BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Verwijderen of installeren van het zaagblad
Het volgende blad kan met deze machine worden gebruikt.
Model Max. diameter Min. diameter Bladdikte Zaagsnede
5603R 165 mm 150 mm minder dan 1,7 mm meer dan 1,9 mm
5705R 190 mm 170 mm minder dan 1,7 mm meer dan 1,9 mm
5903R 235 mm 210 mm minder dan 1,9 mm meer dan 2,1 mm
De dikte van het spouwmes is 1,8 mm voor Modellen
5603R en 5705R, 2,0 mm voor Model 5903R.
LET OP:
•
Gebruik geen zaagbladen die niet voldoen aan de
specificaties in deze gebruiksaanwijzing.
•
Gebruik geen zaagbladen waarvan de schijf dikker
is of de zetting kleiner is dan de dikte van het
spouwmes.
Om het zaagblad te verwijderen, druk de asvergren-
deling volledig in om te voorkomen dat de as gaat
draaien, en draai dan de bout met zeskante kop los
met behulp van de inbussleutel. (Fig. 1)
Breng de veiligheidskap zo ver mogelijk omhoog om
de buitenste flens te verwijderen en verwijder dan het
zaagblad. (Fig. 2)
Installeer het zaagblad in de omgekeerde volgorde
van verwijderen. Monteer achtereenvolgens de bin-
nenste flens, het zaagblad, de buitenste flens en de
bout met zeskante kop. Draai de bout met zeskante
kop stevig vast terwijl u de asvergrendeling volledig
ingedrukt houdt. (Fig. 1 en 3)
LET OP:
•
Zorg ervoor dat de tanden van het zaagblad naar
voren wijzen in dezelfde richting als de draairichting
van de machine. (De pijl op het zaagblad moet in
dezelfde richting wijzen als de pijl op de machine.)
•
Druk de asvergrendeling nooit in terwijl de zaag
draait.
•
Gebruik alleen de Makita dopsleutel voor het ver-
wijderen of installeren van het zaagblad.
Afstellen van het spouwmes (Fig. 4)
Gebruik de dopsleutel voor het losdraaien van de
zeskante bout voor afstelling van het spouwmes en
breng dan de veiligheidskap omhoog. Beweeg het
spouwmes omhoog of omlaag over de twee uitsteek-
sels voor afstelling (zie de afbeelding), zodat de juiste
afstand tussen het spouwmes en het zaagblad wordt
verkregen.
LET OP:
Het spouwmes moet zodanig worden afgesteld dat:
De afstand tussen het spouwmes en de getande rand
van het zaagblad niet meer dan 5 mm bedraagt.
De getande rand niet meer dan 5 mm onder de
onderste rand van het spouwmes uitsteekt.
Afstellen van zaagdiepte (Fig. 5)
Zet de hendel op de dieptegeleider los en beweeg de
grondplaat op of neer. Zet de grondplaat op de
gewenste diepte vast door de hendel vast te zetten.
LET OP:
•
Gebruik een geringe zaagdiepte voor het zagen van
dunne werkstukken, om veiliger te zagen en scho-
nere zaagsneden te krijgen.
•
Na het afstellen van de zaagdiepte, dient u de
hendel altijd stevig vast te zetten.
Afstelling voor verstekzagen (Fig. 6)
•
Draai de vleugelmoeren vooraan en achteraan los
en zet dan de machine in de gewenste hoek voor
verstekzagen (0 – 45°). Na afstelling, de vleugel-
moeren vooraan en achteraan stevig vastdraaien.
Zaaghoek instellen (5603R, 5705R) (Fig. 7)
Voor rechte zaagsneden, laat de zaaglijn op het
werkstuk samenvallen met de rechter inkeping op de
voorkant van de grondplaat.
Voor 45° schuine zaagsneden, laat de zaaglijn op het
werkstuk samenvallen met de linker inkeping.
Bovengeleider (5903R) (Fig. 8)
Laat uw richtlijn samenvallen met de 0° inkeping voor
rechte zaagsneden of de 45° inkeping voor 45°
schuine zaagsneden.
Werking van de trekkerschakelaar (Fig. 9)
LET OP:
•
Alvorens de stekker in een stopcontact te steken,
altijd eerst controleren of de trekkerschakelaar juist
werkt en terugkeert naar de ‘‘OFF’’ stand wanneer
hij wordt losgelaten.
Een vergrendelingsknop is voorzien om te voorkomen
dat de trekkerschakelaar per toeval wordt ingedrukt.
Om de machine aan te zetten, de vergrendelingsknop
indrukken en dan de trekkerschakelaar indrukken.
Om de machine af te zetten, de trekkerschakelaar
loslaten.
Bediening (Fig. 10)
Houd de machine stevig vast. Zet de grondplaat op
het te zagen werkstuk zonder dat het zaagblad ermee
in contact komt. Zet dan de machine aan en wacht tot
het zaagblad op volle snelheid is gekomen. Beweeg
nu gewoon de machine naar voren over het oppervlak
van het werkstuk; houd hierbij de machine vlak en
beweeg deze langzaam totdat het zagen is voltooid.
Om schone zaagsneden te krijgen, dient u uw zaaglijn
recht te houden en de machine met gelijkmatige
snelheid naar voren te bewegen.
26
5603R-y2k (Nl) (’100. 10. 11)