9
Butler 131/136
8
Butler 131/136
6.13.1 Instellen PABX-toegangsnummer
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op “3”.
• Op het display verschijnt “PAB[1][2][3]” om de gebruiker te informeren
PABX-groep 1, 2 of 3 te selecteren.
• Druk op “1”, “2” of “3” om de PABX groep te selecteren.
• Op het display verschijnt de huidige instelling van de geselecteerde groep.
• Bijvoorbeeld, wanneer PABX-groep 2 niet beschikbaar is, verschijnt
“PAB2=OFF” op het display.
• Of wanneer bijvoorbeeld de instelling van groep 2 een korte pauze is (1P)
met karakters 62 als PABX code, verschijnt op het display “PAB2=1P62”.
• Druk op “1” of “2” om de pauzetijd te selecteren:
“1”: 3 seconden pauze (1P op display)
“2”: 6 seconden pauze (2P op display).
• Geef de PABX toegangscode in, “1” ...”9”, “0” (maximum 2 karakters).
• Druk op de Programmeertoets om de instelling te bevestigen en te bewaren.
• Nu is er een automatische kiespauze tussen de toegangscode en het eerste
normale karakter van het extern nummer.
• Maximum 3 instellingen zijn toegelaten voor de PABX toegangscode en de
toegangstijd.
• Maximum 2 karakters voor elke instelling.
• De instellingen worden gewist wanneer de procedure “6.15. Alle geheugens
wissen” wordt doorlopen.
6.13.2 Een PABX Groep wissen
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op “3”.
• Op het display verschijnt “PAB [1][2][3]” om de gebruiker te informeren dat
PABX groep 1, 2 of 3 moet worden geselecteerd.
• Druk op “1, “2” of “3” om de PABX programmeergroep te selecteren.
• Op het display verschijnt de huidige selectie.
• Druk op de Programmeertoets om het wissen te bevestigen.
6.14 Instelling R-functie
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op “2”.
• Op het display verschijnt “[r]=“, de huidige R-toets instelling.
• Geef de functiecode “2”, “3”, “4”, “5” in voor de verschillende pauzetijden.
1 = niet beschikbaar
2 = flash: 100 ms (r = flash 1)
3 = flash: 115 ms (r = flash 2)
4 = flash: 270 ms (r = flash 3)
• Het overeenstemmende telefoonnummer verschijnt gedurende 5 seconden op
het display en daarna keert het toestel terug naar Standby-modus. Als de
geheugenplaats leeg is, hoort u een waarschuwingssignaal.
6.10.4 Een geheugennummer wissen
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op de Geheugentoets.
• Op het display verschijnt “[ ]”.
• Druk op het nummer van de geheugenplaats (0-9).
• Druk nogmaals op de Programmeertoets.
6.11 Klaviertonen aan-/uitschakelen
De instelling van de klaviertonen kan als volgt gebeuren:
• Druk op de Programmeertoets.
• Druk op “4”.
• Op het display verschijnt de huidige instelling van de klaviertonen (AAN/UIT).
• Druk op “1” om de klaviertonen aan te schakelen, druk op “2” om de klavier-
tonen uit te schakelen.
• Op het display verschijnt de instelling.
• Druk op de Programmeertoets om de instelling te bevestigen en te bewaren.
6.12 Waarschuwing 15 minuten gespreksduur
Om te vermijden dat u zou vergeten een gesprek te beëindigen of per ongeluk
de Lijntoets ingedrukt zou hebben zonder een gesprek te voeren, beschikt uw
toestel over een gespreksduurteller.
Hierbij wordt u, na een gesprek van 14 minuten en 30 seconden, gewaarschuwd
door een bieptoon. Om uw gesprek verder te zetten en te vermijden dat de
verbinding verbroken wordt, dient u op een numerieke toets te drukken (0-9).
Indien u op geen enkele toets drukt en de gespreksduurteller bereikt 15 minuten,
zal de verbinding automatisch verbroken worden.
Opmerking
Deze functie is aan-/uitschakelbaar (zie 9.Programmatielijst)
6.13 PABX pauze-functie
U kan 3 groepen van PABX-codenummers programmeren (elk van maximum
2 karakters). Wanneer het eerste cijfer of de 2 eerste cijfers (afhankelijk van de
geprogrammeerde PABX-code) overstemmen met 1 van de ingestelde PABX-
codes, zal er automatisch een pauze ingevoegd worden. Deze pauzetijd kan
ingesteld worden.