Central Park CPT2530CS_EL Le manuel du propriétaire

Catégorie
Tronçonneuses électriques
Taper
Le manuel du propriétaire
1
NL THERMISCHE KETTINGZAAG
FR TRONCONNEUSE THERMIQUE
DE THERMISCHE KETTENSÄGE
GB THERMAL CHAINSAW
Maxeda : 10112248
(CPT2530CS/EL)
Vertaling van de oorspronkelijke instructie handleiding (NL)
Traduction intégrale du Manuel d’instructions d’origine (FR)
Integrale Übersetzung der Originalanleitung (DE)
This is original instruction manual (EN)
Geproduceerd door / Produit par / Hergestellt von / Produced by:
Maxeda DIY B.V.
De Entree 500
PO Box 22954, 1100 DL Amsterdam
The Netherlands www.centralpark.eu
2
NL KETTINGZAAG MET BENZINEMOTOR
"WAARSCHUWING"
Deze kettingzaag is alleen bedoeld voor gebruik
door operators die zijn getraind in het snoeien van bomen.
Gebruik zonder de juiste training kan leiden tot
ernstige verwondingen
Opgepast
Vooraleer u onze kettingzagen in gebruik neemt moet u deze handleiding zorgvuldig
doorlezen om het gepaste gebruik van uw machine te begrijpen. Houd deze
handleiding bij de hand.
VERKLARING VAN SYMBOLEN EN
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
• Lees de handleiding en volg
de waarschuwings- en
veiligheidsinstructies op!
• Waarschuwing! Deze zaag
mag uitsluitend door
geschoolde motorzaag-
bestuurders worden
bediend!
"WAARSCHUWING: DIT CHAIN SAW
MOET WORDEN DOOR
OPERATORS GEBRUIKT
GEKWALIFICEERD VOOR SNOEIEN
BOMEN.
LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING! "
Lengte kettinggeleider
Snijlengte
• Pas heel goed op!
• Veiligheidshelm, ogen- en ge-
hoorbescherming dragen!
• Draag veiligheidshand-schoenen!
• Gebruik geschikte
beschermingsmiddelen voor
benen/voeten en armen/handen.
• Verboden te roken!
• Verboden vuur te maken!
• Start/stopschakelaar
(Kortsluitschakelaar)
3
• Stop de motor!
• Motor starten
• Hendel voor de choke
• Draairichting van de
zaagketting
• OPPASSEN: Gevaar voor
„Kickback“
• Houd de kettingzaag tij-dens
het zagen met bei-de handen
vast! Met één hand werken is ui-
terst gevaarlijk!
• Kettingrem
• Olie en brandstof-mengsel
• Kettingolie
• Schroef voor het
afstellen van het
oliedebiet voor de
zaagketting
• Eerste hulp (EHBO)
Gebruik de machine niet bij
neerslag of in een vochtige
omgeving.
Giftige dampen! Niet binnenshuis
gebruiken.
Houd omstanders uit de buurt.
Koppel de bougie los
Verwijder de bougieonderdrukker
bij onderhouds- of andere
werkzaamheden aan de machine of
wanneer u deze onbeheerd
achterlaat.
Pas op voor hete oppervlakken:
risico op brandwonden
Brandstof is ontvlambaar, blijf uit
de buurt van vlammen. Voeg geen
brandstof toe tijdens het gebruik
van de machine.
Dit product voldoet aan de
geldende CE-richtlijnen.
4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Beoogd gebruik
Snoeikettingzagen zijn speciale kettingzagen met
een bedieningshendel aan de bovenzijde van de
machine. Ze zijn speciaal ontworpen voor
boomonderhoud en boomkwekerijchirurgie, dat wil
zeggen voor werkzaamheden in de kroon.
van een staande boom.
Onderhoudswerkzaamheden aan een boom mogen
alleen worden uitgevoerd met geschikte
veiligheidsuitrusting (bijv. Hefplatform of mand,
individuele veiligheidsvoorzieningen om elk risico op
vallen te vermijden).
Gebruik deze kettingzaag uitsluitend voor het zagen
van hout of houten voorwerpen.
Het is verboden om de kettingzaag voor andere
werkzaamheden te gebruiken. RISICO OP
ONGEVALLEN!
Het is verboden om deze kettingzaag te gebruiken
voor het vellen of zagen van hout.
kachel. Voor dit werk moeten conventionele
kettingzagen worden gebruikt, waarvan de
handvatten
voor- en achterkant zijn wijder uit elkaar geplaatst.
Breng geen wijzigingen aan in het
Dit kan de veiligheid van de kettingzaag in gevaar
brengen. MAXEDA wijst elke verantwoordelijkheid
af voor verwondingen of materiële schade
veroorzaakt door het gebruik van niet-
geautoriseerde hulpstukken.
Algemene voorzorgsmaatregelen
Het apparaat mag alleen worden
gebruikt door iemand die alle
waarschuwingen en
bedieningsinstructies heeft gelezen
en begrepen. Lokale voorschriften
stellen soms leeftijdsgrenzen voor
de gebruiker.
