NOVY 1726 Le manuel du propriétaire

Taper
Le manuel du propriétaire

Ce manuel convient également à

Gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften
Inductiekookplaten Power
Mode d’emploi et d’installation
Table à induction Power
Montage- und Bedienungsanleitung
Induktions Kochfelder Power
Instructions for use and installation
Power induction hob
1724-2 – 1726-2 – 1763-2 – 1767-2
INHOUD
VEILIGHEID ................................................................................................................................... 4
V
OORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK VAN HET TOESTEL
......................................................... 4
G
EBRUIK VAN HET APPARAAT
........................................................................................................ 5
V
OORZORGSMAATREGELEN TEGEN BESCHADIGING
......................................................................... 6
V
OORZORGSMAATREGELEN BIJ DEFECT VAN HET APPARAAT
............................................................. 7
A
NDERE VOORZORGSMAATREGELEN
.............................................................................................. 7
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT ....................................................................................... 8
T
ECHNISCHE KENMERKEN
............................................................................................................. 8
B
EDIENINGSPANEEL
...................................................................................................................... 9
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ................................................................................................. 9
D
ISPLAY
...................................................................................................................................... 9
V
ENTILATIE
.................................................................................................................................. 9
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT ................................................. 10
V
OOR HET EERSTE GEBRUIK
........................................................................................................ 10
P
RINCIPE VAN INDUCTIE
.............................................................................................................. 10
T
IPTOETSEN
.............................................................................................................................. 10
S
LIDERBEDIENING EN TIMERINSTELLING
........................................................................................ 10
I
NWERKINGSTELLING
.................................................................................................................. 11
D
ETECTIE VAN DE KOOKPOT
........................................................................................................ 11
A
ANDUIDING RESTWARMTE
.......................................................................................................... 11
P
OWER FUNCTIE EN
S
UPER
P
OWER FUNCTIE
................................................................................ 12
T
IMER FUNCTIE
.......................................................................................................................... 13
A
ANKOOKAUTOMAAT FUNCTIE
..................................................................................................... 14
S
TOP
&G
O FUNCTIE
.................................................................................................................... 15
H
ERHALING FUNCTIE
................................................................................................................... 15
W
ARMHOUD FUNCTIE
.................................................................................................................. 15
B
RUG OF AUTOMATISCHE BRUG FUNCTIE
...................................................................................... 16
V
ERGRENDELING BEDIENINGSPANEEL
.......................................................................................... 16
KOOKADVIES ............................................................................................................................. 17
K
WALITEIT VAN DE KOOKPOTTEN
.................................................................................................. 17
A
FMETINGEN VAN DE KOOKPOTTEN
.............................................................................................. 17
ONDERHOUD EN REINIGING .................................................................................................... 18
KLEINE STORINGEN VERHELPEN ........................................................................................... 18
MILIEUBESCHERMING .............................................................................................................. 19
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN ............................................................................................... 20
ELEKTRISCHE AANSLUITING .................................................................................................. 21
4
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
Verwijder alle verpakkingen.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat
dienen aan een erkende vakman toevertrouwd te worden. De
fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor
eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of
aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het
gemonteerd en geïnstalleerd is in een meubel met een
gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik
(bereiding van voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander
huishoudelijk, commercieel of industrieel gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische
glas.
Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak.
De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat
volgens de vereiste voorschriften op een aardleiding is
aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het
elektrische net.
Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een
vaatwasmachine of een droogkast, de vrijgekomen damp kan
de elektronische apparatuur beschadigen.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met een externe
tijdschakelklok of een afstandsbediening.
5
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit.
Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten
want deze kunnen vlug vlam vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het
apparaat.
Kinderen het apparaat niet laten manipuleren.
Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een
vast of los apparaat met het warme kookvlak of met een warme
kookpot in contact komt.
Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informatica
diskettes, rekenmachines) mogen zich niet in de onmiddellijke
nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds
aanschakelen of restwarmte zouden andere materialen kunnen
smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad.
Het zou kunnen verhitten en ontvlammen.
Kinderen jonger dan 8 jaar, personen van wie de psychische en
of mentale capaciteit vermindert zijn en personen van wie de
kennis onaangepast is, kunnen dit toestel enkel onder toezicht
gebruiken of indien zij opgeleid zijn om dit toestel te gebruiken
in veilige omstandigheden.
