17
en vlakke ondergrond staat. Een gladde
ondergrond of instabiele posities, bijvoorbeeld
op een ladder, kunnen tot evenwichtsverlies
of verlies van de controle over de kettingzaag
leiden.
Houd er bij het afzagen van een onder
spanning staande tak rekening mee dat deze
terugveert.
Als de spanning in de houtvezels vrijkomt, kan de
gespannen tak de bediener raken, of kan deze de
bediener de controle over de kettingzaag doen
verliezen.
Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen
van laag houtgewas en jonge bomen. Het
dunne materiaal kan in de zaagketting blijven
hangen en op u slaan of u uit het evenwicht
brengen.
Draag de kettingzaag aan de voorste greep
in uitgeschakelde toestand, de zaagketting
van uw lichaam afgewend. Breng altijd de
veiligheidsafscherming aan voordat u de
kettingzaag vervoert of opbergt. Een zorgvuldige
omgang met de kettingzaag vermindert de kans op
per ongeluk aanraken van de lopende zaagketting.
Volg de aanwijzingen voor het smeren, de
kettingspanning en het wisselen van toebehoren
op. Een onjuist gespannen of gesmeerde
ketting kan breken of het terugslagrisico verhogen.
Houd grepen droog, schoon en vrij van olie
en vet. Vettige grepen met olie zijn glad en
leiden tot het verlies van de controle over de
kettingzaag.
Zaag alleen hout. Gebruik de kettingzaag
niet voor werkzaamheden waarvoor deze
niet bestemd is. Voorbeeld: Gebruik de
kettingzaag niet voor het zagen van plastic,
metselwerk of bouwmaterialen die niet van
hout zijn. Het gebruik van de kettingzaag
voor werkzaamheden waarvoor deze niet bestemd
is, kan tot gevaarlijke situaties leiden.
Oorzaken en voorkoming van een terugslag:
– Terugslag kan optreden als de punt van de
geleidingsrail een voorwerp raakt of als het hout
buigt en de zaagketting in de groef wordt
vastgeklemd.
– Een aanraking met de punt van de kettinggeleider
kan in veel gevallen tot een onverwachte
en naar achteren gerichte actie leiden, waarbij
de kettinggeleider omhoog en in de richting van
de bediener wordt geslagen.
– Het vastklemmen van de zaagketting aan de
bovenkant van de geleidingsrail kan de
geleidingsrail snel in de richting van de bediener
terugstoten.
– Elk van deze reacties kan ertoe leiden dat u de
controle over de zaag verliest en u zich mogelijk
ernstig verwondt. Vertrouw niet uitsluitend op
de in de kettingzaag ingebouwde
veiligheidsvoorzieningen.
Als gebruiker van een kettingzaag
dient u verschillende maatregelen te treffen
om zonder ongevallen en zonder verwondingen te
kunnen werken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of
onjuist gebruik van het elektrische gereedschap.
Terugslag kan worden voorkomen door geschikte
voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven:
Houd de zaag met beide handen vast, waarbij
duim en vinger de grepen van de kettingzaag
omsluiten. Neem een zodanige lichaamshouding
in en houd uw armen in een zodanige positie,
dat u stand kunt houden ten opzichte van de
terugslagkrachten. Als geschikte maatregelen
worden getroffen, kan de bediener de
terugslagkrachten beheersen.
Laat de kettingzaag nooit los.
Voorkom een abnormale lichaamshouding
en zaag niet boven schouderhoogte. Daardoor
wordt per ongeluk aanraken met de punt van de
kettinggeleider voorkomen en kan de kettingzaag in
onverwachte situaties beter onder controle worden
gehouden.
Gebruik altijd de door de fabrikant
voorgeschreven vervangende kettinggeleiders
en zaagkettingen. Verkeerde vervangende
kettinggeleiders en zaagkettingen kunnen tot
kettingbreuk en terugslag leiden.
Voor extra veiligheid wordt het gebruik van
een aardlekschakelaar met een
uitschakelstroom van maximaal 30 mA
geadviseerd. De aardlekschakelaar moet vóór
gebruik altijd worden gecontroleerd.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant
voor het slijpen en het onderhoud van
de zaagketting. Te lage dieptebegrenzers
verhogen de neiging tot terugslag.
Kinderen en jongeren, met uitzondering van
jongeren in opleiding van 16 jaar en ouder
onder toezicht, mogen de kettingzaag niet
bedienen. Hetzelfde geldt voor personen
die niet of onvoldoende bekend zijn met de
omgang met de kettingzaag. De
gebruiksaanwijzing moet altijd binnen handbereik
zijn. Personen die oververmoeid of niet lichamelijk
belastbaar zijn, mogen de kettingzaag
niet bedienen.
Controleer of alle beschermingsvoorzieningen
en grepen bij gebruik van het gereedschap
gemonteerd zijn. Probeer nooit een
onvolledig gemonteerd gereedschap of een
gereedschap met niet-toegestane aanpassingen
in gebruik te nemen.
De gebruiker wordt geadviseerd om zich voor het
eerste gebruik door een ervaren vakman aan de
hand van praktische voorbeelden te laten instrueren
over de bediening van de kettingzaag en het
gebruik van beschermende uitrusting. Als eerste
oefening dient het zagen van boomstammen op
een zaagbok of onderstel plaats te vinden.
Wacht tot het elektrische gereedschap tot
stilstand is gekomen voordat u het neerlegt.
Het inzetgereedschap kan vasthaken en dit
kan tot het verlies van de controle over het
elektrische gereedschap leiden.