- Om een correcte bediening te verzekeren dient
de gebruiker deze gebruiksaanwijzing grondig te
lezen om zich vertrouwd te maken met de
kenmerken en werking van de kettingzaag. Slecht
geïnformeerde gebruikers stellen zichzelf en
anderen in gevaar door verkeerd gebruik van het
gereedschap.
- U mag de kettingzaag alleen uitlenen aan
personen die ervaring hebben met ket-
tingzagen voor boomchirurgie. Geef altijd ook de
gebruiksaanwijzing mee wanneer
u het gereedschap uitleent.
- Het gebruik van de kettingzaag door kinderen of
personen onder de 18 jaar is verboden. Jongeren
boven de 16 jaar mogen de kettingzaag bedienen in
het kader van een opleiding, maar uitsluitend onder
het toezicht van een bevoegde opleider.
- Het werken met een kettingzaag vergt altijd een
hoge mate van voorzichtigheid en concentratie.
- Gebruik de kettingzaag alleen wanneer u in
goede lichamelijke conditie verkeert.
Bij vermoeidheid verslapt de aandacht. Wees vooral
op uw hoede tegen het einde van een dag hard
werken. Voer alle werkzaamheden rustig en
zorgvuldig uit. De gebruiker is namelijk
verantwoordelijk voor schade toegebracht aan
derden.
- Werk nooit onder de invloed van alcohol, drugs of
medicamenten.
- U moet een brandblusser bij de hand hebben
wanneer u werkt in de buurt van gemakkelijk
ontvlambare vegetatie of wanneer het al geruime
tijd niet meer geregend heeft (brandgevaar).
Beschermingsuitrusting
- Tijdens het werken met de kettingzaag moet
de hieronder beschreven beschermingsuitrusting
worden gedragen om verwondingen aan het hoofd,
ogen, handen of voeten te voorkomen en uw gehoor
te beschermen:
- Draag aangepaste kleding, d.w.z. goed
aansluitend maar zonder te hinderen.
Draag geen sieraden of kleding die aan takken of
struiken kunnen haken. Als u lang haar heeft, draag
dan altijd een haarnetje!
- Wanneer u met de kettingzaag werkt, moet u
altijd een veiligheidshelm dragen.
De veiligheidshelm moet regelmatig op
beschadiging gecontroleerd worden en dient na
maximaal 5 jaar gebruik te worden vervangen.
Gebruik uitsluitend goedgekeurde
veiligheidshelmen.
- De doorzichtige beschermkap van de
veiligheidshelm (eventueel een veiligheidsbril)
beschermt de gebruiker tegen rondvliegend
zaagsel en houtsplinters.
Draag tijdens het werken met de kettingzaag altijd
een beschermkap of een veiligheidsbril om
oogletsel te voorkomen.
- Draag gepaste gehoorbescherming
(oorbeschermers , oordopjes, enz.).
- Het veiligheidsvest is gemaakt uit 22 lagen nylon
en biedt bescherming tegen snijwonden. Draag
altijd een veiligheidsvest wanneer u werkt vanaf
een verhoogd platform (kraankooi, hijskooi) of werkt
met klimtouwen.
- De veiligheidsgordel en het beschermende
werkpak zijn gemaakt uit een
nylonweefsel van 22 lagen en bieden bescherming
tegen snijwonden. Het dragen van deze kleding
wordt ten zeerste aangeraden.
- Werkhandschoenen van dik leder behoren tot de
verplicht voorgeschreven uitrusting bij het werken
met de kettingzaag.
- Tijdens het werken met de kettingzaag is het
dragen van veiligheidsschoenen of
Veiligheidslaarzen met antislip profielzolen, stalen
neuzen en beenbeschermers verplicht. Dit soort
veiligheidsschoeisel biedt bescherming tegen
snijwonden en geeft vaste steun voor de voeten. Bij
het werken in boomkruinen dient het schoeisel
eveneens aangepast te zijn voor het nodige
klimwerk.
5
Brandstoffen / Bijtanken
- Zet de motor af voordat u de kettingzaag bijtankt.
- Rook niet en tank niet bij in de buurt van een
open vuur.
- Laat de motor afkoelen alvorens bij te tanken.
- Brandstoffen kunnen oplosmiddelen bevatten.
Vermijd huid- en oogcontact met minerale oliën.
Tijdens het bijtanken moet u steeds
veiligheidshandschoenen dragen. Reinig en
vervang uw beschermende kleding regelmatig.
Adem geen brandstofdampen in.
- Mors geen brandstof of kettingolie. Als u toch
brandstof of olie gemorst heeft, maak dan de
kettingzaag onmiddellijk schoon. Zorg dat er geen
brandstof op uw kleding terechtkomt. Als dat toch
gebeurd is, kleed u dan onmiddellijk om.
- Zorg dat er geen brandstof of kettingolie in de
grond wegloopt (bescherming van het milieu).
Gebruik een geschikte onderplaat wanneer u
bijtankt.
- Bijtanken in een gesloten ruimte is verboden.
Brandstofdampen zullen zich namelijk bij de vloer
verzamelen (explosiegevaar!).
- Draai na het bijtanken de doppen van de
brandstof- en olietank goed vast.
- Start de kettingzaag niet op dezelfde plaats waar
u getankt heeft (verwijder u tenminste 3 meter van
de plaats van bijtanken).
