Elektrische veiligheid
Gevaar in geval van contact
met stukken onder spanning!
Onmiddellijk loskoppelen als
de verlengkabel werd
beschadigd of doorgesneden.
We raden aan de aansluiting
uit te voeren via een Fi-
veiligheidsschakelaar met een
nominale
lekstroom < 30 mA.
Als er zich mensen in de zwembaden of de
waterplassen bevinden, dan de pomp niet
gebruiken.
De huisnetspanning moet conform de
gegevens van de netspanning vermeld in de
technische kenmerken zijn, geen andere
voedingsbronnen gebruiken.
Het apparaat mag niet worden gebruikt op een
elektrische uitrusting conform de norm
DIN/VDE 0100, Delen 737, 738 en 702. Om de
elektrische bescherming te waarborgen
moeten een kabelveiligheidsschakelaar 10/30
mA en een aardlekschakelaar worden
geïnstalleerd waarvan de nominale lekstroom
10/30 mA bedraagt.
Gebruik alleen verlengkabels voorzien voor
buitengebruik met een minimale doorsnede
van 1,5 mm². De kabelspoelen steeds volledig
afrollen voor gebruik.
Het is verboden beschadigde of brosse
verlengkabels te gebruiken.
Controleer voor elke indienststelling de staat
van uw verlengkabel.
Als u de aansluitingskabel moet verlengen,
gebruik dan alleen een kabel van het type
H07RN- F en een verzegeld opzetstuk. Dit
werk mag alleen worden uitgevoerd door een
elektricien.
MONTAGE
De drukleiding installeren.
De pomp is uitgerust met een terugslagklep
ter hoogte van de uitgang. Deze voorkomt
dat de drukleiding leegloopt, telkens de pomp
stilvalt.
1. De drukleiding (03/1) installeren op het
drukleidingsaansluitstuk (03/2).
2. De aansluitingskabel (03/3) met
kabelklemmen vastzetten op de drukleiding
(03/4).
3. Vooraleer de pomp in een put of een kuil te
dompelen, de meegeleverde kabel bevestigen
met de kabelklemmen (03/5).
INDIENSTSTELLING
Veiligheid
Vermijd via aangepaste
maatregelen dat gebreken
aan de dompelpomp schade
veroorzaken te wijten aan een
overstroming.
Hang de dompel aan een kabel als u deze
gebruikt.
Gebruik het apparaat alleen als de pomp
volledig is ondergedompeld.
Let op voldoende afstand tot de bodem van de
kuil te houden (minstens 1 m).
Gebruik de ondergedompelde pomp nooit
tegen een gesloten drukleiding.
Wat de kuilen betreft, zorg ervoor dat ze
voldoende grote afmetingen hebben.
Denk er steeds aan de kuilen af te dekken,
zodanig dat men er kan over lopen.
De pompvoet demonteren (04)
Om de pomp te gebruiken in een smalle kuil
met een diameter van minder dan 100 mm
moet u de voetpomp wegnemen.