7. VENTILATORSNELHEID knop
Wordt gebruikt om de venlatorsnelheid in te stellen. U hebt
keuze uit drie instellingen:
Auto Laag Hoog
8. TIMER ON Buon
Druk op deze knop om de jdinstelling voor Automasch aan te
acveren. Elke druk op de knop verhoogt de jdinstelling met
30 minuten tot 10 uur, en vervolgens met 1 uur tot 24 uur. Om de
jdinstelling voor Automasch aan te annuleren, druk op de knop
totdat de jdinstelling 0.0 is.
9. BESPARING (SLAAP) knop
Selecteer deze funce jdens de slaapjd. De meest comfortabele
temperatuur wordt gehandhaafd en er wordt op energie
bespaard. Deze funce is alleen beschikbaar in de COOL of AUTO
modus.
OPMERKING: U kunt jdens de werking de SLAAPmodus
annuleren door op de AAN/UIT, VENTILATORSNELHEID, SLAAP of
MODUS knop te drukken.
10. TIMER OFF knop
Druk op deze knop om de jdinstelling voor Automasch uit te
acveren. Elke druk op de knop verhoogt de jdinstelling met
30 minuten tot 10 uur, en vervolgens met 1 uur tot 24 uur. Om de
jdinstelling voor Automasch uit te annuleren, druk op de knop
totdat de jdinstelling 0.0 is.
11. LOCK knop
Druk op de ingesprongen knop om alle huidige instellingen
te vergrendelen. De afstandsbediening aanvaardt geen
enkele bewerking, tenzij deze van de LOCK knop. Gebruik de
VERGRENDELING modus om het ongewild wijzigen van de
instellingen te vermijden. Druk nogmaals op de LOCK knop om de
VERGRENDELING funce te annuleren. Een vergrendelingssymbool
verschijnt op het display van de afstandsbediening wanneer de
vergrendelingsfunce geacveerd is.
COOL werking
• Druk op de “MODUS” knop totdat het “COOL” controlelampje brandt.
• Druk op de instelknoppen “
” of “ ” om uw gewenste
kamertemperatuur te selecteren. U kunt een temperatuur binnen
een bereik van 17°C-30°C/62°F-88°F instellen.
• Druk op de "VENTILATOR" knop om de venlatorsnelheid te kiezen.
DRY werking
• Druk op de “MODUS” knop totdat het “DRY” controlelampje brandt.
• In deze modus kunt u geen venlatorsnelheid selecteren of de
temperatuur aanpassen.
• Houd ramen en deuren gesloten voor het beste
ontvochgingseect.
• Sluit de slang niet op het raam aan.
AUTO werking
• Als u de aircondioning op de AUTO modus instelt, wordt de
COOL of FAN werking automasch geselecteerd aankelijk van de
ingestelde temperatuur en de kamertemperatuur.
• De aircondioning controleert de kamertemperatuur automasch
rond het temperatuurpunt dat u hebt ingesteld.
• In de AUTO modus is het niet mogelijk om de venlatorsnelheid te
selecteren.
• OPMERKING: In de AUTO modus branden zowel het AUTO
moduscontrolelampje als het controlelampje van de huidige
werkingsmodus.
FAN werking
• Druk op de “MODUS” knop totdat het “FAN" controlelampje brandt.
• Druk op de "VENTILATOR" knop om de venlatorsnelheid te kiezen.
De temperatuur kan niet worden aangepast.
• Sluit de slang niet op het raam aan.
Gebruiksinstructies
NL-22 NL-23