- Brandstoffen zijn maar voor beperkte tijd
houdbaar. Koop daarom nooit meer dan
het geschatte verbruik voor een redelijke periode.
- Vervoer en bewaar de brandstof en kettingolie
alleen in goedgekeurde en gewaarmerkte jerrycans.
Sla brandstof en kettingolie buiten het bereik van
kinderen op.
Voor elk gebruik
Zorg ervoor dat de kettingzaag in perfecte staat
verkeert om veilig te kunnen werken.
- Controleer het brandstoftoevoersysteem op
lekkage, let vooral op zichtbare onderdelen zoals de
tankdop, de slangaansluitingen, de
ontluchtingspomp
handmatig (alleen op kettingzagen die zijn uitgerust
met een handmatige aanzuigpomp). Start de motor
niet als deze lekt of beschadigd is:
BRANDGEVAAR!
Voordat u de kettingzaag weer in gebruik neemt,
moet u deze door een gespecialiseerde dealer laten
controleren;
- Foutloze werking van de kettingrem en de voorste
handbescherming;
- Perfect gemonteerde kettinggeleider;
- Correct gespannen ketting;
- De gashendel en de gashendelvergrendeling
moeten gemakkelijk kunnen werken, zodra deze
wordt losgelaten, de trekker
gaspedaal moet terugkeren naar de startpositie,
onder invloed van zijn terugkeerveer;
- De gecombineerde cursor moet gemakkelijk naar
de STOP, 0 positie kunnen worden gebracht;
- Controleer de dichtheid van het contact van de
ontstekingskabel op de bougie - door een los
contact kunnen vonken vliegen die het eventueel
ontsnapte brandstofmengsel kunnen doen
ontbranden - brandgevaar!
- Breng geen wijzigingen aan de bedienings- en
veiligheidsvoorzieningen;
- Handgrepen moeten schoon en droog zijn - vrij
van olie en ander vuil
- Een zeer belangrijk punt zodat de kettingzaag in
alle veiligheid kan worden gehanteerd;
- Zorg ervoor dat de tanks voldoende brandstof en
kettingsmeerolie bevatten.
Het is verboden de kettingzaag te gebruiken als
deze niet in perfecte staat verkeert.
Beginnen
Kies voor deze procedure altijd een vlak gebied. Ga
in een stabiele en veilige positie staan. Houd de
kettingzaag stevig vast.
De snij-inrichting mag niet in contact komen met de
grond of met enig voorwerp.
risico op letsel, aangezien de ketting mogelijk is
al getraind zijn om op te starten.
De kettingzaag is ontworpen om door één persoon
te worden bediend.
Sta de aanwezigheid van andere mensen niet toe
in het werkgebied, ook niet bij het starten van de
motor.
Start de kettingzaag niet met een zaagsnede van de
ketting.
Aan de slag gaan in een boom is erg gevaarlijk. De
bediener kan de controle over de kettingzaag
verliezen. VERWONDINGSGEVAAR!
Een helper op de grond moet de snoeizaag
bedienen, bijtanken, de motor starten en deze
opwarmen, aan de voet van de boom, voordat de
machine omhoog wordt gebracht in de richting van
de persoon die aan de boom werkt.
Om de motor te starten, gaat u minimaal 3 m van de
plaats waar u heeft getankt en start u de motor niet
in een afgesloten ruimte.
Vergrendel de kettingrem voordat u de motor start,
anders kan bij het starten aan de ketting worden
getrokken.
VERWONDINGSGEVAAR!
- Werk niet alleen. In geval van nood moet er
iemand in de buurt zijn.
- Zorg ervoor dat zich niemand (kinderen noch
volwassenen) in het werkgebied van de kettingzaag
bevindt. Let ook op de mogelijke aanwezigheid van
dieren in het werkgebied.
- Voordat u met uw werk begint, moet u de
kettingzaag controleren om er zeker van te zijn dat
deze perfect en zonder gevaar werkt, in
overeenstemming met de voorschriften.
Controleer in het bijzonder of de kettingrem goed
werkt, of de kettinggeleider correct is gemonteerd,
of de ketting scherp en strak is, of het
6
kettingwieldeksel stevig is gemonteerd, of de
gashendel gemakkelijk beweegt
en dat de gashendelvergrendeling goed werkt, de
handgrepen schoon en droog zijn en dat de aan /
uit-schakelaar werkt.
- Start de kettingzaag pas als deze volledig is
gemonteerd.
Gebruik de kettingzaag nooit voordat deze volledig
is gemonteerd.
- Zorg ervoor dat u stevig staat voordat u de
kettingzaag start.
- Om de kettingzaag te starten, gaat u alleen te
werk zoals beschreven
in deze handleiding.
Geen enkele andere startmethode is toegestaan.
- Bij het inschakelen moet de kettingzaag goed
worden ondersteund en stevig worden vastgepakt.
Het zaagblad en de ketting mogen met geen enkel
voorwerp in aanraking komen.
