Central Park CPT5244BC_EL Le manuel du propriétaire

Catégorie
Outils électroportatifs
Taper
Le manuel du propriétaire
NL
THERMISCHE BOSMAAIER 2 IN 1
FR
DEBROUSAILLEUSE THERMIQUE 2 EN 1
DE THERMISCHER BÜRSTENSCHNEIDER 2 IN 1
EN
THERMAL BRUSH CUTTER 2 IN 1
Maxeda : 10112245
(CPE5244BC-EL)
Vertaling van de oorspronkelijke instructie handleiding (NL)
Traduction intégrale du Manuel d’instructions d’origine (FR)
Integrale Übersetzung der Originalanleitung (DE)
This is original instruction manual (EN)
Geproduceerd door / Produit par / Hergestellt von / Produced by:
Maxeda DIY B.V.
De Entree 500
PO Box 22954, 1100 DL Amsterdam
The Netherlands www.centralpark.eu
ACCESSOIRES (NL)
ACCESSOIRES (FR)
ZUBEHÖR (DE)
ACCESSORIES (EN)
3
Tanden (NL)
Dents (FR)
Zähne (DE)
Teeth (EN)
φ
255 x
φ
25.4 x 1.4mm
φ
430 x
φ
2.4 x 2.5m
NL THERMISCHE BOSMAAIER 2 IN 1
OPGELET:
Lees aandachtig de instructiehandleiding vooraleer de machine te gebruiken en bewaar deze.
VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
Algemene instructies
Voor een correcte gebruik dient de gebruiker deze
gebruiksaanwijzing te lezen om zichzelf bekend te
maken met de juiste manier van omgaan met het
multifunctionele aandrijfsysteem. Gebruikers die
onvoldoende geïnformeerd zijn, lopen de kans zichzelf
en anderen in gevaar te brengen als gevolg van
onjuist omgaan met het multifunctionele aandrijfsysteem.
Wij adviseren u het multifunctionele aandrijfsysteem
uitsluitend uit te lenen aan personen die aantoonbare
ervaring hebben in het gebruik van een
multifunctioneel aandrijfsysteem.
Geef altijd de gebruiksaanwijzing mee.
Allereerst dienen gebruikers de dealer te vragen om
basisinstructies om zichzelf bekend te maken met het
omgaan met een multifunctioneel aandrijfsysteem.
Laat geen kinderen of jonge mensen die jonger zijn dan
18 jaar met het multifunctionele aandrijfsysteem werken.
Jongeren die ouder zijn dan 16 jaar mogen echter het
gereedschap gebruiken om te oefenen, maar alleen
onder toezicht van een gekwalificeerde begeleider.
Gebruik het multifunctionele aandrijfsysteem altijd met
de hoogst mogelijke zorg en aandacht.
Gebruik het multifunctionele aandrijfsysteem alleen als u
in goede lichamelijke conditie bent. Werk altijd rustig en
voorzichtig. De gebruiker is aansprakelijk ten opzichte
van anderen.
Gebruik het multifunctionele aandrijfsysteem nooit na het
gebruik van alcohol of drugs, of wanneer u zich moe of
ziek voelt.
Het gebruik van het gereedschap kan landelijk
gereglementeerd zijn.
Persoonlijke-veiligheidsuitrusting
De te dragen kleding dient functioneel en geschikt te
zijn, d.w.z. nauwsluitend zonder te hinderen. Draag geen
juwelen of kleding die in de struiken kunnen
verstrikt raken.
Om tijdens het gebruik letsels aan hoofd, ogen, handen
of voeten te voorkomen en uw gehoor te beschermen,
moeten de volgende veiligheidsuitrusting en
beschermende kleding worden gebruikt terwijl u met
het multifunctionele aandrijfsysteem werkt.
Draag altijd een helm wanneer het risico bestaat op
vallende objecten. U moet de veiligheidshelm regelmatig
controleren op schade en uiterlijk na 5 jaar worden
vervangen. Gebruik alleen goedgekeurde
veiligheidshelmen.
Het spatscherm van de helm (of de veiligheidsbril)
beschermt het gezicht tegen rondvliegend afval en
stenen. Draag altijd een veiligheidsbril of een
spatscherm wanneer u het multifunctionele
aandrijfsysteem gebruikt om oogletsel te voorkomen.
Draag geschikte uitrusting om u te beschermen tegen
het lawaai en gehoorbeschadiging te voorkomen
(oorbeschermers, oordopjes, enz.).
4
Een werkoverall beschermt tegen rondvliegend afval en
opspringende stenen.
Wij raden u sterk aan een werkoverall te dragen.
Speciale handschoenen van dik leer maken deel uit van
de voorgeschreven uitrusting en moeten altijd worden
gedragen tijdens het
gebruik van het multifunctionele aandrijfsysteem.
Draag altijd stevige schoenen met een antislipzool
wanneer u het multifunctionele aandrijfsysteem gebruikt.
Dit beschermt u tegen letsel en garandeert dat u stevig
staat.
Dagelijkse controle en onderhoud
Controleer het gereedschap voor het gebruik op losse
bouten of ontbrekende onderdelen. Let vooral op of het
metalen blad of de nylondraadsnijkop stevig is
bevestigd.
Controleer voor gebruik altijd op verstopping van de
koelluchtinlaatopening en de koelribben van de cilinder.
Maak deze plaatsen zo nodig schoon.
Voer de volgende werkzaamheden dagelijks uit na het
gebruik:
• Reinig de buitenkant van het gereedschap en
inspecteer op beschadigingen.
• Maak het luchtfilter schoon. Als onder extreem stoffige
omstandigheden wordt gewerkt, moet het filter meerdere
keren per dag worden gereinigd.
• Controleer het snijblad of de nylondraad-snijkop op
schade en controleer of het snijblad of de snijkop stevig
bevestigd is.
• Controleer of er voldoende verschil is tussen het
stationair toerental en het aangrijptoerental om zeker te
zijn dat het snijgarnituur stilstaat wanneer de motor
stationair draait (verlaag zo nodig het stationair
toerental).
• In het geval het hulpstuk bij stationair toerental blijft
draaien, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde,
erkende servicecentrum.
• Controleer de werking van de I-O-schakelaar, de uit-
vergrendelhendel, de gashendel, en de
vergrendelingsknop.
Het multifunctionele
aandrijfsysteem starten
Controleer of er geen kinderen of andere mensen
aanwezig zijn binnen een werkbereik van 15 meter (50
feet) en let ook of er geen dieren in de werkomgeving
zijn.