Zij dienen daarbij op de hoogte te zijn van de mogelijke risico’s
die zich kunnen voordoen. Kinderen mogen niet met dit toestel
spelen.
Zonder toezicht van een volwassene kan het reinigen en
onderhoud van dit toestel niet aan kinderen toevertrouwd
worden.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet geplaatst worden op het glazen kookoppervlak
omdat deze dan heet kunnen worden.
6
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet
geëmailleerd gietijzer) kunnen het glas beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen
het glas beschadigen.
Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen.
Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas.
Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt
volgens de instructies van de fabrikant.
Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat.
Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of
aluminiumfolie met de hete zones. Deze stoffen kunnen tijdens
het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of
aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk
van de nog hete zones (opgepast: risico voor brandwonden)
Risico van brand! Geen voorwerpen op de kookplaat leggen.
Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone.
Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor
een voldoende afstand (2 cm) tussen de inhoud van de lade
en de onderkant van het apparaat teneinde een goede
ventilatie te verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade
onder de kookplaat. Eventuele bestekbakken dienen in
warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
7
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de
elektrische toevoer uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit
indien er een barst of spleet in het vitrokeramische glas is en
verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel
te worden uitgevoerd. In geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is,
schakel het toestel uit om een mogelijke elektrische schok te
voorkomen.
Andere voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de
kookzone staat. De bodem van de kookpot moet de kookzone
zoveel mogelijk bedekken.
Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur
beïnvloeden. Personen die een pacemaker dragen doen er
goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze
kunnen op de nog hete zones smelten.
Vuur nooit blussen met water. Schakel de kookzone uit.
Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets
dergelijks verstikken.
HET GEBRUIK VAN NIET GESCHIKTE POTTEN EN
PANNEN OF VAN VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM
POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR INDUCTIE, OP TE
WARMEN, VALT NIET ONDER DE
GARANTIEVOORWAARDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK
GEHOUDEN WORDEN VOOR BESCHADIGINGEN AAN
DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE HIERVAN
HET GEVOLG KUNNEN ZI
JN.
8
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
Type 1724-2
17
26
-
2
1763-2 1767-2
Total vermogen
7
40
0 W
740
0 W
Energieverbruik van de kookplaat EChob**
176.8
Wh/kg
176.5
Wh/kg
1
79.6
Wh/kg
Links voor zone
2
4
0 x
20
0 mm
2
4
0 x
20
0 mm
2
4
0 x
20
0 mm
Detectie kookpan
Ø 100 mm
Ø 100 mm
Ø 100 mm
Normaal*
Met
Power
*
26
00 W
Super
Power
*
Gestandaardiseerde categorie van het
kookgerei**
C C C
Energieverbruik EC
cw
**
182.
2
Wh/kg
182.
2
Wh/kg
182.
2
Wh/kg
Links achter zone
2
4
0 x
20
0 mm
2
4
0 x
20
0 mm
2
4
0 x
20
0 mm
Detectie kookpan
Ø 100 mm
Ø 100 mm
Ø
100 mm
Normaal*
Met
Power
*
Super
Power
*
Gestandaardiseerde categorie van het
kookgerei**
C C C
Energieverbruik EC
cw
**
182.
2
Wh/kg
182.
2
Wh/kg
182.
