390229 5/06
www.abus.com
n V. Montage:
Belangrijke aanwijzingen:
1. Controleer voor montage de afstelling van het raam.
Let op dat het raam probleemloos sluit en opent.
2. Meet na of de in afb. 1 aangegeven afmetingen daadwerkelijk
beschikbaar zijn.
3. De boordieptes en schroeflengtes moeten aan het gevelelement
aangepast worden.
4. Voorkom doorboren en -schroeven. Eventueel met een booraanslag
werken of de schroeven inkorten.
Bij het boren geen beslag, afdichtingen of ruiten beschadigen.
Montage vanaf 14 mm opdek
1. Bevestig montageplaat op tussenstijl (3) bij voorkeur halverwege
tussen raamgreep en onderkant van het raam, in het midden tussen
de raamvleugels. Met halve maanvormige nok naar boven.
De boorgaten (a) aftekenen (afb. 4) en voorboren (zie boortabel).
Gebruik bij kunststof zonder metalen kern ABUS BA bevestigingsanker.
Voor bevestiging anker ziet aanwijzingen BA.
2. De montageplaat, (3) eventueel uitvullen met opvulplaatjes (6)
totdat de plaat gelijk ligt aan de raamvleugels.(afb. 4a+5).
Houdt bij een opdekhoogteverschil tussen de beide ramen
de hoogste opdekmaat aan.
Bevestig de plaat met de 5,5 x 60 schroeven (boorgaten a).
3. Druk afdekkapjes (4) van de slotkast (1) door de openingen aan
de onderkant eruit. Eventueel uitvullen met opvulplaatjes (6).
Bevestig met slotkast (1) met schroeven M6x30 en M6x45 mm
met sluitring op de montageplaat (3) 6 x 45 voor draaiknop en
M6x30 voor onder de cilinder (afb. 6).
Attentie onderkant slotkast
niet losdraaien.
Montage bij 0 –13 mm opdek
1. Bevestig montageplaat op tussenstijl (3) bij voorkeur halverwege
tussen raamgreep en onderkant van het raam en in het midden tussen
de raamvleugels. Met halve maanvormige nok naar boven.
De boorgaten (b) aftekenen (afb. 4) en voorboren (zie boortabel).
Gebruik bij kunststof zonder metalen kern ABUS BA bevestigingsanker.
Voor bevestiging anker ziet aanwijzingen BA.
2. Druk afdekkapjes (4) van de slotkast (1) door de openingen aan
de onderkant eruit. Eventueel uitvullen met opvulplaatjes (6).
Met halve maanvormige nok naar boven.
Houdt bij een opdekhoogteverschil tussen de beide ramen
de hoogste opdekmaat aan. Bevestig slokast met de 5,5 x 60
en 5,5 x 80 mm schroeven met sluitring vastzetten (afb. 7).
Attentie onderkant slotkast
niet losdraaien.
Montage van de sluitplaten
1. Afdekkappen (5) m.b.v. een schroevendraaier van de sluitplaten (2)
verwijderen; schroevendraaier aan de open kant tussen de metalen lip
en afdekkap steken en de onderdelen uit elkaar drukken.
2. De sluitplaten (2) (afb. 8) met een afstand van 1 mm van de slotkast (1)
op de ramen plaatsen. Compenseer met opvulplaatjes een opdek-
hoogteverschil tussen de beide ramen door de sluitplaat op het raam
met de laagste opdekmaat te monteren. Controleer de vergrendeling.
De cilinder met de sleutel 90° draaien. Gebruik één van de 3 boorgaten
„c”. Boven en onder aantekenen en voorboren (zie boortabel).
Bevestig de sluitplaten (2) met in elk boorgat de schroeven 5,5 x 50.
3. Controleer functie van het slot. Schroefgaten slot met afdekkapjes (4)
afb. 6 +7 bevestigen. Druk afdekkappen (5) op de sluitplaten (2)
afb. 8 + 9.
Opmerking:
Na het ontgrendelen met de sleutel draait u de draaiknop in verticale
positie. Vervolgens neemt u sleutel eruit. De draaiknop is dan niet
geblokkeerd.
ABUS adviseert voor het beveiligen van de scharnierzijde de FAS 97
of FAS 101.
VI. Bediening
De vergrendeling van het slot geschiedt zonder sleutel door de kunststof
draaiknop een kwartslag te draaien. Het mechanisme vergrendelt hoor-
baar. Ontgrendelen: cilinder met de sleutel 90° draaien, de draaiknop in
verticale positie zetten en de sleutel terugdraaien en verwijderen.