Controleer voor gebruik altijd of het gereedschap veilig is
om te gebruiken.
Controleer de bevestiging van het snijgarnituur,
controleer of de gashendel gemakkelijk kan worden
bediend, en controleer of de gashendelvergrendeling
goed werkt.
Het snijgarnituur mag niet draaien bij stationair
motortoerental. Neem bij twijfel contact op met uw
dealer voor afstelling. Controleer of de handgrepen
schoon en droog zijn en test de werking van de
stopschakelaar.
Zorg ervoor dat geen kinderen of andere personen zich
in de buurt bevinden, en let ook op of er geen dieren in
de werkomgeving zijn.
Zorg ervoor dat het hulpstuk op zijn plaats is bevestigd,
controleer de gashendel op soepele bediening, en
controleer de juiste werking van de uit-vergrendeling.
Het hulpstuk mag niet bewegen wanneer de motor
stationair loopt. Neem bij twijfel contact op met uw dealer
voor afstelling. Controleer of de handgrepen schoon en
droog zijn en test de werking van de stopschakelaar.
Start het multifunctionele aandrijfsysteem alleen in
overeenstemming met de instructies.
Gebruik geen enkele andere methode om de motor te
starten!
Gebruik het multifunctionele aandrijfsysteem en de
gereedschappen uitsluitend voor de beschreven
toepassingen.
Start de motor van het multifunctionele aandrijfsysteem
alleen nadat deze volledig is gemonteerd. Het
gereedschap mag uitsluitend worden gebruikt nadat alle
toepasselijke toebehoren zijn gemonteerd!
Controleer vóór het starten of het hulpstuk geen contact
maakt met harde voorwerpen, zoals takken, stenen,
5
enz., omdat tijdens het starten het hulpstuk zal
ronddraaien.
De motor moet onmiddellijk uitgeschakeld worden in
geval van enige motorstoring.
Als het hulpstuk stenen of andere objecten raakt, moet u
de motor onmiddellijk uitschakelen en het hulpstuk
controleren.
Gebruik het multifunctionele aandrijfsysteem alleen
wanneer de schouderriem is bevestigd, die goed moet
worden afgesteld voordat het multifunctionele
aandrijfsysteem wordt gebruikt. Het is belangrijk de
schouderriem af te stellen overeenkomstig de
lichaamsgrootte van de gebruiker om vermoeidheid
tijdens gebruik te voorkomen. Houd het multifunctionele
aandrijfsysteem nooit
met slechts één hand vast tijdens het gebruik.
Houd tijdens gebruik het multifunctionele
aandrijfsysteem altijd met twee handen vast.
Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Gebruik het multifunctionele aandrijfsysteem zo, dat u
geen uitlaatgassen kunt inademen. Laat de motor nooit
draaien in een gesloten vertrek (kans op gasverstikking).
Koolmonoxide is een geurloos gas.
Schakel de motor uit tijdens pauzes en wanneer u het
multifunctionele aandrijfsysteem onbeheerd achterlaat,
en leg het op een veilige plaats om gevaar voor anderen
en beschadiging van het gereedschap te voorkomen.
Leg nooit een warm multifunctioneel aandrijfsysteem op
droog gras of enige andere ontvlambare materialen.
Breng altijd een goedgekeurde beschermkap van het
snijgarnituur aan op het gereedschap voordat u de motor
start.
Als u dat niet doet, kan aanraking van het snijgarnituur
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
De hele veiligheidsuitrusting en alle beschermkappen die
bij het gereedschap zijn geleverd, moeten tijdens het
werk worden gebruikt.
Gebruik het gereedschap nooit met een defecte
uitlaatdemper.
Schakel de motor uit tijdens het vervoer.
Wanneer u het gereedschap vervoert, bevestigt u altijd
de beschermkap op het metalen blad.
Leg tijdens vervoer per auto het gereedschap op een
veilige plaats om te voorkomen dat er brandstof uit lekt.
De hele veiligheidsuitrusting en alle beschermkappen die
bij het gereedschap zijn geleverd, moeten tijdens het
werk worden gebruikt.
Laat de motor nooit lopen met een defecte
uitlaatdemper.
Schakel de motor uit tijdens het transport.
Tijdens vervoer over lange afstanden moeten altijd de
beschermingsdelen die bij het gereedschap werden
geleverd worden gebruikt.
Zorg ervoor dat het apparaat veilig is tijdens het vervoer
per auto.
Om lekkage van brandstof tijdens het transport van
multifunctionele gereedschap te voorkomen, zorg ervoor
dat de tank helemaal leeg is.
Let erop dat bij het uitladen van het
multifunctionele aandrijfsysteem uit de auto, de motor
niet op de grond valt omdat hierdoor de brandstoftank
ernstig kan worden beschadigd.
Behalve in noodgevallen mag u het multifunctionele
aandrijfsysteem nooit op de grond laten vallen of
weggooien omdat hierdoor het multifunctionele
aandrijfsysteem zwaar beschadigd kan raken.
Let erop dat u het volledige gereedschap van de grond
tilt wanneer u het verplaatst. Het is bijzonder gevaarlijk
de brandstoftank over de grond te slepen en dit zal
beschadiging en lekkage veroorzaken die kan leiden tot
brand.
6
Brandstof bijvullen
Schakel de motor uit tijdens het bijvullen van brandstof,
houd het gereedschap uit de buurt van open vuur en
rook niet.
Vermijd huidcontact met minerale-olieproducten. Adem
de brandstofdampen
niet in. Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het
bijvullen van de brandstof. Zorg dat u de beschermende
kleding regelmatig vervangt en reinigt.
Wees voorzichtig geen brandstof of olie te morsen om
bodemverontreiniging te voorkomen
(milieubescherming). Reinig het multifunctionele
aandrijfsysteem onmiddellijk nadat brandstof erop is
gemorst.
Vermijd dat brandstof in aanraking komt met uw kleding.
Kleed u onmiddellijk om als brandstof op uw kleding is
gemorst (om te voorkomen dat de kleding vlam vat).
Inspecteer de brandstofvuldop regelmatig om zeker te
zijn dat de dop stevig kan worden aangedraaid en niet
lekt.
Draai de brandstofvuldop stevig vast. Verplaats het
multifunctionele aandrijfsysteem voordat u de motor start
(tenminste 3 meters afstand tot de plaats waar brandstof
is bijgevuld.)