2
Wh/kg
Rechts achter zone
Ø
280 mm
Ø
2
1
0 mm
Ø
230 mm
Detectie kookpan
Ø
145 mm
Ø
100 mm
Ø
110 mm
Normaal*
Met
Power
*
Super
Power
*
Gestandaardiseerde categorie van het
kookgerei**
D B B
Energieverbruik EC
cw
**
175.5 Wh/kg
1
75.4 Wh/kg
167.3 Wh/kg
Rechts voor zone
Ø
230 mm
Ø
2
1
0 mm
Ø
230 mm
Detectie kookpan
Ø
110 mm
Ø
100 mm
Ø
110 mm
Normaal*
Met
Power
*
Super
Power
*
Gestandaardiseerde categorie van het
k
ookgerei**
B A D
Energieverbruik EC
cw
**
167.3 Wh/kg
166 Wh/kg
186.5 Wh/kg
* het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten
** berekend volgens de methoden voor het meten van de gebruikseigenschappen(EN 60350-2)
9
Bedieningspaneel
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Display
Display Aanduiding Omschrijving
0 Nul Kookzone geactiveerd
1…9 Vermogensstand Keuze kookniveau
U Detectie kookpan Geen of onaangepaste kookpan
A Kookfunctie geactiveerd Aankookautomaat
E Foutmelding Defect elektronisch circuit
H Restwarmte aanduidding De kookzone is warm
P Power Het turbovermogen is geactiveerd
Super Power Super Power is geactiveerd
Warmtebehoud Automatisch behoud op 42°
Warmtebehoud Automatisch behoud op 70°
Warmtebehoud Automatisch behoud op 94°
II Stop&Go Stop&Go is geactiveerd
Bridge Beide kookzones zijn verbonden
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de
door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie
schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De
ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronische circuit voldoende is
afgekoeld.
“SLIDER” sensortoets voor
instellen vermogensstand
Timer aanduiding toets
Stop & Go
toets
Aan / Uit toets
Warmhoud
toets
Timer [ + ]
en [ - ]
toetsen
Zone selectie toets
10
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op
het glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Wanneer deze in werking is, produceert ze
een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de
magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone staat.
Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:
Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een
magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen
kookpotten, in inox met magnetische bodem, …
Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek,
aardewerk, inox zonder magnetische bodem…
De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot. Is
de diameter te klein dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de diameter
van de kookzone.
Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool [ U ] branden.
Sensortoetsen
Uw apparaat is uitgerust met sensortoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen.
Het aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door
een lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Niet op meerdere toesten tegelijk duwen bij normaal gebruik.
Sliderbediening en timerinstelling
Voor de selectie van het vermogen volstaat het om met uw vinger over de slider te glijden.
U heeft ook de rechtstreekse toegang tot een bepaald niveau door met uw vinger het gewenste
niveau rechtstreeks te selecteren.
“SLIDER“ sensortoets voor instellen vermogenstand
“SLIDER“
Directe keuze
11
Inwerkingstelling
In- en uitschakelen van de kookplaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk 2 sec. op [ ] [ 0 ]
Uitschakelen Druk 2 sec. op [ ] [ H ] of geen aanduiding
In- en uitschakelen van een kookzone:
Actie Bedieningspaneel Display
Vermogensstand kiezen Glijden over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ]
naar rechts of links
Uitschakelen Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“ [ 0 ] of [ H ]
Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de
wachtpositie.
Detectie van de kookpot
Deze kookplaat is uitgerust met een interactief controlesysteem dat het gebruik van de kookplaat
nog vereenvoudigd. Wanneer u een kookpot op de ingeschakelde kookplaat plaatst, wordt deze
automatisch gedecteerd. Bovendien krijgt u een indicatie [0] welke slider u dient te gebruiken
voor de desbetreffende zone.
De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet:
indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer de kookpot ongeschikt is voor
inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ]
verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt
de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone
wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de
kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien
gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruik. De pandetectie [ U ] blijft dan niet actief.
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, het glas boven
de kookzones nog warm is, wordt dit aangegeven door [ H ].
Het symbool [ H ] gaat uit wanneer het glas boven de kookzones zonder gevaar kunnen
aangeraakt kan worden. Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet
aanraken en geen enkel warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor
brand of brandwonden!
12
Power functie en Super Power functie
De Power functie [ P ] en Super Power [ ] verlenen aan de gekozen kookzone een
opgevoerd vermogen. Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 10
minuten met een aanmerkelijk hoger vermogen.
Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de
bereiding van pasta.
In- en uitschakelen van Power:
Actie Bedieningspaneel Display
Power inschakelen Tot het einde van de « SLIDER » [ P ]
glijden of meteen op het
einde van de “SLIDER” duwen
Power uitschakelen Glijden over de “SLIDER“ [ 9 ] naar [ 0 ]
In- en uitschakelen van Super Power:
Actie Bedieningspaneel Display
Power inschakelen Tot het einde van de « SLIDER » [ P ]
glijden of meteen op het einde
van de “SLIDER” duwen
Super Power inschakelen Druk nogmaals einde van de “SLIDER” [ en P ]
Super Power uitschakelen Glijden over de “SLIDER“ [ P ] naar [ 0 ]
Vermogensregeling:
De kookplaat is uitgerust met een begrenzing van het maximaal vermogen te bescherming van
het apparaat.