I V. Istruzioni per il montaggio:
Avvertenze importanti:
• Prima del montaggio verificare per favore la regolazione della
finestra risp. della porta-finestra. Se necessario registrare nuova-
mente i ferramenti affinché la finestra o la porta-finestra si chiuda
e si apra perfettamente.
• Verificare anche che le misure minime indicate nell’ill. 1 che esistano
nelle vostre finestre o porte-finestre.
• Le profondità per trapanare i fori, risp. Le lunghezze delle viti
devono essere adatte alle condizioni particolari.
• Evitare che la punta del trapano risp. la vite fuoriesca dall’altra parte.
Se necessario lavorare con arresto del trapano o accorciare le viti.
• Quando si trapana, non danneggiare parti mobili,
guarnizioni o vetri.
Montaggio:
Altezza d’incassatura a partire da 14 mm
1. Posizionare il listello di montaggio (3) in altezza gradita (metà altezza
tra la maniglia e listello della finestra in basso) con le came in alto e
marcare i fori di trapanazione (a) + (ill. 4).
2. Alzare il listello di montaggio (3) con degli spessori (6) per compensare
i diversi livelli (ill. 4a + 5). Se le incassature delle due finestre non
corrispondono, si adatta il livello alla più larga. Vitare il listello di
montaggio (3) con gli spessori (6) e le viti 5,5 x 60 mm (fori a).
3. Le coprivite (4) vengono tolte dalla cassa di serratura dal interno.
La cassa di serratura (1) va fissata con le viti M6 x 30 mm e M6 x 45 mm
con i spessori a forma di U sul listello di montaggio (3) (ill. 6).
Altezza d’incassatura da 0 a 13 mm
1. Posizionare il listello di montaggio (3) in altezza gradita (metà altezza tra
la maniglia e listello della finestra in basso) con le came in alto e marcare
i fori di trapanazione (a) + (ill. 4).
2. Le coprivite (4) vengono tolte dalla cassa di serratura (1) dal interno.
Alzare la cassa di serratura (1) con degli spessori (6) per compensare
i diversi livelli (came verso in alto). Se le incassature delle due finestre
non corrispondono, si adatta il livello alla più larga. Fissare con le viti
5,5 x 60 mm e 5,5 x 80 mm con i spessori a forma U (ill. 7).
Montaggio delle lamiere di chiusura
1. Levare i copperchietti (5) dalle lamiere (2) inserendo il cacciavite dalla
parte aperta tra il nasetto e il copperchietto.
2. Posizionare le lamiere di chiusura (2) sul battente rispettando 1mm
di distanza alla cassa di serratura (1). Se le incassature delle due finestre
non corrispondono, compensare al battente più debole. Eseguire una
prova di funzinamento della chiusura. Inserire la chiave e girarla di 90°.
Marcare uno dei tre fori «c» sotto e sopra e forarli secondo la tabella
di trapanazioni. Fissare le lamiere di chiusura (2) con le viti 5,5 x 50 mm.
3. Assicurarsi del funzionamento della serratura. Montare le copriviti (4)
(ill. 6 +7) e i copperchietti (5) sulle lamiere di chiusura (2) (ill. 8 + 9).
Importante:
Dopo aver aperto a chiave, il pomolo debba essere posizionato
verticalmente, purché esso si blocchi.
ABUS raccommanda per la protezione del lato della cerniera le sicurezze
di cerniera FAS 97 o FAS 101.
VI. Uso
Il bloccaggio va eseguito senza chiave girando il pomolo da 90°.
Si sente, quando il meccanismo s’incastra.
Aprire: inserire la chiave e girarla di 90°.
Portare il pomolo in posizione verticale e togliere la chiave girandola
indietro.
F V. Instructions de montage:
Observations importantes:
• Avant tout montage, il convient de contrôler l’ajustement et l’orientation
corrects des fenêtres ou des portes-fenêtres. Nous vous conseillons de vous
assurer que la fenêtre/la porte-fenêtre s’ouvre et se ferme irréprochablement.
• Nous vous conseillons également de vérifier si votre fenêtre ou votre porte-
fenêtre présente les dimensions minimales telles qu’indiquées au schéma 1.
• La profondeur des trous de forage ou la longueur des vis doit être adaptée
aux conditions que vous rencontrez sur site.
• Il convient impérativement de prévenir tout affleurement de la perceuse
ou des vis sur la face arrière. Le cas échéant, nous vous conseillons d’utiliser
une butée ou de raccourcir les vis fournies.
• Veillez également à ne pas endommager les parties mobiles, les joints ou
les vitres lors du perçage.