Vul nooit brandstof bij in een gesloten vertrek.
Brandstofdampen verzamelen zich vlak boven de vloer
(risico van explosie.)
Vervoer en bewaar brandstof alleen in goedgekeurde
tanks. Zorg dat de opgeslagen brandstof niet
toegankelijk is voor kinderen.
Gebruiksmethode
Gebruik het gereedschap alleen bij goed licht en zicht.
Wees in de winter bedacht op gladde of natte plaatsen,
ijs en sneeuw (gevaar voor uitglijden).
Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Maai nooit boven heuphoogte.
Werk nooit vanaf een ladder.
Klim nooit in een boom om daar met het gereedschap te
werken.
Werk nooit op onstabiele oppervlakken.
Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u binnen uw
werkbereik vindt.
Vreemde voorwerpen kunnen het snijgarnituur
beschadigen en gevaarlijke terugslagen veroorzaken.
Voordat u begint te maaien, moet het snijgarnituur op
maximaal toerental draaien.
Bij gebruik van een metalen blad, zwaait u het
gereedschap gelijkmatig in halve cirkels van rechts naar
links, zoals een zeis wordt gebruikt.
Als gras of takken bekneld raken tussen het snijgarnituur
en de beschermkap, zet u altijd de motor uit voordat u ze
verwijdert. Als u dat toch doet, kan door onbedoeld
draaien van het snijblad ernstig letsel ontstaan.
Neem een pauze om te voorkomen dat u door
vermoeidheid de controle over het gereedschap verliest.
Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20 minuten te rusten.
Snijgarnituren
Gebruik een geschikt snijgarnituur voor de geplande
werkzaamheden.
Nylondraad-snijkoppen (voor graskantmaaiers) zijn
geschikt voor het maaien van een gazon.
Metalen bladen zijn geschikt voor het maaien van
onkruid, hoog gras, struiken, heesters, ondergroei,
bosjes en dergelijke.
Gebruik nooit andere messenbladen, waaronder metalen
meerdelige kettingen en vlegelmessen. Als u dat toch
doet, kan ernstig letsel ontstaan.
Bij gebruik van een metalen blad voorkomt u dat
terugslag kan optreden en bent u altijd voorbereid op per
ongeluk optredende terugslag. Raadpleeg de
hoofdstukken “Terugslag” en “Voorkomen van terugslag”.
Terugslag (stoot van het snijblad)
Terugslag (stoot van het snijblad) is een plotselinge
reactie op een klemzittend of vastgelopen metalen blad.
Zodra dit optreed wordt het gereedschap met grote
kracht zijwaarts of in de richting van de gebruiker
geworpen en kan het ernstig letsel veroorzaken.
Terugslag treedt met name op wanneer u met het
snijbladsegment tussen 12 en 2 uur tegen een hard
7
voorwerp, struiken en takken met een diameter van 3 cm
of meer komt.
Om terugslag te voorkomen:
• gebruikt u het snijbladsegment tussen 8 en 11 uur;
• gebruikt u het snijbladsegment nooit tussen 12 en 2
uur;
• gebruikt u het snijbladsegment nooit tussen 11 en 12
uur en tussen 2 en 5 uur, behalve indien de gebruiker
goed opgeleid en erg ervaren is en dit op zijn/haar eigen
verantwoordelijkheid doet;gebruik het metalen blad nooit
dichtbij harde voorwerpen, zoals afrasteringen, muren,
boomstammen en stenen, enhoud het metalen blad
nooit verticaal voor werkzaamheden zoals het maaien
van graskanten of snoeien van heggen.
Trillingen
Personen met een slechte bloedsomloop die worden
blootgesteld aan sterke trillingen, kunnen verwondingen
aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen.
Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken
in de vingers, handen of polsen: “slapen”
(ongevoeligheid), tintellingen, pijn, stekend gevoel,
veranderen van huidskleur of van de huid. Als een van
deze symptomen zich voordoet, raadpleegt u uw
huisarts!
Om de kans op deze “witte-vingerziekte” te verkleinen,
houdt u uw handen warm tijdens het werk en onderhoudt
u het gereedschap en de accessoires goed.
Onderhoudsinstructies
Laat uw gereedschap onderhouden door ons erkende
servicecentrum dat altijd uitsluitend gebruikmaakt van
originele vervangingsonderdelen. Onjuiste reparatie en
slecht onderhoud kan de levensduur van het
gereedschap verkorten en de kans op ongevallen
vergroten.
De toestand van de maaier, met name van het
snijgarnituur en de veiligheidsuitrusting, naast het
schouderdraagstel, moeten worden gecontroleerd voor
aanvang van de werkzaamheden. Besteed bijzondere
aandacht aan de metalen bladen die correct moeten
worden geslepen.
Schakel de motor uit en trek de bougiekap eraf wanneer
u het snijgarnituur vervangt of slijpt, en wanneer u de
maaier of het snijgarnituur schoonmaakt.
Probeer nooit beschadigde snij- of zaaggarnituren
recht te trekken of te lassen.
Denk aan het milieu. Vermijd onnodig gebruik van de
gashendel zodat minder uitlaatgassen en geluid worden
geproduceerd. Stel de carburateur goed af.
Maak het gereedschap regelmatig schoon en controleer
of alle bouten en moeren stevig zijn vastgedraaid.
Onderhoud of bewaar het gereedschap niet in de buurt
van open vuur.
Bewaar het gereedschap altijd in een afgesloten ruimte
en met een lege brandstoftank.
Wanneer u het gereedschap reinigt, onderhoudt of
opbergt, bevestigt u altijd de beschermkap op het
metalen blad.
Volg de relevante instructies voor het voorkomen van
ongevallen die door de relevante beroepsverenigingen
en verzekeringsmaatschappijen zijn uitgegeven.
Breng geen wijzigingen aan het gereedschap aan,
omdat hiermee uw veiligheid gevaar loopt.
Het uitvoeren van onderhoud of reparaties door de
gebruiker is beperkt tot de activiteiten die in de
gebruiksaanwijzing zijn beschreven. Alle
andere werkzaamheden moet worden uitgevoerd door
een erkend servicecentrum.
Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires en
gereedschappen leidt tot een verhoogde kans op
ongevallen. MAXEDA aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor ongevallen of schade veroorzaakt
door het gebruik van niet-goedgekeurde
snijgarnituren, bevestigingsmiddelen voor snijgarnituren
of accessoires.
