AEG 47056IU-MN Manuel utilisateur

Taper
Manuel utilisateur
47056IU NL Gebruiksaanwijzing 2
FR Notice d'utilisation 38
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
9. OVEN - KLOKFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
10. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
11. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
13. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
14. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
15. MILIEUBESCHERMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.aeg.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in-
stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva-
liditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan van een volwassene of van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap-
paraat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili-
ging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselemen-
ten niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
NEDERLANDS 3
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha-
kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden ge-
plaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur
schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken
op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen bre-
ken.
Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omge-
keerde volgorde.
Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektri-
sche schokken te voorkomen.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pande-
tector.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatie-
technicus mag het apparaat in-
stalleren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Trek het apparaat nooit aan de hand-
greep van zijn plaats.
4
www.aeg.com
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïn-
stalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van de-
zelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet op een
platform.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat val-
len als de deur of het raam wordt geo-
pend.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromon-
teur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een elektromon-
teur.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met
de service-afdeling of een elektro-
monteur om een beschadigde hoofd-
kabel te vervangen.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen on-
der stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden beves-
tigd dat het niet zonder gereedschap
kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-appa-
raten: stroomonderbrekers, zekerin-
gen (schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd), aardlek-
schakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een iso-
latieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet af-
gesloten kan worden. Het isolatieap-
paraat moet een contactopening heb-
ben met een minimale breedte van 3
mm.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden
of elektrische schokken
Gebruik dit apparaat in een huishou-
delijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopenin-
gen niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na ge-
bruik uit.
Van binnen wordt het apparaat heet
als het in werking is. Raak de verwar-
mingselementen in het apparaat niet
aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen
om accessoires of kookgerei te plaat-
sen of verwijderen.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het ap-
paraat aan staat. Er kan hete lucht ont-
snappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een geopen-
de deur.
Bedien het apparaat niet met een ex-
terne timer of een apart afstandbedie-
ningssysteem.
Houd de deur van het apparaat altijd
dicht als het apparaat in werking is.
NEDERLANDS 5
Leg geen bestek of deksels van steel-
pannen op de kookzones. Ze zijn heet.
Zet de kookzone op "uit" na elk ge-
bruik.
Het apparaat mag niet worden ge-
bruikt als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om elek-
trische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker moe-
ten een afstand van minimaal 30 cm
bewaren van de inductiekookzones als
het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
Verhitte vetten en olie kunnen ont-
vlambare damp afgeven. Houd vlam-
men of verwarmde voorwerpen uit de
buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kun-
nen spontane ontbranding veroorza-
ken.
Gebruikte olie die voedselresten be-
vat kan brand veroorzaken bij een la-
gere temperatuur dan olie die voor de
eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
re producten in, bij of op het appa-
raat.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Open de deur van het apparaat voor-
zichtig. Als u alcoholische toevoegin-
gen gebruikt, kan er alcohol-lucht-
mengsel ontstaan.
Probeer niet om een brand te blussen
met water. Haal het apparaat uit het
stopcontact en dek de vlammen af
met een deksel of blusdeken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
Zet geen kookgerei of andere voor-
werpen direct op de bodem van het
apparaat.
Leg geen aluminiumfolie op de bo-
dem van het apparaat.
Plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochtige schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met
koken.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
Gebruik een diepe braadpan voor
vochtige taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Zet geen hete pannen op het bedie-
ningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glaskera-
miek. Til deze voorwerpen altijd op als
u ze moet verplaatsen op het kookop-
pervlak.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afge-
koeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem con-
tact op met de service-afdeling.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur
is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
6
www.aeg.com
Resterend vet of voedsel in het appa-
raat kan brand veroorzaken.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray ge-
bruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch emaille (in-
dien van toepassing) met een schoon-
maakmiddel.
2.4 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke appara-
ten. Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schok-
ken!