- Pak de kettingzaag altijd met beide handen vast
als u aan de kettingzaag werkt. Pak de achterste
handgreep met de rechterhand vast en de
buisvormige handgreep met de linkerhand. Pak de
handvatten stevig vast met uw duimen
tegenover de vingers. Het is erg gevaarlijk om met
één hand te werken, aangezien u het risico loopt de
controle over de zaag te verliezen nadat de
zaagsnede is voltooid (hoog risico op letsel).
Bovendien is het onmogelijk om een retourschok te
gebruiken met
met één hand.
- LET OP: Als u de gashendel loslaat, draait de
ketting nog even door (vrijloop).
- Zorg ervoor dat u altijd stevig staat.
- Houd de kettingzaag zo vast dat u de
uitlaatgassen niet inademt. Werk niet in een
gesloten ruimte (vergiftigingsgevaar).
- Stop de kettingzaag onmiddellijk als u een
abnormale werking opmerkt.
- De motor moet worden afgezet voordat de
kettingspanning wordt gecontroleerd,
aangespannen, vervangen of defecten worden
verholpen.
- Als het zaagapparaat stenen, spijkers of andere
harde voorwerpen raakt, moet u de motor
onmiddellijk uitschakelen en het zaagapparaat
controleren.
- Als u uw werk onderbreekt of het werkgebied
verlaat, schakelt u de
kettingzaag en leg hem zo neer dat hij voor
niemand gevaar kan opleveren.
- Plaats de kettingzaag niet op droog gras of een
brandbaar voorwerp als deze erg heet is. De
geluiddemper is dan erg heet (brandgevaar).
- LET OP: Olie die van de ketting of het zaagblad
valt na het stoppen van de kettingzaag, vervuilt de
grond. Ga altijd op een geschikte ondergrond zitten.
Als de machine is blootgesteld aan belastingen die
verder gaan dan normaal
schokken of vallen), voordat u het apparaat opnieuw
opstart, moet u ervoor zorgen dat het in perfecte
staat verkeert.
Controleer met name de dichtheid van het
brandstofsysteem en de betrouwbaarheid van de
veiligheidsvoorzieningen. U mag in geen geval
doorgaan met gebruiken
de machine als deze zich niet in de onberispelijke
staat bevindt die nodig is om een veilige werking te
garanderen.
Raadpleeg bij twijfel uw vakhandelaar.
Tijdens de bevalling
Zet bij het werken in een boom de snoeizaag altijd
vast met een kabel, bevestig de kabel aan de
sjorring en hang deze aan het veiligheidstouw. Trek
altijd de kettingrem aan voordat u de kettingzaag
losmaakt die aan de kabel vastzit.
Houd de kettingzaag stevig
met beide handen vast.
Hoog risico op ongevallen:
rechterhand op de
bedieningshendel, dit geldt
ook voor linkshandigen. Om
de machine in alle veiligheid
te kunnen besturen, pakt u
de buisvormige handgreep
en de bedieningshendel
stevig vast en draait u er met
uw duimen omheen.
Met één hand werken is vooral gevaarlijk bij het
zagen van hout droog of dood, bijv. ketting zakt niet
door van zichzelf in het bos.
Onder invloed van de reactiekrachten begint de
kettingzaag te "waggelen" en te "stuiteren" en kan
hij ongecontroleerde bewegingen beschrijven. De
gebruiker loopt dan het risico de controle over de
machine te verliezen.
Groot risico op rebound!
RISICO OP LETSEL!
Sta altijd in een stabiele en veilige positie. Wees
extra voorzichtig als de schors van de boom nat is.
RISICO OP GIJLIJDEN!
Zet in geval van nood of dreigend gevaar de motor
onmiddellijk af, plaats de universele
bedieningshendel / stopschakelaar in de
STOP-stand, 0
Laat de kettingzaag nooit onbeheerd achter.
Wees vooral voorzichtig op gladde, natte, met
sneeuw of ijs bedekte grond, evenals bij het werken
op een helling, op oneffen grond of op hout dat net
is ontschorst (of
op stukjes schors). RISICO OP SLIPPEN!
Pas op voor boomstronken,
wortels, sloten, om geen risico te lopen
struikelen!
Werk niet alleen, blijf altijd binnen gehoorsafstand
van andere mensen die voor hulp kunnen worden
ingeroepen, deze mensen moeten ermee uitgerust
zijn training die nodig is om op een noodsituatie te
reageren. Helpers op het werkgebied dienen ook
beschermende kleding te dragen.
7
Veiligheidshelm!). Deze mensen mogen niet direct
onder de te knippen takken gaan staan.
Bij het werken met gehoorbeschermers is
bijzondere voorzichtigheid geboden, geluiden die op
gevaar duiden (geschreeuw, geluidssignalen, enz.)
Vallen minder op.
Neem op tijd een pauze om niet het risico te lopen
vermoeid of uitgeput te raken, wat tot een ongeval
kan leiden!
Stof (bijv. Houtstof), dampen en dampen die
vrijkomen tijdens het zagen kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid. In geval van klaring
stof, draag een stofmasker.
Als de motor loopt en de gashendel wordt
losgelaten, draait de ketting nog enkele ogenblikken
door traagheid.
Rook niet tijdens het werken of in de buurt van de
kettingzaag. BRANDGEVAAR !
Brandbare benzinedampen kunnen uit het
brandstofsysteem ontsnappen.