Als deze vermogensgrens bij het inschakelen van een hoge kookstand of de powerfunctie wordt
overschreden, reduceert het powermanagement de kookstand van de bijbehorende module-
kookzone. De aanwijzing van deze kookzone knippert eerst, daarna wordt de maximaal
mogelijke kookstand constant getoond.
Geselecteerde kookzone
Andere kookzone (bijv.: kookstand 9)
[ P ] is zichtbaar
[ 9 ] wordt tot [ 8 ] gereduceerd en knippert
13
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden en dit met verschillende
tijdsaanduidingen ( van 0 tot 1H59 minuten ) voor iedere zone.
Regeling of wijziging van de kooktijd:
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren Druk op de zone selectie toets [ 0 ]
Vermogensstand kiezen Glij over de “SLIDER” [ 1 ] tot [ P ]
Timer activeren Druk op de timer aanduiding [ ] Timer instelling wordt
net boven de zone selectie toets getoond
Tijd verlagen Druk op de betreffende [ - ] toets [ 60 ], 59, 58...
van de timer
Tijd verhogen Druk op de betreffende [ + ] toets [ 1 ], 2, 3...
van de timer
Na enkele seconden stopt de timer aanduiding toets [ ] met knipperen.
De kooktijd is ingesteld en begint te lopen.
Kooktijd stoppen:
Actie Bedieningspaneel Display
Timer selecteren Druk op de timer aanduiding [ ] Timer instelling wordt
net boven de zone selectie toets getoond
Kooktijd stoppen Druk op de [ - ] toets(en) van de timer [ 000 ]
Indien meerdere timers actief zijn, herhaal bovenstaande stappen.
Kookwekker functie:
De kookwekker functie is een onafhankelijke functie zonder dat een kookzone wordt gebruikt.
Deze functie stopt automatisch vanaf het moment een kookzone ingeschakeld wordt.
De kookwekker functie blijft verder lopen tot de ingestelde tijd is ingeschakeld zelfs indien de
kookplaat uitgeschakeld wordt.
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen Druk 2 sec. op [ ] [ 0 ]
Kookwekker activeren Druk op [ 000 ] van de timer [ 000 ]
Tijd verlagen Druk op de betreffende [ - ] toets [ 60 ] 59, 58...
van de timer
Tijd verhogen Druk op de betreffende [ + ] toets [ 1 ], 2, 3...
van de timer
Na enkele seconden stopt de toets van de timer [ 000 ] met knipperen.
De kookwekker is ingesteld en begint te lopen.
Automaisch uitschakelen op het einde van de kookwekker
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, knippert de timer [ 000 ] en een geluidssignaal weerklinkt.
Druk op de timer toetsen [ - ] en [ + ] om het geluid en knipperen te beëindigen.
14
Aankookautomaat functie
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat functie.
Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het
hoogste vermogen ingeschakeld (aankoken). Daarna wordt automatisch teruggeschakeld naar
de ingestelde vermogensstand. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkooktijd (zie
tabel).
Inschakelen van de aankookautomaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Vermogensstand selecteren Glij over de “SLIDER” tot [ 7 ] [7 ] knippert met [ A ]
(voorbeeld « 7 ») en houd 3 s ingedrukt
Ingestelde
doorkookstand
Aankookautomaat
Tijd (min:sec)
1
0:40
2
1:12
3
2:00
4
2:56
5
4:16
6
7:12
7
2:00
8
3:12
9
-
:
-
Uitschakelen van de aankookautomaat:
Actie Bedieninspaneel Display
Zone selecteren Glij over de “Slider” [ 0 ] tot [ 9 ]
15
Stop&Go functie
Deze functie onderbreekt de activiteit van de kookplaat tijdelijk en laat een herstart met dezelfde
instellingen toe.
