknop van de temperatuurregelaar naar de middenpositie.
Verplaats de al ingevroren levensmiddelen vanuit de bovenste korf naar een
andere korf of naar meerdere korven. Leg de verse levensmiddelen naar de
bovenste korf, zodat er genoeg plaats voor een vrije luchtstroming blijft.
Schakel het apparaat in zoals bovenaan vermeld en laat het 24 uren lopen.
Stel de draaiknop van de temperatuurregelaar na 24 uren naar een positie
zoals gewenst, of laat ze in het midden staan, wat de alledaagse verhoudin-
gen voldoet.
Het is niet aangeraden, de draaiknop van de temperatuurregelaar naar een
hogere positie (bijv. maximum stand) te draaien. De invriestijd wordt hierdoor
verminderd, maar de temperatuur in het vak voor verse etenswaren zal onder
0° graden dalen, waardoor etenswaren en drank die hier opgeborgen zijn,
worden ingevrozen.
Vries nooit tegelijkertijd een
grotere hoeveelheid etenswaren
in dan aangegeven is in de
„Technische gegevens”, het
invriesproces zal daardoor niet
optimaal verlopen en de kwaliteit
van de etenswaren kan vermin-
deren (verlies van smaak, geur,
etc.).
Maak geen ijs aan tijdens het
invriezen, want dit kan de invri-
escapaciteit verminderen.
18
Opbergen in de vrieskast
Het is wel aangeraden, de ingevroren levensmiddelen na het invriezen naar 1
korf of 2 korven te verplaatsen. Daardoor kunt u meer plaats voor de volgende
in te vriezen levensmiddelen maken. Een nieuw invriezen schaadt de al opges-
lagen goederen niet.
Indien u een groetere hoeveelheid levensmiddelen moet opslaan, dan kunt de
korven (behalve het onderste korf) verwijderen, zodat het voedsel direct naar
de rekken kan worden gelegd.
Vergeet niet rekening te houden met de houdbaarheidsdatum op de ver-
pakking indien u reeds ingevrozen etenswaren koopt.
Het is veilig bevrozen producten op te bergen enkel en alleen indien ze niet
werden ontdooid, zelfs niet voor een korte periode.
Indien diepgevrozen producten reeds werden ontdooid, mogen ze niet
opnieuw worden ingevrozen, maar moeten ze zo snel mogelijk worden
opgegeten.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vriesruimte. Als u de bodem
van het ijsblokjesbakje nat maakt en de temperatuurregelaar op de maximale
stand zet, gaat het invriezen sneller. Vergeet niet, de temperatuurregelaar na
het invriezen weer op de normale stand te draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijsblokjesbakje onder
stromend water te houden en het dan iets te verdraaien. Mocht het ijsblok-
jesbakje vastgevroren zijn, gebruik dan geen scherpe voorwerpen om het los
te maken. Daarmee kunt u beschadigingen veroorzaken.
19
Enkele nuttige tips en adviezen
1. De rekken vereisen bijzondere aandacht, aangezien ze het rendement van het
vak voor verse etenswaren aanzienlijk verhogen. De verschillende rekken kun-
nen ook worden verplaatst wanneer de deur geopend is onder een hoek van
90.
2. Door het openen en sluiten van de deur kan de temperatuur in de vrieskast
gaan schommelen. Wacht 2 tot 3 minuten nadat u de deur gesloten hebt om
ze opnieuw te openen, zodat de temperatuur in de vrieskast opnieuw stabiel
is.
3. Bedien de thermostaat op die manier dat de binnentemperatuur nooit hoger
is dan 18 C.
4. Controleer dagelijks de goede werking van de vrieskast om eventuele defecten
vroegtijdig op te sporen en het slecht worden van de ingevrozen etenswaren
te voorkomen.
5. Normale geluiden:
Klikken: Het in- en uitschakelen van de compressor door de elektronische
sturing wordt door een licht klikken begeleid.
U kan een zacht borrelend geluid horen wanneer de vriesvloeistof door de
buizen wordt gepompd, naar de koelplaat/condensator.
Plonzen: Als de compressor ingeschakeld wordt en de koelvloeistof door de
buisslangen begint door te stromen, dan hoort men vaak een pulserend
(brommend, suizend, druppelend, lekkend) geluid. Dit geluid is vaak hoor-
baar voor een korte tijd na het uitschakelen van de compressor.
De condensator (dit deel verkoelt
het vriesgedeelte) bevindt zich in
de vrieskast. Tijdens de werking
kan de temperatuur en ook de
afmetingen van de condensator
lichtjes wijzigen. Deze veran-
deringen kunnen een krakend
geluid veroorzaken, wat normaal
en onschadelijk is.
6. Indien u de temperatuur in de
vrieskast wil controleren, plaats de
thermostaatknop in de stand
"Medium”. Zet vervolgens een glas
water in het midden van de vrieskast
en plaats hierin een thermometer met een nauwkeurigheid van +/- 1 C.
Indien u na 6 uur een waarde meet tussen +3 C en +8 C, dan functioneert het
koelapparaat optimaal. Het opmeten moet worden uitgevoerd onder vaste
voorwaarden (zonder de inhoud van de vrieskast te wijzigen).
20
7. Indien u een thermometer gebruikt om de vriestemperatuur te meten, plaats
hem dan tussen de etenswaren, omdat op die manier de reële temperatuur
wordt weergegeven.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig
mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
1. Zet het apparaat niet op een plaats waar het blootgesteld wordt aan de zon
of aan een hittebron.
2. Zorg voor voldoende ventilatie van de condensator en de compressor. Hou de
luchtcirculatie rond het apparaat vrij.
3. Bewaar de levensmiddelen altijd in goed sluitende bewaardozen of verpakt in
huishoud- of aluminiumfolie zodoende onnodige rijp- of ijsvorming te
voorkomen.
4. Open de deuren niet onnodig en laat ze niet langer open staan dan absolu-
ut noodzakelijk is.
5. Laat warme levensmiddelen eerst afkoelen tot op kamertemperatuur
vooraleer ze in de vriezer te plaatsen.
6. Zorg ervoor dat de condensator steeds schoon is.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen
gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van
milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de
plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het
koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd
wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Aeg-Electrolux S60362KG8 Manuel utilisateur

Taper
Manuel utilisateur

dans d''autres langues