Controleer de ketting regelmatig en onmiddellijk als
het gedrag verandert:
- stop de motor, wacht tot de ketting tot stilstand is
gekomen;
- controleer de staat en correcte bevestiging;
- controleer de scherpte.
Raak de ketting niet aan terwijl de motor draait. Als
de ketting door een voorwerp wordt geblokkeerd,
stop dan onmiddellijk de motor en
pas daarna het vastgelopen voorwerp verwijderen.
VERWONDINGSGEVAAR!
Voordat u de kettingzaag verlaat:
stop de motor.
Om de ketting te vervangen, moet u de motor
stoppen om het risico van per ongeluk starten van
de motor uit te sluiten. VERWONDINGSGEVAAR!
Verwijder al het licht ontvlambare materiaal (bijv.
Spaanders, stukjes schors, droog gras,
brandstof) uit de uitlaatgasstroom en uit de hete
uitlaatdemper. BRANDGEVAAR !
Katalysatorgeluiddempers kunnen een zeer hoge
temperatuur bereiken.
Werk nooit zonder smering
ketting, daarom is het noodzakelijk om altijd het
oliepeil in de tank te controleren. Als het oliepeil in
het reservoir te laag is,
het werk moet onmiddellijk worden stopgezet.
Als de kettingzaag is blootgesteld aan
spanningen buiten het toepassingsgebied van
normaal gebruik (bijv. als het is blootgesteld aan
hevige krachten, in het geval van een botsing of
val), voordat het weer wordt aangebracht
tijdens het gebruik is het absoluut noodzakelijk om
ervoor te zorgen dat het in perfecte staat verkeert.
Controleer met name de dichtheid van het
brandstofsysteem en de betrouwbaarheid van de
veiligheidsvoorzieningen. U mag in geen geval
doorgaan met gebruiken
de kettingzaag als deze niet in de onberispelijke
staat verkeert die nodig is om een veilige werking te
garanderen. Raadpleeg bij twijfel de
gespecialiseerde dealer.
Zorg ervoor dat het stationaire toerental correct is
afgesteld,
zodat na het loslaten van de trekker
gaspedaal wordt de ketting niet meer aangedreven.
Controleer en corrigeer indien nodig regelmatig de
instelling van het stationair toerental. Als de ketting
wordt aangedreven
bij stationair toerental, ondanks correcte afstelling,
de machine door een gespecialiseerde dealer laten
repareren.
Zodra de motor wordt gestart, geeft de kettingzaag
giftige uitlaatgassen af.
Deze gassen kunnen geurloos en onzichtbaar zijn,
en bevatten onverbrande koolwaterstoffen en
benzeen. Werk nooit met de kettingzaag erin
gesloten of slecht geventileerde ruimtes, niet als de
motor is voorzien van een katalysator.
Zorg bij het werken in greppels, kuilen of besloten
ruimtes altijd voor voldoende ventilatie.
GEVAAR VOOR DOOD DOOR VERGIFTIGING!
In geval van misselijkheid, hoofdpijn,
visusstoornissen (bijv. Vernauwing van het
gezichtsveld) of gehoor, duizeligheid of toenemend
gebrek aan concentratie, stop dan onmiddellijk met
werken; deze symptomen kunnen onder andere
veroorzaakt worden door een te hoge concentratie
uitlaatgassen in de omgeving. lucht - gevaar voor
ongevallen!
Klauw
- Gebruik de kettingzaag-velklauw die zich achter
het scharnier bevindt en draai de kettingzaag rond
dit punt. De klauw van de oogstmachine rolt tegen
de stam.
- Als bij het zagen met de onderkant van het
zaagblad, bij het zagen aan de bovenkant, de
ketting vast komt te zitten of een vreemd voorwerp
in het hout raakt, kan de kettingzaag plotseling naar
de stam worden getrokken. de klauw tegen het te
zagen hout.
- Werk nooit zonder de klauw, omdat de kettingzaag
de gebruiker naar voren kan trekken. Druk de klauw
altijd stevig tegen het hout.
Schokken in ruil daarvoor
- Bij het werken met een kettingzaag kunnen zeer
gevaarlijke terugslag optreden.
8
- De terugslag treedt op wanneer het bovenste deel
van het zaagbladuiteinde hout of een ander zeer
hard oppervlak raakt.
- Voordat de ketting in het werkstuk snijdt, kan deze
opzij glijden of overslaan (let op: groot risico op
terugslag).
- De kettingzaag wordt dan plotseling naar de
gebruiker geworpen en raakt uit de hand.
Verwondingsgevaar!
Neem de volgende regels in acht om speling te
voorkomen:
- Invalzagen (die bestaan uit het aanvallen van de
stam of het stuk hout aan het einde van de
kettingzaag) mogen alleen worden uitgevoerd door
personen die een speciale training hebben gevolgd!
- Let altijd op het einde van de kettinggeleider.
Wees voorzichtig bij het hervatten van een snee
waarmee u eerder bent begonnen.
- De ketting moet draaien voordat u begint met
zagen.
- Zorg ervoor dat de ketting altijd scherp is. Let
vooral op de hoogte van de diepteaanslag.