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te voorko-
men dat kinderen en huisdieren opge-
sloten raken in het apparaat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
5
4
3
2
1
6
7
8
9
1 3 4
5
2
1
Knop voor de ovenfuncties
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Knop voor de temperatuur
4
Temperatuurweergave
5
Toetsen voor de kookplaat
6
Verwarmingselement
7
Ovenlampje
8
Ventilator- en verwarmingselement
9
Rekstanden
NEDERLANDS 7
3.2 Indeling kookplaat
210 mm
180 mm
180 mm
2
145 mm
1 3
6
4
5
1
Inductiekookzone 1400 W, met Po-
werfunctie 2500 W
2
Stoomuitlaat
3
Inductiekookzone 1800 W, met Po-
werfunctie 2800 W
4
Inductiekookzone 1800 W, met po-
werfunctie 2800 W.
5
Bedieningspaneel
6
Inductiekookzone 2300 W, met Po-
werfunctie 3600 W
3.3 Accessoires
Ovenrek
Voor servies, bak- en braadvormen.
Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes
Braadpan
Om te bakken en te braden of om vet
op te vangen.
Moussakapan (alleen bij sommige
modellen)
Om moussaka te maken.
Uitneembare telescopische gelei-
ders
Voor het plaatsen van braadsledes of
bakplaten.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
4.1 Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het ap-
paraat.
Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud
en reiniging'.
4.2 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat
u de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op
de stroomtoevoer of na een stroomon-
derbreking, gaat het indicatielampje
voor de tijd knipperen.
Druk op de toets + of - om de juiste tijd
in te stellen.
8
www.aeg.com
Na ongeveer 5 seconden stopt het knip-
peren en geeft de klok de ingestelde tijd
van de dag weer.
Druk om de tijd te wijzigen her-
haaldelijk op
tot het indicatie-
lampje voor de tijd knippert. U
moet de functie Bereidingsduur
of Einde niet gelijktijdig in-
stellen.
Om het apparaat te bedienen, moet u
de bedieningsknop indrukken. De be-
dieningsknop komt naar voren.
4.3 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het res-
terende vet weg te branden.
1.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
3.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
5.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
5.1 Indeling bedieningspaneel
1
2
3
4
567
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. Indicatielampjes,
displays en geluiden geven aan welke functies worden gebruikt.
Tiptoets -functie
1
Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
2
Selecteert de kookzone.
3
/
verhoogt of verlaagt de tijdsinstelling
4
Schakelt de toetsblokkering of het kin-
derslot in en uit.
NEDERLANDS 9
Tiptoets -functie
5
Activeert de Powerfunctie.
6
Schakelt de Stop + Go-functie in of uit.
7
Kookstanddisplay Geeft de kookstand weer.
5.2 Kookstanddisplays
Display (weergave) Beschrijving
Kookzone is uitgeschakeld
-
De kookzone wordt gebruikt.
De functie is aan.
Het automatisch opwarmen is ingeschakeld.
De Powerfunctie is ingeschakeld.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie): door-
gaan met koken /
warmhouden / restwarmte.
Vergrendeling/kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen
kookgerei op de kookzone geplaatst.
De automatische veiligheidsuitschakeling is actief.
5.3 Verwarmingsstand
Draai de knop naar rechts om de kook-
stand te activeren of te verhogen. Het
display toont de kookstand.
Draai de knop naar links om de kook-
stand te verlagen. Om uit te schakelen,
draai de knop naar stand
.
5.4 Automatisch opwarmen
Met de functie voor automatisch opwar-
men bereikt u sneller de benodigde
temperatuurinstelling. Deze functie
schakelt even de hoogste kookstand in
(zie afbeelding) en verlaagt dan naar de
gewenste kookstand.
Automatisch opwarmen starten:
1.
Draai de knop voor de kookzone
naar stand A.
verschijnt op het
display.
2.
Stel meteen de benodigde kook-
stand in.
3.
Draai de knop naar de uit-stand om
de functie uit te schakelen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
0
123456789
5.5 Powerfunctie
De Powerfunctie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De Powerfunctie wordt maximaal 10 mi-
nuten geactiveerd. Daarna wordt de in-
ductiekookzone automatisch terugge-
schakeld naar de hoogste kookstand.
