17
beschadigen. Maai nooit meer dan de helft van de
lengte van het gras af. Hou de onderkant van de
motorbehuizing proper en verwijder alle grasresten.
Grasresten bemoeilijken het starten van de
grasmaaier en hebben ook een negatieve invloed
op de maaikwaliteit en de grasuitworp. Maai op
hellingen altijd haaks t.o.v. de helling (niet in op- en
neergaande bewegingen).
U kunt de neiging van de maaier om van de helling
naar beneden te schuiven compenseren door hem
onder een kleine hoek naar boven te richten. Stel de
maaihoogte in rekening houdend met de actuele
lengte van het gras. Maai het gras in verschillende
keren en zorg ervoor dat u per keer niet meer dan 4
cm van het gras afmaait.
Schakel de motor uit vóór u het mes controleert.
Onthoud dat het mes nog even door blijft
draaien nadat de motor werd uitgeschakeld.
Probeer nooit om het mes tegen te houden.
Controleer regelmatig of het mes stevig vastzit, in
goede toestand verkeert en scherp geslepen is.
Indien dit niet geval is, slijp of vervang dan het mes.
Wanneer het draaiende mes een vreemd voorwerp
raakt, schakel de grasmaaier dan uit en wacht tot
het mes volledig tot stilstand is gekomen. Controleer
dan het mes en de meshouder. Wanneer ze
beschadigd zijn, moeten ze vervangen worden.
Leg het voedingssnoer in lussen op de grond, voor
het stopcontact uit. Maai in de richting weg van het
stopcontact en het snoer en zorg ervoor dat het
snoer altijd op dat gedeelte van het grasveld ligt dat
reeds is afgemaaid zodat u met de grasmaaier niet
over het snoer kunt rijden. Zodra u tijdens het
maaien ziet dat er grasresten op het gras
achterblijven, moet u de grasopvangzak leegmaken.
REINIGING EN ONDERHOUD
Opgelet!
Trek de stekker uit het
stopcontact vóór u aan het
> Reiniging
§ Hou alle veiligheidsvoorzieningen, luchtkanalen
en de motorbehuizing zo goed als mogelijk vrij van
stof en vuil. Wrijf het toestel af met een droge vod of
blaas het af met perslucht onder lage druk.
§ We raden u aan om het toestel onmiddellijk na elk
gebruik te reinigen.
§ Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
vod en een beetje zachte zeep. Gebruik geen
reinigingsmiddelen of oplosmiddelen; deze kunnen
de plastic onderdelen van het toestel aantasten.
Zorg ervoor dat er geen water in het toestel kan
binnendringen.
Gebruik nooit
oplosmiddelen zoals
benzine, alcohol, ammoniak,
enz. Deze
oplosmiddelen zouden de
plastic onderdelen kunnen
> Onderhoud van het mes
§ Verwijder regelmatig gras en vuil van het mes.
§ Onderzoek aan het begin van het tuinseizoen
zorgvuldig de toestand van het mes.
§ Slijp of vervang het mes wanneer het is zeer
stomp is.
§ Monteer een nieuw mes wanneer het beschadigd
of versleten is.
Waarschuwing! Neem de
volgende
voorzorgsmaatregelen:
§ Koppel de maaier van het net los en wacht tot het
mes volledig tot stilstand is gekomen vóór u
verdergaat.
§ Let erop dat u zich niet snijdt. Gebruik stevige
werkhandschoenen of een vod om het mes
vast te nemen.
§ Gebruik enkel het opgegeven vervangmes.
§ Verwijder om geen enkele reden de aandrijving.
> Het mes vervangen
«
Fig E »
Om veiligheidsredenen raden we aan om het mes
door een erkende vakman te laten
vervangen.
Belangrijk:
draag werkhandschoenen!
Gebruik het opgegeven vervangmes omdat dit
onder alle omstandigheden topprestaties zal
leveren en de veiligheid zal garanderen. Volg de
volgende stappen om het mes te vervangen:
§ Kantel de maaier op zijn zijkant.
§ Neem het mes met één hand vast.
§ Gebruik een sleutel (niet meegeleverd) los te
maken en verwijder het mes moer (B).
§ Vervang het mes.
§ Zet de moer van het mes stevig vast.
OPBERGEN
§ Reinig altijd uw grasmaaier vóór u hem wegbergt.
§ Bewaar uw maaier op een propere en droge plek.
Om schimmelvorming op de achtergebleven resten
te vermijden moet u ervoor zorgen dat de
grasopvangzak leeg en droog is. Om plaats te
besparen kunt u de beugel inklappen; zet de
klemmen aan beide zijden van de beugel los en
plooi het bovenste gedeelte naar de voorkant van
de machine toe.