EHBO
Zorg dat er altijd een EHBO-doos beschikbaar is in de
buurt waar er wordt gemaaid om eerste hulp te bieden
bij eventuele ongevallen. Vervang onmiddellijk elk item
dat uit de EHBO-doos is genomen.
8
Geef de volgende informatie wanneer u hulp inroept:
Plaats van het ongeval
Beschrijving van het ongeval
Aantal gewonden
Soort letsels
Uw naam
VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
OPGELET: Bij het gebruik van het werktuig moeten de
veiligheidsregels worden nageleefd. Voor uw eigen
veiligheid en deze van andere personen moet u deze
instructies goed lezen vooraleer het werktuig in gebruik
te nemen. Bewaar deze instructies in goede staat voor
gebruik achteraf.
1. Vooraleer de machine te gebruiken
a) Vooraleer deze machine te gebruiken is het belangrijk
deze handleiding aandachtig te lezen om uzelf vertrouwd
te maken met de hantering van de bosmaaier.
b) De machine mag alleen worden gebruikt voor het
snijden van gras en struikgewas en van weke planten,
alsook voor het snoeien van bomen, hagen en struiken.
Deze machine nooit gebruiken voor andere
gebruiksdoelen. Het maaiblad met 3 tanden nooit
gebruiken om houtgewas te snijden.
c) De machine alleen gebruiken in goede
gezondheidstoestand. Nooit gebruiken onder invloed van
alcohol, van verdovende middelen, van geneesmiddelen
of bij grote vermoeidheid.
d) De machine nooit gebruiken op ingesloten plaatsen
omwille van het risico van gasvergiftiging. Koolmonoxide
is een geurloos gas.
e) De machine nooit gebruiken in omstandigheden zoals
deze hieronder beschreven :
• De machine nooit gebruiken als de grond glad is.
Permanent een correcte en evenwichtige houding
bewaren. Dit maakt het mogelijk het werktuig beter
onder controle te houden in onverwachte situaties.
• De machine alleen gebruiken bij daglicht of onder een
goede kunstverlichting. De machine niet ’s nachts
gebruiken.
• De bosmaaier niet blootstellen aan stormweer of regen
en niet gebruiken op vochtig gras.
• Bij het eerste gebruik uzelf voldoende vertrouwd maken
met de hantering vooraleer de machine te starten.
f) Voortdurend waakzaam en geconcentreerd blijven. Bij
het gebruik van de machine steeds uw gezond verstand
gebruiken. Een moment van onoplettendheid tijdens het
gebruik van het werktuig kan ernstige kwetsuren
veroorzaken.
g) De gebruikstijd van de bosmaaier beperken tot 30 of
40 minuten per zitting met een pauzetijd van 10 tot 20
minuten.
h) Steeds zorgen dat u de handleiding binnen
handbereik hebt zodat u deze indien nodig kunt
raadplegen.
i) De handleiding steeds meegeven als u de machine
uitleent of verkoopt.
j) Dit werktuig nooit laten gebruiken door kinderen of
personen die geen gepaste opleiding hebben gekregen.
k) Vermijden van de machine te laten werken terwijl
personen, in het bijzonder kinderen, zich in de nabijheid
bevinden.
l) De machine alleen gebruiken bij daglicht of onder een
goede kunstverlichting.
m) Vooraleer de machine te gebruiken en na elke grote
schok controleren op eventuele tekenen van slijtage of
beschadiging en indien nodig de vereiste herstellingen
laten uitvoeren.
n) De machine niet in werking stellen als de
snijdinrichting beschadigd is of als deze een overmatige
slijtage vertoont.
o) De machine nooit laten werken als deze voorzien is
van beschadigde beschermingsinrichtingen of als deze
niet op hun plaats zitten.
p) Uw handen en voeten steeds ver uit de buurt van de
snijdinrichtingen houden en meer bepaald bij het starten
van de motor.
q) Steeds zorgen dat de handgrepen en de
bescherminrichtingen gemonteerd zijn als de machine
wordt gebruikt. Nooit proberen een onvolledige machine
te gebruiken, ook niet als deze een niet-toegelaten
aanpassing heeft ondergaan.
r) Nooit wisselstukken of accessoires gebruiken die niet
door de constructeur werden geleverd of goedgekeurd.
s) De motor uitzetten en de bougiedraad lostrekken om
onderhoudscontroles of werken uit te voeren aan de
machine en als deze niet gebruikt wordt.
t) Steeds zorgen dat de verluchtingsopeningen vrij van
belemmeringen zijn.
u) De machine niet laten werken in de nabijheid van
ontvlambare of explositieve materialen, vloeistoffen of
gassen. Nooit werken met de machine in kleine of slecht
verluchte ruimten aangezien, zodra de motor is
ingeschakeld, deze toxische uitlaatgassen uitstoot.
9
Deze gassen zijn geurloos en onzichtbaar, en bijgevolg
gevaarlijk. Bovendien kunnen deze gassen, als ze
worden ingeademd, leiden tot bewusteloosheid en zelfs
tot de dood.
v) Draag gepaste werkkledij. Geen wijde kleding of
juwelen dragen die kunnen vastraken in de bewegende
delen van de machine. Draag steeds een veiligheidsbril
of een andere ogenbescherming, een
gehoorbescherming (VERPLICHT als de geluidsdruk
groter is dan 80 dB (A)), een veiligheidshelm (het is
aan te raden een helm met gelaatsbescherming te
dragen), laarzen of schoenen met antislipzolen, een
lange en stevige broek evenals sterke
werkhandschoenen. De gebruikte individuele
beschermingsuitrustingen (PBM’s) moeten voldoen aan
de geldende normen.
2. Praktische tips voor het gebruik van de machine
in bosmaaierfunctie
a) Bij het aanzetten van de motor en als deze draait uw
lichaamsdelen, vooral handen en voeten, uit de buurt
van de snijdraad en het maaiblad met 3 tanden houden.
Start de bosmaaier niet als deze omgekeerd is (kop in
de lucht) of als deze niet in correcte werkpositie staat.
Het beschermcarter en andere bescherminrichtingen
hebben tot doel u te beschermen, maar ze staan ook
in voor een correcte werking van het apparaat.
b) Gebruik uitsluitend een originele snijdkop en
bijpassende maaiblad met 3 tanden. Gebruik nooit een
metalen snijdorgaan in plaats van de plastic draad.