In -/ uitschakelen Stop&Go functie:
Actie Bedieningspaneel Display
Stop&go inschakelen Druk op [ II ] gedurende 2 s [ II ] licht op
Stop&go uitschakelen Druk op [ II ] gedurende 2 s Instellingen verschijnen
Herhaling functie
Als u de kookplaat tijdens het gebruik uitschakelt, kunt u met deze functie alle instellingen
herstellen. Hiervoor moet u de kookplaat binnen 6 seconden na het uitschakelen weer in-
schakelen
Instellingen van alle kookzones
Minuten en seconden van ingestelde timers
Warmhoud functie
Aankookautomaat
De recall functie toepassen:
Druk 2 sec. op [ ]
Daarna druk onmiddelijk op [ II ]
De voorgaande instellingen zijn weer actief
Warmhoud functie
Met de warmhoud functie maakt het mogelijk een temperatuur van ongeveer 42°C, 70°C of 94°C
te bereiken en automatisch te behouden. Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw
gerechten aan de bodem van de kookpot gaan kleven. Deze functie kan op iedere kookzone
afzonderlijk ingesteld worden.
Warmhoud functie in - / uitschakelen
Actie Bedieningspaneel Display
42°C inschakelen Druk op de toets [ ] [
]
70°C inschakelen Druk nogmaals op de toets [ ]
[ ]
94°C inschakelen Druk nogmaals op de toets [ ]
[ ]
Uitschakelen Glij over de “SLIDER” [ 0 ] to [ 9 ]
De maximale warmhoudtijd bedraagt 2 uur.
16
Brug of automatische brug functie
Deze functie laat toe om 2 zones (voor en achter) om te vormen tot één grote zone en
tegelijkertijd te laten werken en te bedienen als een standaard zone. Met deze functie wordt de
Power functie enkel toegelaten op de linker en midden zones.
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen Druk 2 sec. op [ ] [ 0 ]
Brug functie inschakelen Manueel: Druk gelijktijdig op de
2 zone selectie toetsen van de [ 0 ] en [ ]
aanliggende zones voor en achter
of
Automatisch: Zet een grote kookpot op
beide zones [ ] knippert
Druk op de “SLIDER” om te bevestigen [ ]
Vermogensstand kiezen Glij over de “SLIDER” [ 1 ] to [ 9 ]
Brug functie stoppen Druk gelijktijdig op de 2 zone selectie [ 0 ]
Toetsen van de aanliggende zones
voor en achter
Vergrendeling bedieningspaneel
Om te vermijden dat de instellingen van de kookzones per ongeluk wijzigen, is deze uitgerust
met een vergrendeling van het bedieningspaneel voor de kookplaat.
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen Druk 2 sec. op [ ] [ 0 ]
Vergrendelen Houd een zone selectie toets
ingedrukt gedurende 3 seconden en
glij over de “SLIDER” sensortoetsen
van links naar rechts [ L ]
Kookplaat ontgrendelen Houd een zone selectie toets
ingedrukt gedurende 3 seconden en
glij over de “SLIDER” sensortoetsen
van links naar rechts [ 0 ] of [ H ]
17
KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpotten
Aangepaste kookpotten: staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische
bodem, aluminium met magnetische bodem.
Niet aangepaste kookpotten: aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing,
keramiek, porselein.
De fabrikanten vermelden of hun producten geschikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:
Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld
op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil
niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren.
De kwaliteit van de bodem van de pan kan het bereidingsresultaat beïnvloeden, zoals het niet
doorkoken van gerechten door te weinig vermogensopname of niet gelijke warmteverdeling.
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem kan krassen op het glas van de
kookplaat veroorzaken.
Gebruik waar mogelijk pannen met rechte rand. Bij pannen met schuine rand werkt de inductie
ook bij de randen van de pan. Daardoor kan de rand van een pan verkleuren.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich in zekere mate automatisch aan de diameter van de kookpot aan. De
bodem van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter
van de gekozen kookzone.
Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van
uw kooktafel te verkrijgen.
18
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 - 2
Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant
-
en klaargerechten
2 - 3
Opzwellen
Ontdooien
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
3
-
4
Stoom
Groenten, vis, vlees
4 - 5 Water
Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
6 - 7 Zachtjes koken
Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
7 - 8
Koken
Braden
Aardappelen, beignets,
platte koeken
9
Braden
Op kooktemperatuur brengen
Steaks, omeletten
water
P en
Water koken
Aan de kook brengen van grote
hoeveelheden water
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel
aanbevolen product voor vitrokeramisch glas.
Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken.
Geen voorwerpen gebruiken die het vitrokeramisch glas kunnen beschadigen (zoals
schuursponzen of mespunten…)
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Droog het apparaat met een propere doek.
Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
De kookplaat of de kookzone werkt niet:
de kookplaat is slecht op het elektrisch net aangesloten
de veiligheidszekering is gesprongen
kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
de tiptoetsen zijn met water of vet bespat
er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op:
er staat geen kookpot op de kookzone
de kookpot is niet geschikt voor inductie
de diameter van de bodem van de kookpot is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op:
Het elektronisch systeem is ontregeld.
Ontkoppel de kookplaat en sluit opnieuw aan.
Doe beroep op de dienst na verkoop
19
Een enkele zone of alle zones vallen uit:
de veiligheid is in werking getreden
deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen
de veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
de kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen
en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel:
dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
de ventilator stopt vanzelf.
De bediening van automatisch koken treedt niet in werking:
de kookzone is nog warm [ H ]
het maximum kookniveau staat aan [ 9 ]
het kookniveau werd aangezet met de toets [ - ].
Het symbool [ U ] licht op:
Zie hoofdstuk “Warmhouden“.
Het symbool [ II ] licht op:
Zie hoofdstuk “Stop&Go“.
Het symbool [ ] of[ Er03 ]licht op:
Een voorwerp of vloeistof bedekt de toetsen van de bediening. Het symbool verdwijnt van
zodra de toetsen vrijgemaakt of afgekuist zijn.
Het symbool [ E2 ]licht op:
De kooktafel is oververhit, laat afkoelen, daarna kunt u ze weer terug inschakelen.
Het symbool [ E8 ]licht op:
De luchttoevoer van de ventilator is afgesloten. Maak deze vrij.
Het symbool [ U400 ]licht op:
De kooktafel werd niet goed aan het netwerk aangesloten. Kijk de aanlsuiting na.
Het symbool [ Er47 ]licht op:
De kooktafel werd niet goed aan het netwerk aangesloten. Kijk de aanlsuiting na.
Indien één van deze foutmeldingen blijft verschijnen, kunt u de dienst na verkoop
contacteren.
MILIEUBESCHERMING
de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar.
de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw administratie over
de recyclagemogelijkheden.
Werp het apparaat niet weg met het huisvuil
Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of breng
uw elektrisch apparaat naar het containerpark van uw gemeente
20
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd.
De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel.
Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat:
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden.
Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het
kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige
materialen (100°C)
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding
te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
Installeer de kookplaat niet boven een niet geventileerde oven of een vaatwasmachine.
Onder de omkasting van het apparaat een afstand van 20 mm voorzien om een goede
verluchting van de elektronische apparatuur te
verzekeren.
Indien er zich een lade onder de kookplaat
bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in op
te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet
warmtebestendig zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat er de
erboven geplaatste dampkap, dient u de
instructies van de fabrikant van de dampkap te
volgen. Bij gebrek aan instructies, dient u een
afstand van minimum 760 mm te respecteren.
Voorzie een ventilatieopening net onder het
werkblad van 4mm over een breedte van min.
600mm voor voldoende afkoeling van de
kooplaat.
Afmetingen
uitsnijding
Afmetingen
vlakb
ouw
Afmetingen glas
Typ
Breedte
Diepte
Breedte
Diepte
Straal
Breedte
Diepte
Hoogte
1724
-
2
750
490
80
4
52
4
7
800
520
4
1726
-
2
750
490
80
4
52
4
7
800
520
4
1763
-
2
560
490
65
4
52
4
7
650
520
4
1767
-
2
980
350
100
4
40
4
7
1000
400
4
De beschermfolie (3) verwijderen en de
dichtingstrip (2) op de rand van de kookplaat
plakken op 2 mm van de buitenrand
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

NOVY 1726 Le manuel du propriétaire

Taper
Le manuel du propriétaire
Ce manuel convient également à

dans d''autres langues