Het apparaat mag niet met een tijdschakelklok of met een apart, op afstand be- ∙
diend systeem bediend worden!Stekker telkens na gebruik of in geval van fouten
uittrekken.
Ruk niet aan het netaansluitsnoer. Laat dit niet tegen raden schuren of knel het ∙
niet in. Aansluitsnoer niet met natte handen vastgrijpen.
Netsnoer op een veilige afstand van hete onderdelen houden. ∙
Laat het apparaat tijdens de werking nooit zonder toezicht. ∙
Zet niets op het toestel neer. ∙
Dek de ventilatiesleuven nooit af.
Geen puntige voorwerpen in de ventilatie steken.
Bewaar het toestel niet in de open lucht of in een vochtige ruimte. ∙
Toestel en netsnoer nooit in water of in een andere vloeistof dompelen (gevaar ∙
door elektrische schok). Toestel tegen vochtigheid beschermen!
Het toestel niet gebruiken als het snoer of de glasplaat beschadigd, gescheurd of ∙
neergevallen is.
Om gevaren te vermijden, nooit iets aan het toestel veranderen of zelf repareren. ∙
Reparaties en uitwisseling van het aansluitsnoer door een gespecialiseerde firma
laten uitvoeren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van een foutief gebru- ∙
ik, dat door veronachtzaming van de gebruiksaanwijzing tot stand komt.
Het toestel wordt warm, uitsluitend na het afkoelen transporteren. ∙
Het toestel mag niet met een tijdschakelklok of met een afzonderlijk, op afstand ∙
werkend systeem bediend worden!
∙ Opgepast! Toestel wordt warm.
Geen lege pot, bestekdelen of andere metaalachtige voorwerpen op het toestel ∙
leggen. Deze delen worden bij een ingeschakeld toestel heet. Geen gesloten meta-
len blikjes verhitten. Ze kunnen openbarsten. Het glasoppervlak kan na het koken
een restwarmte van het kookgerei vertonen.
Niet dragen indien er zich kookgerei op bevindt. ∙
Het glasoppervlak met niet meer dan 5 kg belasten. ∙
Het toestel niet zonder toezicht laten werken. ∙
Het toestel niet in de nabijheid van magnetisch gevoelige voorwerpen (bijvoorbe- ∙
eld magneetkaarten etc.) gebruiken
Na beëindiging van het koken de stekker uittrekken. ∙
Gebruik het apparaat niet op een metalen tafel want dit kan leiden tot potentieel ∙
ernstig gevaar voor gebruikers en het apparaat zelf.
Wed in gebruik
Steek de stekker in het stopcontact. Er weerklinkt een signaal. Als het apparaat in- ∙
gestoken is, geeft het LED-display de temperatuur van het kookoppervlak aan. Als
de temperatuur van de kookplaat lager dan 50°C is, verschijnt „L“ op het display.
Als de temperatuur hoger dan 50°C is, verschijnt „H“ op het display.
Plaats een geschikte pan/pot in het midden van de kookplaat. ∙
Druk nu de toets „AAN/STAND-BY“ in. De controlelampjes bij „Trap“ en „TEMP.“ ∙
knipperen, er weerklinkt een signaal en de melding „-L-„ of“-H-„ op het display
verdwijnt. (Opmerking: Indien niet binnen een tijdspanne van 30 seconden, nadat
de toets „AAN/STAND-BY“ ingedrukt werd, nog een andere toets ingedrukt wordt,
gaan de controlelampjes bij „TRAP“ of „TEMP“ uit en schakelt het apparaat auto-
matisch terug naar de modus “Stand-by”. I, op het display verschijnt weer „-L-„ of
„-H-„. Om het apparaat terug in te schakelen, nogmaals de toets „AAN/STAND-BY“
indrukken.)
Vermogen
Pot op het toestel zetten.
Toets “„AN/STANDBY“” indrukken. “Trap” knippert dan op het display. Als u geen
instelling doorvoert, gaat het toestel binnen een tijdspanne van ca. 1 minuut terug
naar de modus “Stand-by”.
Druk de toets “Trap” (= stemt met vermogen overeen) in, op het display verschijnt
“5”. Met de draairegelaar kunt u de vermogens wijzigen.
1 = 900 Watt* 2 = 915 Watt* 3 = 915 Watt 4 = 950 Watt 5 = 1180 Watt
6 = 1290 Watt 7 = 1450 Watt 8 = 1550 Watt 9 = 1750 Watt 10 = 2000 Watt
(*= geklokt)
Alle vermogenstrappen zijn geschikt om water of soepen te koken. Indien er vlees of
groenten gebraden/gebakken moeten worden, gelieve dan van de temperatuurfunc-
tie gebruik te maken om tot een goed resultaat te komen.
Temperatuur
Deze functie dient gebruikt te worden voor het braden/bakken van vlees en groeten.
Pot op het toestel zetten. Toets “„AN/STANDBY“” indrukken. De temperatuurtoets
2x indrukken. Op het display verschijnt “120°C”. Met de draairegelaar kunt u de tem-
peratuur van 60 tot 240°C instellen. De ingebouwde meetvoeler handhaaft ongeveer
de ingestelde temperatuur. Indien de beschermingsinrichting tegen een te hoge tem-
peratuur het toestel uitschakelt en het display “E05” aangeeft, laat u het afkoelen en
start u opnieuw.
Opgelet: Enkel de instelling “Trap” of de instelling “Temperatuur” kan gekozen wor-
den. Het is niet mogelijk, beide instellingen te kiezen.
Men kan echter te allen tijde, ook als er een tijdspanne ingesteld is, tijdens het koken
tussen trap en temperatuur wisselen. Op het display flitsen de lampjes aan al naarge-
lang wat u gekozen hebt.