Gebruik het apparaat niet om onkruid/gazon te maaien
dat niet op de grond groeit, bijvoorbeeld onkruid op
muren, rotsen, boven uw hoofd enz. Met het apparaat in
werking mag u geen keiachtige zones en paden
doorlopen.
Na de bosmaaier te hebben uitgezet draaien het
maaiblad en de nylon draad nog enkele seconden,
let dus goed op.
c) Een veiligheidsafstand van 15 m bewaren rond de
bosmaaier bij het gebruik. In de werkzone is de
gebruiker van de bosmaaier verantwoordelijk voor
ongevallen en schade veroorzaakt aan anderen of aan
zijn goederen door het gebruik van het apparaat. Het
gebruik van de machine stopzetten als zich personen, in
het bijzonder kinderen, of huisdieren, in de nabijheid
bevinden.
d) De omgeving van de uitlaat of van de cilinder, die
gloeiend heet worden tijdens het gebruik, niet aanraken.
e) De bosmaaier met de rechterhand vasthouden aan de
handgreep met trekker en met de linkerhand op de
voorste handgreep. De twee handgrepen stevig
vasthouden tijdens de werking. De bosmaaier moet in
een comfortabele positie worden vastgehouden, de
achterste handgreep moet zich ongeveer op de hoogte
van de heup bevinden.
f) De bosmaaier steeds met vol regime gebruiken. Hoge
gewassen van hoog naar laag maaien. Dit voorkomt dat
het gewas zich rond de buis van de motoras en van de
snijdkop krult, wat schade door oververhitting zou
kunnen veroorzaken. Als het gewas zich rond de
snijdkop krult, de motor uitzetten, de bougiedraad
loskoppelen en het gewas verwijderen. Langdurig
werken aan half toerental zou wegvloeien van de olie via
de uitlaat veroorzaken.
3. Oorzaken van terugstuiten en preventie door de
operator bij het gebruik van het maaiblad met 3
tanden
Als het werktuig is uitgerust met een maaiblad dit met de
grootste omzichtigheid gebruiken. Een terugstuit van het
maaiblad kan zich voordoen als dit in contact komt met
een voorwerp dat het niet kan snijden. Dit contact kan
een korte blokkering van het maaiblad veroorzaken,
waardoor het werktuig gaat “terugstuiten” in
tegengestelde richting aan het geraakte voorwerp. Dit
kan vrij krachtig zijn en de controle over het werktuig
doen verliezen. Om het maaien te vergemakkelijken en
de veiligheid te waarborgen, werken met een beweging
van rechts naar links. Om het terugstuiteffect te
voorkomen de onderstaande veiligheidsinstructies
naleven :
a) Vooraleer het werk aan te vatten de werkzone
inspecteren en de gewassen rond de obstaktels
verwijderen.
b) Tijdens het gebruik niets anders in de handen houden
dan de handgrepen.
c) Bij het gebruik van de bosmaaier heel geconcentreerd
blijven.
d) Tijdens het gebruik opletten dat u de machine niet te
kort bij uw voeten en benen brengt en ook niet boven uw
middel.
10
4. Te controleren punten vooraleer u de bosmaaier in
gebruik neemt
a) Vooraleer het werk aan te vatten goed rond u kijken
om een overzicht te krijgen van te maaien omgeving.
Zorgen dat er geen enkele hindernis is die het werk kan
hinderen. Als dit het geval is de hinderlijke obstakels
wegnemen. Nagaan of de uit te dunnen zone geen
keien, ijzerdraad of heel dikke gewassen bevat (diameter
van meer dan 1 cm).
b) Een perimeter van 15m rond de gebruiker moet als
gevaarlijk worden beschouwd en waarin niemand mag
komen terwijl de machine in werking is. Als het werk
wordt uitgevoerd door 2 of meer personen tegelijk,
steeds nagaan op welke plaats de overige personen zich
bevinden en onderling een correcte afstand bewaren.
c) Nagaan dat geen enkele schroef of moer is
losgekomen. Nagaan dat zich geen enkel lek, breuk,
vervorming of enig ander probleem heeft voorgedaan op
de machine dat hinderlijk kan zijn voor de goede werking
ervan. Er bijzonder op toezien dat er geen enkel
probleem is opgetreden met het maaiblad of met de
maaibladdrager.
d) Nooit verwrongen, beschadigde, gebroken of
aangetaste snijwerktuigen gebruiken.
e) De koppeling controleren door na te gaan of het
maaiblad stopt met draaien als de motor in vrijloop
draait.
f) De bevestigingsbout van het maaiblad controleren en
nagaan of het maaiblad draait zonder schokken en
zonder abnormaal geluid.
5. Brandstof en bevoorrading : hanteringsveiligheid
Blijf uiterst voorzichtig bij het hanteren van brandstoffen.
Deze zijn ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Het
is aan te raden de volgende punten na te leven :
• Veiligheidsvoorschriften
a) Aangezien brandstof uiterst ontvlambaar is, moet
deze steeds met de nodige voorzichtigheid worden
gehanteerd.
b) Steeds brandstof bijvullen in open lucht, ver van elke
vlam of bron van vonken. Geen benzinedampen
inademen aangezien deze toxisch zijn.
c) Nooit brandstof bijvullen als de motor in werking of
nog heet is.
d) De benzine of olie nooit in contact laten komen met
uw huid.
e) Olie en brandstof uit de buurt van uw ogen houden. In
geval van olie- of benzinespatten in uw ogen deze
onmiddellijk uitspoelen met schoon water. Als de irritatie
blijft aanhouden, onmiddellijk een dokter raadplegen.
f) Elke gemorste brandstof onmiddellijk opvegen.
• Mengen van de brandstof
a) Dit werktuig maakt gebruik van een tweetaktmotor die
het mengen van benzine en tweetaktolie vereist.
Loodvrije benzine en olie voor tweetaktmotor mengen in
een schone recipiënt die gehomologeerd is voor
benzine.
b) De motor is gecertificeerd om te werken met loodvrije
benzine voor auto’s, met een octaangetal van 90 ([R +
M] / 2) of meer.
c) Geen reeds bereide mengsels gebruiken van
tankstations zoals deze gebruikt in motorfietsen,
elektrische fietsen enz.
d) Een hoogwaardige zelfmengende tweetaktolie voor
luchtgekoelde motoren gebruiken. Geen olie voor auto’s
of voor tweetaktbootmotoren gebruiken.
e) De brandstof zorgvuldig mengen voor elke
bevoorrading. Mengen in kleine hoeveelheden. Niet
meer brandstof mengen dan gebruikt zal worden binnen
een periode van 30 dagen. Het is aan te raden een
tweetaktolie te gebruiken die een brandstofstabilisator
bevat.
f) Alleen gehomologeerde containers gebruiken.
