GB-F-NL-9
NL F
BOURRAGES DES CYLINDRES DE COUPE
Coupez le moteur et assurez-vous que toutes les
pièces mobiles se sont immobilisées. Serrez les freins
et débrayez tous les entraînements.
Faites très attention en retirant les bourrages. Eloignez
des lames toutes les parties du corps. Faites attention
à l’énergie résiduelle qui peut provoquer la rotation des
lames quand le bourrage est débloqué.
Eloignez toute personne des unités de coupe. En effet,
la rotation d’un cylindre peut entraîner la rotation des
autres.
REGLAGES, LUBRIFICATION ET MAINTENANCE
Coupez le moteur et assurez-vous que toutes les
pièces mobiles se sont immobilisées. Serrez les freins
et débrayez tous les entraînements.
Prenez connaissance de toutes les consignes
d’entretien de la machine. N’utilisez que les pièces de
rechange disponibles auprès du fabricant d’origine.
Lors du réglage des cylindres de coupe, faites
attention que les mains ou les pieds ne soient pas
happés par les cylindres en rotation. Vérifiez que
personne ne touche les cylindres de coupe. En effet,
la rotation d’un cylindre peut entraîner la rotation des
autres.
Dans le but de réduire le risque d’incendie, ne laissez
ni déchets d’herbe, ni feuilles, ni excès de graisse
s’accumuler sur le moteur, le silencieux ou la batterie.
Par souci de sécurité, remplacez toute pièce
endommagée ou usée.
Pour effectuer un travail sous les pièces de la machine
ou sous la machine elle-même, vérifiez qu’elle est
bloquée sur un support stable.
Ne démontez pas la machine avant d’avoir libéré ou
contenu les tensions résiduelles susceptibles de
provoquer le mouvement brusque des pièces.
Ne modifiez pas la vitesse du moteur au-delà de la
vitesse maximale indiquée à la rubrique Spécifications
Moteur. Ne modifiez pas les réglages du régulateur du
moteur et n’emballez pas le moteur. Les excès de
vitesse du moteur peuvent augmenter les risques de
blessures corporelles.
Pour faire le plein de carburant, COUPEZ LE
MOTEUR, NE FUMEZ PAS. Remplissez toujours le
réservoir de carburant AVANT de démarrer le moteur.
Ne procédez jamais au remplissage d’appoint alors
que le moteur tourne. Utilisez un entonnoir pour verser
le carburant à partir d’un jerrican. Le niveau de
carburant ne doit pas dépasser la partie inférieure du
goulot de remplissage. Revissez soigneusement tous
les bouchons de réservoir et de jerrican de carburant.
Entreposez le carburant dans des containers
spécialement conçus à cet effet. Le remplissage du
réservoir doit toujours se faire à l’air libre. Ne fumez
pas pendant le ravitaillement.
GEBLOKKEERDE MAAICILINDERS
De motor afzetten en controleren of alle bewegende
delen stilstaan. De remmen aantrekken en alle
aandrijvingen uitschakelen.
De belemmeringen voorzichtig verwijderen. Alle delen
van de carrosserie afhouden van de snijranden. Denk
aan de energie in de aandrijving die nog voor
ronddraaien kan zorgen als de blokkade wordt
opgeheven.
Omstanders uit de buurt van de snijmessen houden
omdat het ronddraaien van één cilinder ook de andere
in beweging kan brengen.
AFSTELLINGEN, SMERING EN ONDERHOUD
De motor afzetten en controleren of alle bewegende
delen stilstaan. De remmen aantrekken en alle
aandrijvingen uitschakelen.
Alle betreffende onderhoudsinstructies doorlezen.
Gebruik uitsluitend de vervangende delen die door de
oorspronkelijke fabrikant worden geleverd.
Bij het afstellen van de maaicilinders oppassen dat de
handen of voeten niet beklemd raken bij het
ronddraaien van de cilinders. Zorg dat ook geen
andere mensen aan de messen kunnen komen,
omdat het ronddraaien van één cilinder ook de
andere aan het draaien kan brengen.
Om het brandgevaar te beperken, de motorruimte,
uitlaatdemper en accu vrij houden van gras, bladeren
of overmatig vet.
Uit veiligheidsoogpunt versleten of beschadigde
onderdelen vervangen.
Als er onder opgekrikte delen of machines wordt
gewerkt, deze op een juiste wijze ondersteunen.
De machine niet demonteren zonder krachten
waardoor onderdelen plotseling kunnen gaan
bewegen op te heffen of vast te zetten.
Het motortoerental niet wijzigen boven het maximum
vermeld in Motor Specificatie. De instellingen van de
motor regulateur niet veranderen of de motor over zijn
toeren jagen. De motor op een te hoog toerental te
laten draaien kan het gevaar op persoonlijk letsel
vergroten.
Voor het bijvullen van brandstof, DE MOTOR
AFZETTEN, NIET ROKEN. Brandstof bijvullen voor de
motor wordt gestart, nooit brandstof bijvullen bij
lopende motor. Gebruik een trechter om brandstof uit
een blik in de tank te gieten. De brandstoftank niet
verder vullen dan de onderkant van de vulhals. Alle
doppen van de brandstoftanks en blikken stevig
dichtdraaien. Brandstof bewaren in blikken die
speciaal voor dit doel zijn ontworpen. Alleen buiten
brandstof bijvullen en niet roken tijdens het vullen van
de tank.
Als brandstof is gemorst, niet proberen om de motor te
starten maar de machine wegduwen van de plaats
waar gemorst werd duwen. De motor laten afkoelen
voor de machine in een besloten ruimte wordt