- Snoei nooit meerdere takken tegelijk. Zorg ervoor
dat de kettingzaag alleen de tak raakt die u wilt
zagen.
- Pas bij het knippen van een stam op voor andere
stammen in de buurt.
Gedrag en werkwijze
- Gebruik de kettingzaag alleen bij goede licht- en
zichtomstandigheden. Pas op voor gladde of natte
plaatsen, maar ook voor ijs en sneeuw (risico op
uitglijden). Het risico op uitglijden is extreem hoog
bij het werken aan vers ontschorst hout (of de
schors zelf).
- Werk nooit op een onstabiele ondergrond. Zorg
ervoor dat er zich geen obstakels in het werkgebied
bevinden (struikelgevaar). Zorg er altijd voor dat u
stevig staat.
- Zaag nooit hoger dan uw schouderhoogte.
- Nooit zagen terwijl u op een ladder stond.
- Klim nooit in een boom om te zagen zonder de
juiste bevestigingssystemen voor uzelf en voor de
kettingzaag te gebruiken. Wij raden u aan om altijd
op een hoog platform (hefplatform, hefwerktuig) te
werken.
- Werk niet door te ver naar voren te leunen.
- Geleid de kettingzaag zodanig dat geen enkel deel
van uw lichaam zich binnen het zwenkbereik
bevindt.
- Gebruik de kettingzaag alleen voor het zagen van
hout.
- Raak de grond niet aan met de kettingzaag terwijl
deze draait.
- Gebruik de kettingzaag nooit om stukken hout of
andere voorwerpen op te tillen of te verwijderen.
- Verwijder vreemde voorwerpen zoals zand, stenen
en spijkers uit het werkgebied. Vreemde
voorwerpen kunnen het zaagapparaat beschadigen
en een gevaarlijke terugslag veroorzaken.
- Gebruik een veilige steun (zaagbok) wanneer u
een boomstam na het zagen inzaagt. Gebruik de
voet niet om het werkstuk te stabiliseren en laat
niemand het vasthouden of stabiliseren.
- Zet de ronde delen vast zodat ze niet kunnen
draaien.
- Om te trimmen, drukt u de getande aanslag van
het lichaam van de kettingzaag stevig tegen de
stam voordat u de ketting draait om de stam te
zagen. Om deze handeling uit te voeren, tilt u de
kettingzaag op aan de achterste handgreep en
geleidt u deze met behulp van de buisvormige
handgreep. De getande aanslag op het lichaam van
de kettingzaag dient dan als scharnierpunt. Ga
verder door lichtjes naar te drukken
op de buisvormige handgreep terwijl u de zaag
terugdraait. Breng de getande aanslag iets meer op
het lichaam van de kettingzaag aan en til de
achterste handgreep weer op.
- Het wordt sterk aanbevolen om inval- en
scheurzagen alleen uit te voeren door personen die
een speciale training hebben gevolgd (hoog risico
op terugslag).
- Begin met schulpsneden met de vlakst mogelijke
hoek.
Wees vooral voorzichtig bij het maken van dit soort
sneden, aangezien de getande stopper geen grip
heeft.
- De ketting moet draaien als u de kettingzaag uit
het hout haalt.
- Als u meerdere sneden maakt, moet u de
gashendel tussen elke snede loslaten.
- Wees voorzichtig bij het zagen van gebarsten
hout. Gescheurde stukken hout kunnen door de
zaaginrichting worden aangetrokken (kans op
letsel).
- Bij het zagen met de bovenrand van het zaagblad
kan de kettingzaag naar de gebruiker worden
geduwd als de ketting vast komt te zitten. Om deze
reden is het het beste om zo vaak mogelijk de
onderrand van de geleiderail te gebruiken. De
kettingzaag wordt dan van u af geduwd in plaats
van naar u toe getrokken.
- Als de romp onder spanning staat, zaag dan eerst
aan de zijde waar de druk wordt uitgeoefend (A).
Het snijden kan dan worden uitgevoerd aan de
spankant (B). Dit voorkomt dat de kettinggeleider
vast komt te zitten.
WAARSCHUWING:
Het vellen en snoeien moet worden uitgevoerd door
personen die een speciale training hebben gevolgd.
Hoog risico op letsel!
- De kettingzaag moet tijdens het snoeien tegen de
stam worden gedrukt. Gebruik niet
niet het uiteinde van het zaagblad om te snoeien
(risico op terugslag).
- Pas op voor uitgestrekte takken. Snijd geen losse
takken van onderaf.
- Ga nooit op een uitgerekte stam staan om deze
door te snijden.
- Voordat u een boom kapt, moet u ervoor zorgen
a) alleen degenen die bij het slachten betrokken
zijn, bevinden zich in het werkgebied.
b) elk van de betrokken arbeiders is verzekerd van
een obstakelvrij terugtochtpad (terugtrekking moet
diagonaal achter de boom plaatsvinden, onder een
hoek van 45 ° ten opzichte van het geplande
afgiftepunt).
c) de basis van de stam is vrij van alle vreemde
voorwerpen, struikgewas en takken. Zorg ervoor dat
u stevig staat (struikelgevaar).
d) de volgende werkplek bevindt zich op een
afstand van minimaal 2,5 keer de
9
lengte van de te kappen boom. Controleer voordat u
de boom kapt de richting van de val en zorg ervoor
dat er geen persoon of voorwerp staat
een afstand kleiner dan minimaal 2,5 keer de lengte
van de boom.