• Vullen van het reservoir
a) De omgeving van de vuldop schoonmaken om
verontreiniging van de brandstof te voorkomen.
b) De vuldop van het reservoir voorzichtig losdraaien om
de druk te laten ontsnappen en te vermijden dat
brandstof ontsnapt.
c) De vuldop nooit van het brandstofreservoir nemen of
brandstof toevoegen terwijl de motor blijft draaien. De
motor en de elementen van het uitlaatsysteem laten
afkoelen vooraleer de brandstof bij te vullen.
d) De brandstof voorzichtig in het reservoir gieten. Het
reservoir niet te hoog vullen. Morsen van brandstof
vermijden. De motor steeds uitzetten vooraleer u de
brandstof bijvult. Het reservoir van een machine nooit
vullen als de motor nog draait of heet is. Minstens 5 m
afstand nemen van het bevoorradingspunt voor u de
motor start. Niet roken !
e) De vuldop steeds opnieuw aanbrengen en goed
11
aandraaien na te hebben bijgevuld.
f) Als u brandstof morst, probeer dan niet de motor te
starten maar breng de machine uit de buurt van de
ongewilde morsplaatsen vooraleer te starten.
g) Nooit brandstof bijvullen in een gesloten ruimte.
h) Het werktuig of de brandstofcontainer nooit
onderbrengen in een lokaal waar zich een naakte vlam
bevindt zoals deze van een heetwatertoestel.
i) Als u het brandstofreservoir aftapt, is het aan te raden
dit in open lucht te doen.
6. Opbergen en onderhoud
a) Alle resten verwijderen van de machine, nagaan of
enig onderdeel beschadigd is, indien nodig laten
herstellen voor het volgende gebruik.
b) Zet het apparaat uit en haal de bougie uit voor u enige
onderhoudswerken uitvoert.
c) Gebruik uitsluitend wisselstukken en accessoires die
door de constructeur werden geleverd of worden
aanbevolen. Probeer het apparaat nooit zelf te
herstellen.
Inderdaad, alle werken die niet zijn gestipuleerd in deze
handleiding moeten exclusief worden toevertrouwd aan
door ons goedgekeurde naverkoopservicestations.
d) De brandstof aftappen uit het reservoir, de
ontluchtingsschroef van het reservoir losdraaien zodat
de brandstof begint te stromen, de machine aanzetten
en deze laten draaien tot ze vanzelf stilvalt.
e) De bougie uitnemen en enkele druppels tweetaktolie
in de motor aanbrengen. 2 tot 3 maal aan het snoer van
de starter trekken, de bougie opnieuw inzetten tot het
verankeringspunt.
f) Antiroestproduct aanbrengen op de metalen delen
zoals de metalen gaskabel, de afdekkap over de
snijdinrichtingen aanbrengen en de machine binnen
opbergen beschut tegen vochtigheid.
d) Als men de machine stopzet om
onderhoudsverrichtingen uit te voeren, om te
inspecteren of voor opslag, de motor uitzetten, de kabel
loskoppelen van de bougie en zorgen dat alle mobiele
delen stilstaan. De motor laten afkoelen vooraleer enige
inspectie, afstelling enzovoort uit te voeren.
e) De machine opslaan op een plaats waar de
brandstofdamp geen naakte vlam of vonk kan bereiken.
De machine steeds laten afkoelen vooraleer deze op te
bergen.
f) Als men de machine vervoert of opbergt, moet steeds
de transportbescherming van de snijdinrichting worden
gemonteerd.
7. Transport
- Zorgen dat de maaibladbeschermingen goed op hun
plaats zitten.
- Bij het transport per voertuig de machine vastmaken
met een koord. Niet vervoeren met de motorfiets of de
fiets aangezien het gevaarlijk is.
- De bosmaaier nooit over lange afstanden vervoeren op
slecht wegdek zonder vooraf de brandstof uit het
reservoir te hebben verwijderd. Lekrisico !
8. Eerste hulp (EHBO)
Wees voorbereid op eventuele ongelukken en zorg dat
er steeds een verbandtrommel op de werkplek
voorhanden is. Eventueel gebruikt materiaal moet
onmiddellijk aangevuld worden.
Als u om hulp vraagt, geef dan de volgende informatie:
- Plaats van het ongeluk
- Aard van het ongeluk
- Aantal gewonden
- Soort verwondingen
- Uw naam!
NOTE
Mensen met stoornissen in de bloedsomloop tot
beschadiging van do bloedvaten of het zenuwstelsel als
ze worden blootgesteld aan overmatige trillingen.
Trillingen kan de volgende symptomen veroorzaken in
de vingers, handen of polsen: gevoelloosheid,
tintelingen, pijn, kloppend gevoel, verandering in de kleur
van de huid of veranderingen van de huid.
Als een van deze symptomen, een dokter!
Trillingen
Langdurig gebruik van het motorapparaat kan leiden tot
door trillingen veroorzaakte doorbloedingsstoornissen
aan de handen ("witte vingers").
Een algemeen geldende gebruiksduur kan niet worden
vastgesteld, omdat deze van meerdere factoren
afhankelijk is.
De gebruiksduur wordt verlengd door:
Bescherming van de handen
(warme handschoenen)
12
Rustpauzes
De gebruiksduur wordt verkort door:
Bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, kriebelen)
Lage buitentemperaturen
De mate van kracht uitgeoefend
door de handen (stevig beetpakken
beïnvloedt de doorbloeding nadelig)
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het
apparaat en bij het herhaald optreden
van de betreffende symptomen (bijv.
vingers kriebelen) wordt een medisch
onderzoek geadviseerd.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Verwittiging / Gevaar /
Voorzorg
Een veiligheidszone van 15
meter bewaren rond de
machine
Raak de nylondraad of het
mes niet aan voordat het
volledig tot stilstand is
gekomen om het te vervangen
Pas op voor vallende
voorwerpen
Opgelet voor hete
oppervlakken: risico van
brandwonden
De brandstof is uiterst
ontvlambaar. Niet in de buurt
van een naakte vlam of een
open vuur brengen.
Explosiegevaar
Opgelet voor weggeslingerde
voorwerpen
Risico van weggeslingerde
voorwerpen. Het maaiwerktuig
niet gebruiken zonder dat het
beschermcarter op zijn plaats
zit.