Om in te schakelen, draai de knop naar
de benodigde kookstand en raak
10
www.aeg.com
aan. verschijnt op het display. Wijzig
de kookstand om de kookstand uit te
schakelen.
5.6 Vermogensbeheer
Het vermogensbeheer verdeelt het ver-
mogen tussen twee kookzones die een
paar vormen (zie afbeelding). De Power-
functie verhoogt het vermogen tot het
maximale niveau voor de ene kookzone
van het paar, en verlaagt het vermogen
in de tweede kookzone. Het display van
de verlaagde zone verandert tussen
twee niveaus.
5.7 Timer
De uitschakeltijd instellen voor een
kookzone.
1.
Stel de kookzone in. Raak meer-
dere malen aan tot het lampje van
de gewenste kookzone brandt.
U moet de kookzone instellen
voordat u de timer activeert.
2.
Stel de warmteinstelling voor de
kookzone in. U kunt dit ook na het
activeren van de timer instellen.
3.
Voor het activeren van de timer of
het wijzigen van de ingestelde tijd,
raakt u + of - op het bedieningspa-
neel van de kookplaat aan. De maxi-
male tijdsduur die u in kunt stellen
bedraagt 99 minuten.
Het indicatielampje van de kookzo-
ne knippert langzaam. De timer be-
gint af te tellen.
4.
Als u wilt zien hoeveel tijd er nog
resteert, raakt u
meerdere malen
aan tot het lampje van de gewenste
kookzone snel knippert. Op het dis-
play wordt de resterende tijd weer-
gegeven.
Wanneer de ingestelde tijd is ver-
streken, knippert 00 en hoort u een
geluidssignaal. De kookzone wordt
uitgeschakeld.
5.
Raak aan om het signaal uit te
schakelen.
Als u de timer wilt uitschakelen
voordat de ingestelde tijd is ver-
streken, stelt u de kookzone in
met
en raakt u - aan. De tijd
telt terug tot 00. Het indicatie-
lampje van de kookzone gaat uit.
U kunt de timer als kookwekker gebrui-
ken als de kookzones uitgeschakeld zijn.
Stel hiervoor de kookzone in en activeert
de timer, maar stel geen kookstand in.
5.8 STOP+GO
De -functie stelt alle kookzones in
voor een warmhoudstand (
).
Als
loopt, kunt u de warmte-instelling
niet wijzigen.
stopt de timerfunctie niet.
Raak voor het activeren van deze
functie
aan. gaat aan.
Raak voor het uitschakelen van deze
functie
aan. De kookstand die u
eerder hebt ingesteld verschijnt.
5.9 Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrende-
len als de kookzones in werking zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat de kook-
stand per ongeluk wordt veranderd.
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
1.
Stel de kookstand in.
2.
Raak om deze functie te starten
aan. Het symbool verschijnt 4 se-
conden op het display.
3.
Raak aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kook-
stand die u eerder hebt ingesteld.
Als u het apparaat uit zet, wordt
deze functie uitgeschakeld.
NEDERLANDS 11
5.10 Kinderslot
Deze functie voorkomt dat het kooktoe-
stel onbedoeld wordt gebruikt.
Het kinderslot inschakelen
1.
Zorg ervoor dat de kookplaat is uit-
geschakeld. Er moeten geen symbo-
len op het bedieningspaneel staan,
behalve
/ / .
2.
Raak 4 seconden aan. Het sym-
bool
knippert op het bedienings-
paneel.
3.
Raak aan terwijl het symbool
knippert.
4.
Het symbool verschijnt 4 secon-
den op het display. Het kinderslot is
ingeschakeld.
Voer dezelfde stappen uit om
het kinderslot uit te schakelen.
Het symbool
verschijnt 4 se-
conden op het display. Het kin-
derslot is uitgeschakeld.
Het kinderslot uitschakelen voor één
kooksessie
1.
De benodigde kookzone in- en uit-
schakelen.
2.
Raak terwijl het display toont,
aan tot op het display staat.
3.
Stel de kookstand voor de kookzone
binnen 4 seconden in.
4.