- Waardering van de boom:
Hellingsrichting - vrije of dode takken - hoogte van
de boom - natuurlijke overhang - is de boom rot?
- Houd rekening met de richting en snelheid van de
wind. Snijd geen bomen als er sterke windstoten
zijn. Vermijd zaagsel (let op de richting waarin de
wind waait)!
- Wortelsnede:
Begin met de grootste wortel. Snijd eerst verticaal
en dan horizontaal.
- Om de stam te snijden:
Deze inkeping bepaalt de richting van de val en
helpt de boom te geleiden. De snede wordt
loodrecht op de valrichting gemaakt, met een diepte
van 1/3 tot 1/5 van de diameter van de stam. Oefen
de inkeping dicht bij de grond.
- Als u de inkeping corrigeert, moet dit over de hele
lengte gebeuren.
- Snijd de boom hoger dan de onderkant van de
inkeping. De snede moet perfect horizontaal zijn. De
afstand tussen de snede en de inkeping moet zijn
ongeveer 1/10 van de diameter van de stam.
- De breukreserve fungeert als een scharnier. Het
mag nooit worden gekapt, anders is de val van de
boom oncontroleerbaar. Op het juiste moment
velwiggen plaatsen.
- Velwiggen moeten van kunststof of aluminium zijn.
Gebruik geen ijzeren velwiggen. De ketting kan
ernstig beschadigd raken als deze in aanraking
komt met een ijzeren velwig.
- Plaats uzelf bij het vellen in een laterale positie ten
opzichte van de vallende boom.
- Pas op voor hangende takken bij het terugtrekken
na de boom geveld.
- Bij werkzaamheden op een hellend terrein moet de
bediener van de kettingzaag blijven
hoger of op hetzelfde niveau als de te vellen of te
kappen stam.
- Pas op voor de boomstammen die van de helling
kunnen rollen wanneer ze naar u toe rollen.
Uitlaat van een motor
De geluiddemper is ontworpen om het
geluidsniveau te verminderen en uitlaatgassen weg
te leiden van de gebruiker.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit een kettingzaag met
de uitlaatdemper
afwezig of defect. Als de
geluiddemper defect is, neemt het
geluidsniveau en de kans op brand
aanzienlijk toe. Zorg ervoor dat je
het gereedschap hebt dat je nodig
hebt om een vuur te blussen.
Gebruik nooit een kettingzaag met
een ontbrekende of defecte
vlamdover als een vlamdover
nodig is in het gebied waar u
werkt.
Lawaai
Dit kan langdurige blootstelling aan lawaai
veroorzaken permanente gehoorschade. Gebruik
altijd goedgekeurde gehoorbeschermers.
Draag een "individueel" apparaat voor
ruisonderdrukking
- bijv. gehoorbeschermingscapsules.
Wees extra voorzichtig, geluiden die op gevaar
duiden (geschreeuw, geluidssignalen, enz.) Zijn dat
wel minder opvallend.
Neem tijdig een pauze om niet het risico te lopen
vermoeid of uitgeput te raken, wat tot een ongeval
kan leiden!
Na het werk
Zet de motor af, vergrendel de kettingrem en plaats
de kettingkast.
Vervoer en opslag
- Stop bij het verplaatsen tijdens het werk de
kettingzaag en schakel de kettingrem in om
onbedoeld starten van de ketting te voorkomen.
- Verplaats of vervoer de kettingzaag nooit terwijl de
ketting loopt.
- Als u de kettingzaag over grote afstanden
vervoert, moet u de beschermhoes voor het
zaagblad plaatsen (meegeleverd met de
kettingzaag).
- Draag de kettingzaag aan het buisvormige
handvat. Het zaagblad moet naar beneden wijzen.
Raak de geluiddemper niet aan (risico op
brandwonden).
- Wanneer de kettingzaag in een voertuig wordt
vervoerd, moet ervoor worden gezorgd dat deze op
een veilige plaats wordt geplaatst om lekkage van
brandstof of kettingolie te voorkomen.
- Bewaar de kettingzaag veilig op een droge plaats.
Het mag niet buiten worden opgeslagen. Houd de
kettingzaag buiten het bereik van kinderen.
- Voordat u de kettingzaag voor langere tijd opbergt
of vervoert, moeten de brandstof- en olietanks
volledig worden geleegd.
Onderhoud
- Stop voor het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden de kettingzaag en
verwijder de bougie uit de bougie.
- Voordat u met uw werk begint, moet u ervoor
zorgen dat de kettingzaag veilig werkt, en in het
bijzonder dat de kettingrem werkt. Zorg ervoor dat
de ketting scherp en strak is.
- De kettingzaag moet werken met een laag
geluidsniveau en een lage gasemissie.
Om dit te doen, moet u ervoor zorgen dat de
carburateur correct is afgesteld.
- Maak de kettingzaag regelmatig schoon.
- Zorg er regelmatig voor dat de tankdoppen goed
vastgedraaid zijn.
