- 8 - - 9 -
NLNL
Attentie levensgevaar! De zuigkop (1) nooit in water of een andere vloeistof dompelen!
De zuigkop (1) nooit onder stromend water houden en steeds beschermen tegen spatwater!
Voor de reiniging eerst de netstekker (1.3) uittrekken en de zuigkop (1) vervolgens met een vochtige
doek afvegen.
Na het beëindigen van de werkzaamheden dient de vijverslibzuiger steeds gereinigd te worden. De
vijverslibzuiger nooit voor het begin van de werkzaamheden reinigen!
Alvorens met zuigen te beginnen eerst de aansluitleiding (1.3) geheel afrollen. Nooit aan de
aansluitleiding (1.3) trekken om de vijverslibzuiger te bewegen.
Zorg ervoor dat de aansluitleiding (1.3) niet ingeklemd, platgedrukt of overreden wordt. De isolatie zou
beschadigd kunnen worden.
Sluit de vijverslibzuiger uitsluitend op een correct volgens de voorschriften geïnstalleerd 230 V
stopcontact met aardingscontacten aan, dat dienovereenkomstig met een aardlekschakelaar (FI
30mA, RCD) uitgerust is (VDE 0100T739). Als een verlengkabel nodig mocht zijn, let er dan op dat
de verlenging geschikt is voor de aansluitleiding van de vijverslibzuiger. Kabelhaspels moeten steeds
geheel afgerold worden (warmteontwikkeling).
Trek de netstekker uit het stopcontact:
● om de vijverslibzuiger te reinigen
● om de vuilpomp (2.1) te reinigen
● om de opvangtank (2) leeg te maken
● bij storingen van het apparaat
● als het apparaat niet meer gebruikt wordt
Aanwijzing!
De vijverslibzuiger is uitgerust met een automatische uitschakeling.
De zuigwerking wordt onderbroken, als het vloeistofpeil in de tank (2) te hoog stijgt en daardoor de
automatische uitschakeling activeert.
Verwijder het vuil of de vreemde voorwerpen die zich voor de aanzuigopening van de vuilpomp (2.1)
bevinden (netstekker uittrekken). Zie ’Vuilpomp reinigen’.
Nooit in de aanzuigopening grijpen, zolang de vuilpomp (2.1) in werking is (levensgevaar).
De vijverslibzuiger produceert tijdens de werking een zeer hoge zuigkracht! Nooit met de zuigopening
in aanraking komen!
De zuigopening nooit op mensen of dieren richten!
Als het apparaat tijdens het zuigen omkiept, onmiddellijk de netstekker uittrekken! Zet het apparaat
weer rechtop, schakel de I/O-schakelaar (1.2) naar de stand OFF (Uit) en maak de tank leeg.
Alvorens de werkzaamheden te hervatten, dient gecontroleerd te worden of er geen vloeistof in
de zuigkop terechtgekomen is.
Controleer de vijverslibzuiger regelmatig op beschadigingen.
De vijverslibzuiger mag niet gebruikt worden, als de aansluitleiding (1.3) beschadigd is of het apparaat
anderszins beschadigd is (schade als gevolg van een val).
Probeer het apparaat nooit zelf te openen of de aansluitleiding (1.3) te vervangen.
Laat reparaties uitsluitend door de fabrikant uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kan aanzienlijke
schade voor de gebruiker ontstaan.
Voordat u de stekker (1.3) uit het stopcontact trekt, moet u het apparaat eerst m.b.v. de I/O-schakelaar
(1.2) uitschakelen.
Trek nooit aan het snoer, maar uitsluitend aan de stekker, om het apparaat van het stroomnet te
scheiden.
Bij regen of een dreigende regenbui of onweer mag het apparaat niet gebruikt worden.
De vijverslibzuiger mag nooit onder de waterspiegel worden gebruikt (zie afb. A + B).
Het gevaar bestaat dat door zelfaanzuiging de stofzuiger en het gebouw overstroomd wordt.