Als u de kookplaat uitschakelt,
treedt het kinderslot weer in werk-
ing.
5.11 OptiHeat Control (3-
staps restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
\ \ Gevaar van brand-
wonden door restwarmte!
OptiHeat Control geeft het niveau van
de restwarmte aan. De inductiekookzo-
nes creëren de voor het koken benodig-
de warmte direct in de bodem van de
pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd
door de warmte van de pannen.
5.12 Automatische
uitschakeling
De kookplaat wordt automatisch uitge-
schakeld als:
Alle kookzones uitgeschakeld zijn
.
U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
van de kookplaat hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een geluids-
signaal en de kookplaat wordt uitge-
schakeld. Verwijder het voorwerp of
reinig het bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droog kookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u deze
weer kunt gebruiken.
U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
symbool
gaat op het display bran-
den en na 2 minuten schakelt de kook-
zone automatisch uit.
U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje (zie
tabel) verschijnt het symbool
op
het display en wordt de kookplaat uit-
geschakeld.
Verwarmings-
stand
Uitschakeltijd in-
stellen
-
6,0 uur
-
5,0 uur
4,0 uur
-
1,5 uur
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
12
www.aeg.com
6.1 Kookgerei voor
inductiekookzones
Bij inductiekookzones creëert
een krachtig elektromagnetisch
veld een bijna onmiddellijke
warmte in het kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
Juist: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bo-
dem (aangemerkt als geschikt voor in-
ductie door de fabrikant).
Onjuist: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als…
Water op de hoogste kookstand bin-
nen korte tijd wordt verwarmd.
U een magneet aan de onderkant van
het kookgerei kunt bevestigen.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen: in-
ductiekookzones passen zich tot
op zekere hoogte automatisch
aan de grootte van de bodem
van het kookgerei aan. Het mag-
netische gedeelte van de bodem
van de pan moet een minimale
diameter hebben.
Kookzone Minimale diame-
ter van het kook-
gerei [mm]
Rechtsachter —
180 mm
145
Rechtsvoor —
180 mm
145
Linksachter —
145 mm
125
Kookzone Minimale diame-
ter van het kook-
gerei [mm]
Linksvoor —
210 mm
180
6.2 Geluiden tijdens de
werking
Als u een van de volgende geluiden
hoort
krakend geluid: kookgerei is vervaar-
digd uit verschillende materialen
(sandwichconstructie).
fluiten: u gebruikt een of meer kook-
zones op hoog vermogen, en het
kookgerei is gemaakt van verschillen-
de materialen (sandwichconstructie).
zoemen: u kookt op hoog vermogen.
tikken: er vinden elektrische schakel-
processen plaats.
sissen, zoemen: de ventilator is aan.
De geluiden zijn normaal en geven
geen defecten aan.
6.3 Energie besparen
Doe indien mogelijk altijd een
deksel op de pan.
Zet de pan op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
6.4 Voorbeelden van
bereidingstoepassingen
De gegevens in de volgende tabel die-
nen slechts als richtlijn.
Tem-
pera-
tuur-
instel-
ling
Gebruik: Tijd Tips
-1
Bereide gerechten warmhou-
den
naar
be-
hoefte
Dek het gerecht af
NEDERLANDS 13
Tem-
pera-
tuur-
instel-
ling
Gebruik: Tijd Tips
1-2 Hollandaisesaus, smelten: bo-
ter, chocolade, gelatine
5-25
min
Tussendoor mengen
1-2 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren
10-40
min
Met deksel bereiden
2-3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen
25-50
min
Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het
bereiden tussendoor roeren
3-4 Groenten, vis, vlees stomen 20-45
min
Voeg een paar eetlepels
vocht toe
4-5 Aardappelen stomen 20-60
min
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen
4-5 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen
60-150
min
Tot 3 liter vloeistof plus in-
grediënten
6-7 Licht braden van: kalfsoester,
kalfs cordonbleu, koteletten,
rissoles, worstjes, lever, roux, ei-
eren, pannenkoeken, donuts
naar
be-
hoefte
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien
7-8 Door-en-door braden, aardap-
pelpannenkoeken, lendenbief-
stukken, steaks
5-15
min
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien
9 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken,
aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
De Powerfunctie is geschikt voor het ver-
warmen van grote hoeveelheden water.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
Reinig het apparaat na elk gebruik.
Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen in-
vloed op de werking van het ap-
paraat.
Vuil verwijderen:
1.
Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou-
dende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen.
Gebruik een speciale schraper
voor de glazen plaat. Plaats de
schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het
blad over het oppervlak te schui-
ven.
Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld:kalkvlek-
14
www.aeg.com
ken, waterkringen, vetvlekken,
glimmende metaalachtige ver-
kleuringen. Gebruik een speciaal
schoonmaakmiddel voor glaskera-
miek of roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochti-
ge doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
8.1 Koelventilator
Als het apparaat aanstaat, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
Na het uitschakelen van het apparaat
blijft de ventilatie doorgaan om het ap-
paraat af te koelen en schakelt daarna
vanzelf uit.
8.2 Het apparaat aan- en
uitzetten
1.
Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie.
2.
Zet de temperatuurknop op de ge-
wenste temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zo-
lang de temperatuur in het apparaat
stijgt.
3.
Draai om het apparaat uit te schake-
len de functieknop van de oven en
de thermostaatknop op de uit-stand.
8.3 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Multi hete-
lucht
Voor het braden of braden en bakken van gerechten
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op
meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken wor-
den overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij be-
reiding met onder- en bovenwarmte.
Boven + On-
derwarmte
Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en
onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig in-
geschakeld.
Pizzafunctie
Om pizza, quiche of pasteitjes te maken. Stel de oven-
temperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met
onder- en bovenwarmte.
Circulatiegrill
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillele-
ment en de ovenventilator werken samen, zodat de he-
telucht rond de gerechten circuleert.
NEDERLANDS 15
Ovenfunctie Applicatie
Grill intens
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelhe-
den. Voor het maken van toast. Het volledige grillele-
ment wordt geactiveerd.
Drogen
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, prui-
men, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette
of champignons).
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Ovenlampje
Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunc-
tie.
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
9.1 Elektronische tijdschakelklok
hr min
1 2 1
345
1
Functie-indicatielampjes
2
Tijdindicatie
3
Toets +
4
Keuzetoets
5
Toets -
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de
dag
Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controle-
ren.
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
geen invloed op de werking van de oven.
Duur Instellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn.
Einde Instellen wanneer het apparaat moet worden uitge-
schakeld.
U kunt Duur en Eindtijd tegelij-
kertijd gebruiken om in te stellen
wanneer het apparaat moet wor-
den geactiveerd, en vervolgens
gedeactiveerd. Stel eerst de
Duur in, en daarna de Eindtijd.
9.2 De klokfuncties instellen
1.
Stel voor Bereidingsduur en Ein-
de
een ovenfunctie en tempera-
tuur in. Dit is niet nodig voor de
kookwekker
.
16
www.aeg.com
2.
Druk meerdere malen op de keuzet-
oets tot het functielampje voor de
benodigde klokfunctie knippert.
hr minhr min
3.
Druk op + of - om de benodigde
klokfunctie in te stellen.
Het display toont de weergave voor
de klokfunctie die u instelt. Wanneer
de ingestelde tijd is verlopen, knip-
pert het indicatielampje en klinkt er
gedurende twee minuten een ge-
luidssignaal.
Bij de functies Bereidingsduur
en Einde schakelt het appa-
raat automatisch uit.
4.
Druk op een toets om het signaal uit
te zetten.
5.
Draai de knop voor de ovenfuncties
en de temperatuurknop naar de uit
stand.
9.3 De klokfuncties annuleren
1.
Druk meerdere malen op de keuzet-
oets tot het gewenste functielampje
knippert.
2.
Druk op de toets - en houdt de toets
ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar se-
conden uit.
10. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
10.1 De ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het ovenrooster
hebben zijranden. Deze randen
en de vorm van de geleidestan-
gen vormen een speciaal acces-
soire om te zorgen dat het kook-
gerei niet verschuift.