Terugslag!
Houd uw boeten uit de buurt
van scherpe delen.
Risico op inademing van
koolmonoxide
Koppel de bougie los
Verwijder de bougiebeveiliger
wanneer u onderhoud of
andere werkzaamheden aan
de machine uitvoert of deze
onbeheerd achterlaat.
Giftige dampen,
niet binnenshuis gebruiken.
Deze machine is niet
geschikt voor
gebruik met een getand
zaagblad.
13
Een veiligheidshelm dragen
Gehoorbescherming dragen
Steeds veiligheidsbril dragen
Werkhandschoenen dragen
Antisliplaarzen dragen
Niet gebruiken in de regen
De handleiding lezen
vooraleer de machine te
gebruiken
Gewaarborgd
geluidsvermogenniveau
Conform de essentiële
vereisten van de op het
product toepasselijke
Europese richtlijnen
Vullen van het
brandstofreservoir (brandstof /
oliemengsel) 40:1
WAARSCHUWING
Trek beschermende handschoenen aan - gevaar voor
verwonding aan scherpe randen.
Monteer slechts één metalen snijgereedschap!
Aanzuigpomp
druk op 6x
Handmatige
motorstart
14
WAARSCHUWING
VEILIGHEID VOOR ALLES
De waarschuwingsinstructies in deze handleiding worden aangeduid met een symbool. Ze duiden op kritieke
punten die in aanmerking moeten worden genomen om mogelijke ernstige lichamelijke letsels te voorkomen.
Daarom wordt u gevraagd al die instructies zorgvuldig door te lezen en ze nauwgezet in acht te nemen.
OPMERKINGEN OVER DE SOORTEN WAARSCHUWINGEN IN DE HANDLEIDING
WAARSCHUWING
Bij deze aanduiding worden instructies gegeven om ongevallen te voorkomen die zouden kunnen leiden tot ernstige
lichamelijke letsels of de dood.
BELANGRIJK
Bij deze aanduiding worden instructies gegeven om mechanische defecten, storingen of schade te voorkomen.
OPMERKING
Bij deze aanduiding worden tips of richtlijnen gegeven die handig zijn bij het gebruik van het product.
Inhoudsopgave
1. ONDERDELEN
2. UITLEG BIJ DE PICTOGRAMMEN
3. SYMBOLEN OP DE MACHINE
4. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
5. MONTAGE
6. BRANDSTOF
7. BEDIENING
8. ONDERHOUD
9. SPECIFICATIES
·Lees deze handleiding aandachtig door alvorens de bosmaaier te gebruiken.
·Bewaar deze handleiding.
15
1. ONDERDELEN
1. Brandstoftank
2. Starter
3. Luchtfilter
4. Afscherming koppeling
5. Ophangmechanisme
6. Handgreep
7. Handgreepbeugel
8. Gashendel
9. Gashendelkabel
10. Draagriem
11. Stang
12. Beschermkap
13. Transmissie
14. Snijblad
16
2. UITLEG BIJ DE PICTOGRAMMEN
BELANGRIJK
Als waarschuwingsstickers loskomen of vuil worden en ze niet meer leesbaar zijn, dient u
contact op te nemen met uw distributeur en nieuwe stickers te bestellen. Vervolgens dient u
de sticker(s) op de daarvoor bedoelde plaats(en) aan te brengen.
WAARSCHUWING
Uw bosmaaier nooit wijzigen.
De garantie op de machine vervalt wanneer u een gewijzigde bosmaaier gebruikt of de
gebruiksvoorschriften zoals vermeld in deze handleiding niet naleeft.
3. SYMBOLEN OP DE MACHINE
Met het oog op een veilig bedrijf en onderhoud, werden op de machine symbolen aangebracht in reliëf. Neem de
aanduidingen in acht en maak geen vergissingen.
(a). De poort om de "MIX GASOLINE" opnieuw vol te tanken
PlaatsTANKDOP.
(b). De richting om de choke te sluiten
PlaatsDEKSEL LUCHTFILTER
(c). De richting om de choke te openen
PlaatsDEKSEL LUCHTFILTER
17
4. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOORALEER U HET TOESTEL GEBRUIKT
(a) Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door zodat u weet hoe u het toestel naar
behoren moet bedienen.
(b) Dit product werd ontworpen voor het snijden van gras, en mag nooit worden gebruikt
voor andere doeleinden.
(c) Gebruik deze bosmaaier nooit wanneer u onder invloed bent van alcohol, wanneer u
moe bent of te weinig hebt geslapen, wanneer u duizelig bent als gevolg van medicatie, of
in andere omstandigheden waarbij uw beoordelingsvermogen mogelijk verzwakt is of u
mogelijk niet in staat bent de bosmaaier op een veilige manier te bedienen.
(d) Laat de motor niet in een afgesloten ruimte draaien. De uitlaatgassen bevatten
schadelijk koolstofmonoxide.
(e) Wanneer u dit product voor het eerst gebruikt en voordat u aan het echte werk begint,
dient u van een bekwaam vakman te leren hoe u de bosmaaier moet hanteren.
(f) Houd deze handleiding bij de hand zodat u er bij latere vragen of twijfels naar kunt
teruggrijpen.
WERKUITRUSTING EN KLEDIJ
(a) Wanneer u de bosmaaier gebruikt, dient u
geschikte kledij en beschermingsuitrusting te dragen:
(1) Helm
(2) Veiligheidsbril of gezichtsbescherming
(3) Dikke werkhandschoenen
(4) Stevige werkschoenen met antislipzolen
(5) Oorbescherming
(b) Gebruik uw bosmaaier nooit wanneer u een losse
broek of sandalen draagt of geen schoenen aan hebt.
TE CONTROLEREN VOORALEER U UW BOSMAAIER GEBRUIKT
(a) Kijk vooraleer u begint te werken goed rond om een idee te krijgen van de vorm van het terrein en ruim
verplaatsbare obstakels uit te weg.
(b) Ga na of er geen schroeven of bouten loszitten, of er geen olie lekt, of de machine niet is gebarsten of
gedeukt, en of er geen andere problemen zijn waardoor de veilige werking van de machine kan worden
beïnvloed. Controleer zeker of het snijblad en de bevestigingen waarmee het snijblad op de bosmaaier zijn
gemonteerd volledig in orde zijn.