Montage:
Montage à partir d’un recouvrement de 14 mm
1. Positionnez le socle de fixation (3) à la hauteur souhaitée (à mi-hauteur entre
la poignée de la fenêtre et le bord inférieur du battant) en le centrant entre les
battants de votre fenêtre. Les cames en demi-lune vers le haut.
Marquez les forures (a) (cf. schéma 4) et procédez au perçage des avant-trous
(cf. tableau de perçage).
2. Glissez les cales (6) sous le socle de fixation (3) jusqu’à ce que le bord supérieur
du socle de fixation (3) soit au même niveau que le bord supérieur du battant
de la fenêtre (cf. schémas 4a + 5). Lorsque les deux battants de votre fenêtre
présentent des recouvrements différents, il convient de vous référer au bord
supérieur du recouvrement qui présente l’épaisseur la plus importante.
Procédez ensuite au vissage du socle de fixation (3) et des cales (6) en utilisant
les vis 5,5 x 60 mm (forures a).
3. Ejectez par le bas les capuchons des vis (4) du boîtier (1). Procédez ensuite au
vissage du boîtier (1) et de la rondelle sur le socle de fixation (3) en utilisant des
vis M6 x 30 mm et M6 x 45 mm (cf. schéma 6).
Montage sur des recouvrements de 0 et 13 mm
1. Positionnez le socle de fixation (3) à la hauteur souhaitée (à mi-hauteur
entre la poignée de la fenêtre et le bord inférieur du battant) en la centrant
entre les battants de votre fenêtre. Les cames en demi-lune vers le haut.
Marquez les forures (b) (cf. schéma 4) et procédez au perçage des avant-trous
(cf. tableau de perçage).
2. Ejectez par le bas les capuchons des vis (4) du boîtier (1). Calez le boîtier (1)
en fonction de l’épaisseur respective recouvrement à l’aide des cales (6)
(cames en demi-lune vers le haut). Lorsque les deux battants de votre fenêtre
présentent des épaisseurs de recouvrements différents, il convient de vous référer
au bord supérieur du recouvrement qui présente l’épaisseur la plus importante.
Procédez ensuite au vissage en utilisant des vis 5,5 x 60 mm et 5,5 x 80 mm
ainsi que la rondelle (cf. schéma 7).
Montage des gâches
1. Servez-vous d’un tournevis pour enlever les caches (5) des gâches (2).
A cet effet, nous vous conseillons d’insérer votre tournevis du côté ouvert,
de le positionner entre le mentonnet métallique et le caches et de procéder
par pression pour écarter les éléments.
2. Positionnez les gâches (2) (cf. schéma 8) sur les battants de la fenêtre et
les rapprocher du boîtier en veillant à un écartement d’1 mm. Lorsque les
recouvrements présentent des épaisseurs différentes, il convient de caler les
gâches qui viennent se positionner sur le recouvrement qui présente la plus faible
épaisseur. Contrôlez le bon fonctionnement du pêne. Insérez la clé en la faisant
tourner de 90°. Procédez au marquage, en haut et en bas de respectivement
1 des trois forures «c» et percez les avant-trous correspondants (cf. tableau
de perçage). Vissez ensuite les gâches (2) en vous servant des vis 5,5 x 50 mm.
3. Vérifiez le bon fonctionnement de la serrure. Remettre en place les capuchons
de vis (4) en y exerçant une légère pression (cf. schémas 6 +7). Procédez de la
même manière pour les caches (5) des gâches (2) (cf. schémas 8 + 9).
Observation:
Après le déverrouillage au moyen de la clé, le bouton tournant doit être impéra-
tivement mis en position verticale et la clé retirée. A défaut, le bouton tournant
n’est pas bloqué. Afin de garantir une meilleure protection du côté charnières,
ABUS vous conseille le montage de dispositifs de sécurité FAS 97 ou FAS 101
spécialement conçus à cet effet.
VI. Maniement
Le verrouillage de la serrure se fait sans clé en faisant tourner d’1/4 le bouton
en PVC. Vous entendrez le mécanisme s’encliqueter. Pour le déverrouillage,
il suffit d’insérer la clé et de la faire tourner à 90°. Mettre le bouton tournant
en position verticale, ramener la clé dans sa position initiale avant de la retirer.
F Nous nous réservons le droit de toutes modifications techniques. Nous n’assumons aucune responsabilité pour des erreurs ou défauts d’impression éventuels. ABUS © 2006
n Technische wijzigingen voorbehouden. Geen aansprakelijkheid voor vergissingen en drukfouten. ABUS © 2006
I Ci si riservano modifiche tecniche. Per errori e refusi di stampa non ci si assume alcuna responsabilità. ABUS © 2006