Het ovenrooster en de diepe pan sa-
men plaatsen
Plaats het ovenrooster op de diepe pan.
Plaats de diepe pan tussen de geleides-
tangen van een van de ovenniveaus.
NEDERLANDS 17
Bewaar de montage-instructies
voor de telescopische geleiders
om later terug te kunnen lezen.
10.2 Telescopische geleiders - de ovenaccessoires plaatsen
Plaats de bakplaat of de schaal op de te-
lescopische geleiders.
Door de verhoogde rand rond
het ovenrooster is het kookgerei
bovendien beveiligd tegen weg-
glijden.
10.3 Ovenrooster en diepe bakplaat samen plaatsen
Plaats het ovenrooster op de braadsle-
de. Plaats het ovenrooster en de braad-
pan op de telescopische geleiders.
11. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie'.
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richt-
lijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk
van de recepten en de kwaliteit
en de hoeveelheid van de ge-
bruikte ingrediënten.
18
www.aeg.com
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel
vocht een diep bakblik. Vruch-
tensappen kunnen het emaille
beschadigen.
11.1 Bakken
Algemene aanwijzingen
Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het ap-
paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (tempera-
tuur, gaartijden) en de ovenniveaus
aan de tabelwaarden aan.
Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen, om te profiteren
van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmid-
delen gebruikt, kunnen de platen in
de oven tijdens het bakken vervor-
men. Wanneer de platen afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
Wij raden aan om de eerste keer de
lagere temperatuur in te stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u
dan bij een soortgelijk product.
Bij het bakken van gebak op meerde-
re niveaus kan de baktijd ca. 10-15 mi-
nuten langer zijn.
Als het gebak niet overal even hoog
is, wordt het gebak in het begin van
het bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de temperatuur-
instelling niet. De verschillen vermin-
deren tijdens het bakproces.
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak oplossing
De onderkant van
de cake is te licht
van kleur.
Onjuist ovenniveau Plaats de cake op een lager oven-
niveau.
De cake zakt in
(wordt klef, klon-
terig, streperig)
Te hoge oventempera-
tuur
Stel de oventemperatuur lager in
De cake zakt in
(wordt klef, klon-
terig, streperig)
Te korte baktijd. Baktijd verlengen.
Stel geen hogere baktempera-
turen in voor kortere baktijden.
De cake zakt in
(wordt klef, klon-
terig, streperig)
Te veel vocht in het
deeg.
Minder vocht gebruiken. Houd de
mengtijden aan, vooral wanneer u
mixers gebruikt
De cake is te
droog
Te lage oventempera-
tuur
Stel een hogere oventemperatuur
in.
De cake is te
droog
Te lange baktijd. De baktijd verkorten.
De cake wordt
niet gelijkmatig
bruin
Te hoge oventempera-
tuur en te korte baktijd
De oventemperatuur lager instel-
len en de baktijd verlengen
De cake wordt
niet gelijkmatig
bruin
Geen gelijkmatig
mengsel.
Het deeg gelijkmatig over de
bakplaat verdelen.
De cake wordt
niet gaar binnen
de aangegeven
baktijd
Te lage temperatuur. Stel de baktemperatuur iets ho-
ger in
NEDERLANDS 19
11.2 Multi hetelucht
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Tulband of brio-
che
2 150 - 160 50 - 70
Zandgebak/vruch-
tencake
1 - 2 140 - 160 50 - 90
Fatless sponge
cake
3
150 - 160
1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
170-180
1)
10 - 25
Taartbodem -
roerdeeg
2 150 - 170 20 - 25
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
2 - 3 160 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Kruimeltaart
(droog)
3 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roer-
deeg)
1)
3 150 35 - 55
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 160 - 170 40 - 80
1)
Gebruik diepe pan
Koekjes
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20
Short bread / Pa-
stry Stripes
3 140 20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50
20
www.aeg.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

AEG 47056IU-MN Manuel utilisateur

Taper
Manuel utilisateur

dans d''autres langues