(c) Gebruik nooit snijbladen die zijn verbogen, kromgetrokken, gebarsten, gebroken of op een of andere manier
beschadigd.
Zorg ervoor dat het snijblad altijd scherp is.
(d) Controleer de bout waarmee het snijblad is bevestigd en kijk na of het snijblad vlot draait zonder daarbij
abnormaal geluid te maken.
OPMERKINGEN BIJ HET OPSTARTEN VAN DE MOTOR
1. Kijk goed rond en zorg ervoor dat er zich binnen een straal van 15 m rond de bosmaaier geen obstakels
bevinden.
2. Plaats de bosmaaier op de grond, op een vlak en vrij stuk, en houdt hem stevig vast zodat geen
snijdonderdelen noch de gashendel tegen obstakels botsen bij het opstarten van de motor.
3. Plaats de gashendel in de stationaire stand bij het opstarten van de motor.
18
VEILIGHEIDSMAATREGELEN TEGEN TERUGSLAG
1. Voordat u begint te werken, dient u de werkzone vrij te maken en gras rond de obstakels te verwijderen.
2. Neem bij het gebruiken van de bosmaaier geen andere onderdelen dan de twee hendels of handgrepen vast.
3. Laat bij het gebruik van de bosmaaier uw blik nooit wegglijden. Plaats indien nodig de gashendel in de
stationaire stand.
4. Zorg ervoor dat het toestel nooit te dicht bij uw voeten komt en hijs het toestel nooit boven uw middel.
OPMERKINGEN INZAKE TRANSPORT
(a). Breng de geschikte snijbladafscherming aan (indien voorzien)
VEILIGHEIDSMAATREGELEN BEDIENING
(a). Grijp de hendels van de bosmaaier stevig met beide handen vast. Als u het werk even pauzeert, plaatst u de
gashendel in stationaire stand.
(b). Zorg ervoor dat u tijdens het maaien stevig op de grond en in balans staat.
(c). Houd de snelheid van de motor op het niveau dat is vereist voor het maaiwerk, verhoog de snelheid nooit
boven het nodige niveau.
d. Raak de ontstekingsbougie of voedingskabel nooit aan terwijl de motor draait. Anders loopt u risico op een
elektrische schok.
e. Raak nooit de uitlaat, bougie of andere metalen onderdelen van de motor aan terwijl de motor draait of
onmiddellijk nadat u de motor hebt uitgeschakeld. Anders kunt u ernstige brandwonden oplopen.
f. Wanneer u klaar bent met maaien op een locatie en wenst voort te maaien op een andere locatie, dient u de
motor uit te schakelen en het toestel zo te draaien dat de snijdonderdelen van u weg gericht zijn.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ONDERHOUD
a. U mag in geen geval de bosmaaier demonteren of op enige wijze aanpassen. Daardoor raakt de bosmaaier
mogelijk beschadigd of werkt de bosmaaier mogelijk niet meer naar behoren.
b. Zorg ervoor dat u altijd eerst de motor uitschakelt voordat u onderhoud of controles uitvoert.
c Bij het slijpen, verwijderen of opnieuw monteren van het snijblad, dient u dikke, stevige handschoenen te dragen
en enkel het geschikte gereedschap te gebruiken om lichamelijke letsels te voorkomen.
19
5. MONTAGE
HENDEL
1. Maak de vier bouten op de hendelbeugel los.
2. Plaats de rechter- (gashendel gemonteerd) en linkerhendel in de beugel en
draai de bouten opnieuw stevig vast.
(1) Hendelbeugel
(2) Rechterhendel
(3) Bout
(4) Linkerhendel
(5) Motorkant
BESCHERMKAP
1. Open de productverpakking, verwijder het product en de accessoires.
2. Montage van de beschermkap
- Monteer de beschermkap op de montageplaat; zorg ervoor dat de gaten zijn
uitgelijnd.
- Schroef de beschermkap vast met de 2 schroeven.
GASHENDELKABEL
WAARSCHUWING
Na het monteren van de hendel, dient u de gashendelkabel in de gashendel te
plaatsen. Anders ontstaat het gevaar dat de motor draait nadat de gashendel
werd losgelaten.
DE GASHENDELKABEL AANPASSEN
1. Als er te weinig of te veel speling is, verwijdert u het deksel van het luchtfilter, maakt u de moer los en
past u de speling aan.
DE NYLON SNIJDRAAD MONTEREN
OPMERKING: De beschermkap moet altijd worden geïnstalleerd.
▪ Plaats de interne steun en de externe steun correct op de aandrijfas.
Draai de meegeleverde bout (links m8) in de aandrijfas en draai deze vast
met de steeksleutel.
▪ Schroef de nylondraadsnijkop op de bout die de interne steun vastzet met
de L-vormige staaf en draai deze handmatig vast.
OPMERKING: Draai de bouten en ringen vast die het mes stevig vasthouden, zodat u ze niet kwijtraakt.
OPMERKING: Bewaar de schroeven en ringen - om het mes voorzichtig te installeren - zodat ze niet verloren
gaan.
Snelheid : 10000min
-1
20
HET METALEN MONTEREN
OPMERKING: De beschermkap moet altijd worden geïnstalleerd.
LET OP: Gebruik de machine NOOIT met een kromgetrokken mes, afgebroken of ontbrekende tanden. Een
beschadigd mes moet onmiddellijk worden vervangen
LET OP: Draag altijd stevige werkhandschoenen bij het hanteren en installeren van een blad.
Mesmontage 3 tanden / 8 tanden / 40 tanden (voor poetsen)
Waarschuwing - scherpe randen; draag handschoenen bij het hanteren van het mes.
- Steek een metalen borggereedschap in het gat aan de zijkant van het aandrijftandwiel en op de aandrijving.
- Verwijder de borgmoer, de dekselklok en de plaat.
- Installeer in de volgende volgorde op de as: het mes, de plaat, de dekselklok.
- Schroef met de borgmoer.
- Verwijder het metalen vergrendelingsgereedschap
Washer : Wasmachine
Nut : Moer
Mounting cup : Cup
Snelheid : 10000min
-1
STOP DE MOTOR ONMIDDELLIJK!
Overmatige trillingen van het mes betekent dat het niet goed is geïnstalleerd,
stop de motor onmiddellijk en controleer het mes.
Een onjuist geïnstalleerd mes leidt tot letsel.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108

Central Park CPT5244BC_EL Le manuel du propriétaire

Catégorie
Outils électroportatifs
Taper
Le manuel du propriétaire