Als het uiteinde van de afvoerslang (11) hoger ligt dan de plek waar de vijverslibzuiger staat, moet een
slangblokkade tussen de zuiger en de slangkoppeling gemonteerd worden, om te voorkomen dat het
water terug de zuiger in stroomt (overstromingsgevaar).
Tijdens de reiniging mogen zich geen personen in het water bevinden, zwemmen is verboden!
Montage van de greep (zie afb. 2–4)
Draai de schroeven (21) aan de klemmen los en steek de greep (20) door beide klemmen. Draai de
schroeven (21) vast en beveilig de greep (20) met de borgschroef (22).
Zuiger opstellen en aansluiten
De vijverslibzuiger dient in ieder geval zodanig te worden opgesteld dat hij niet in het water kan
vallen en niet om kan kiepen. Stel de vijverslibzuiger zo mogelijk op een effen oppervlak bij de vijver
en ter hoogte van de waterspiegel op, echter niet lager dan het wateroppervlak. Hoe geringer de
aanzuighoogte, hoe beter de zuigcapaciteit. (Zie afb. A + B)
Steek de zuigslang (10) in de voorste onderste opening (zuigzijde) van de zuiger, totdat de slang
vastklikt. (Zie afb. 5)
Nu sluit u de afvoerslang (11) op de zijdelingse aansluiting (perszijde) aan (bajonet) (zie afb. 6) en legt
u het uiteinde van de slang op het omliggend terrein of in de riolering.
Let erop dat de zuigkop (1) stevig op de tank (2) vastzit.
Steek de stekker (2.2), die aan de zijkant uit de tank (2) komt, in het stopcontact (1.1) aan de zuigkop
(1). (Zie afb. 7)
Nu sluit u de zuiger op het stroomnet aan. Netstekker (1.3) in het aansluit-stopcontact steken!
Als er een kabelhaspel tussengeschakeld is, moet deze helemaal afgerold worden, vanwege de
warmte die zich anders ontwikkelt.
Controleer of de zuiger d.m.v. een personenbeveiligingsschakelaar FI 30 mA (RCD) beveiligd is (als
dit niet het geval is, is deze schakelaar verkrijgbaar in elke bouwmarkt).
Tijdens de reiniging is zwemmen verboden.
Gebruik de zuiger uitsluitend bij droog weer.
Beginnen met zuigen
Schakel de vijverslibzuiger met de schakelaar (1.2) in en houd de zuigslang (10) met de steel en het
zuigopzetstuk (beide niet meegeleverd, afzonderlijk kopen) onder water; nu moet het slibhoudende
water ingezogen en constant afgepompt worden.
Houd het uiteinde van de afvoerslang in het oog; als hier na ca. 30 sec. geen water uitkomt, schakelt u
het apparaat uit, wacht u ca. 1 min. en start u vervolgens het zuigproces opnieuw.
Kijk tijdens het zuigen af en toe naar het uiteinde van de afvoerslang en controleer of het ingezogen
slibwater ook afgepompt wordt.
Als er geringe hoeveelheden water ingezogen worden, moet de stekker (2.2) van de pomp (2.1) uit het
stopcontact (1.1) in de zuigkop (1) worden getrokken; zo voorkomt u dat de pomp (2.1) door
drooglopen beschadigd wordt.
Om de tank (2) leeg te maken, steekt u de stekker (2.2) van de pomp (2.1) weer in het stopcontact.
Veiligheidsinstructie! Als u water uit een ondergelopen kelder afpompt, dient u te controleren of het
afgepompte water niet terug kan stromen.
Problemen bij het zuigen (zie afb. 9–12)
Aanwijzing! Om de vijverslibzuiger te beschermen is een automatische schakeling ingebouwd die
zodra deze geactiveerd wordt, de zuigkracht stopzet, hoewel de turbine loopt.
Als de zuigkracht nalaat, kan dit de volgende oorzaken hebben:
● de filterzak (2.4) is geheel met vuil gevuld. Open de ritssluiting van de filterzak (2.4) en maak de
filterzak (2.4) leeg/schoon.
● de pomp (2.1) is niet ingestoken