Volg de richtlijnen voor ongevallenpreventie van
beroepsverenigingen en
verzekeringsmaatschappijen. Breng geen
wijzigingen aan de kettingzaag aan. U zou dan uw
eigen veiligheid in gevaar brengen.
10
Voer alleen de onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden uit zoals beschreven in de
handleiding. Alle andere onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd door de klantenservice van MAXEDA
Gebruik alleen originele reserveonderdelen en
accessoires van MAXEDA.
Het gebruik van andere reserveonderdelen dan
originele MAXEDA -onderdelen en accessoires,
evenals het gecombineerd gebruik van een
zaagblad en een ketting van niet-goedgekeurde
lengte, brengt een hoog risico op ongevallen met
zich mee. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid
voor enig ongeval of schade als gevolg van het
gebruik van niet-goedgekeurde zaagmachines of
accessoires.
Reiniging en onderhoud voor
opslag
LET OP: Bewaar een kettingzaag nooit langer dan
30 dagen zonder de volgende procedures te volgen.
Als de kettingzaag langer dan 30 dagen moet
worden opgeslagen, moet opslagonderhoud worden
uitgevoerd. Als deze instructies niet worden
opgevolgd, zal de brandstof die in de tank
achterblijft verdampen en een pasta-achtig residu
achterlaten. Dit kan startproblemen veroorzaken en
tot kostbare reparaties leiden.
Verwijder voorzichtig de dop van het reservoir
zodat de druk vrijkomt. Tap vervolgens de tank
voorzichtig af.
Start de motor en laat deze lopen tot hij afslaat.
Verwijder vervolgens de benzine uit de carburateur.
Laat de motor afkoelen (ongeveer 5 minuten).
Gebruik een dopsleutel om de bougie te
verwijderen.
Giet een theelepel schone 2-taktolie in de
verbrandingskamer. Trek voorzichtig een paar keer
aan de starterkabel om de interne componenten te
coaten.
Vervang dan de kaars.
OPMERKING: Bewaar de machine op een droge
plaats uit de buurt van vuurhaarden, zoals een
boiler, boiler, gasdroger, enz.
Haal de machine uit de opslaglocatie
Verwijder de bougie.
Trek stevig aan de starterkabel om overtollige olie
uit de verbrandingskamer te laten lopen.
Maak de bougie schoon of monteer een nieuwe
met een goede elektrodenafstand.
Maak de machine klaar voor gebruik.
Vul de tank met een goed benzine / oliemengsel.
Eerste hulp
Zorg ervoor dat er bij een ongeval altijd direct een
EHBO-doos beschikbaar is. Nadat u een onderdeel
van de EHBO-doos heeft gebruikt, moet u deze
onmiddellijk vervangen.
Geef de volgende informatie op als u hulp
aanvraagt:
- De plaats van het ongeval
- Wat is er gebeurd
- Het aantal gewonden
- Het soort verwondingen
- Uw naam !
Trillingen
Na een vrij lange gebruiksperiode van de machine
kunnen de trillingen de bloedtoevoer naar de
handen verstoren.
("Witte vingerziekte").
Het is niet mogelijk een algemeen geldende
gebruiksduur vast te stellen, aangezien het effect
van trillingen van meerdere factoren afhangt.
De volgende voorzorgsmaatregelen kunnen worden
gebruikt om de gebruiksduur te verlengen:
- houd uw handen warm (draag
warme handschoenen);
- pauzes nemen.
De volgende factoren verkorten de
gebruiksduur:
- persoonlijke neiging om te lijden
slechte bloedtoevoer
(symptomen: vaak koude vingers,
tintelingen);
- gebruik bij lage temperaturen
ambient;
- kracht uitgeoefend op de handgrepen (een
zeer stevige grip belemmert de irrigatie
bloed).
Als u de machine regelmatig gebruikt
voor lange tijd en de
symptomen hierboven aangegeven (bijv.
tintelingen in de vingers) is
meerdere keren demonstreren, is het
aanbevolen om te worden onderzocht door
dokter.
11
Inhoud
1. Voor een veilig gebruik
2. Verklaring van de symbolen op de machine
3. Kettinggeleider en zaagketting installeren
4. Brandstof en kettingolie
5. De motor bedienen
6. Zagen
7. Onderhoud
8. Onderhoud van zaagketting en kettinggeleider
9. Probleemverhelpingsgids
10. Specificaties
1. Voor een veilig gebruik
1. Gebruik nooit een kettingzaag als u
vermoeid, ziek of ongesteld bent of onder
de invloed van medicatie die u slaperig
kan maken, of als u onder invloed van
alcohol of drugs bent.
2. Gebruik veiligheidsschoenen, goed
aanpassende werkkledij en ogen-, gehoor-
en hoofdbeschermingsinrichtingen.
3. Let steeds op bij de omgang met
brandstof. Veeg alle gemorste brandstof
op en verplaats de kettingzaag dan
minstens 3 m van het tankpunt vooraleer u
de motor start.
3a. Verwijder alle bronnen van vonken of
vlammen (bijv. roken, open vlammen of
werk dat vonken kan veroorzaken) in de
zones waar brandstof wordt gemengd,
uitgegoten of opgeslagen.
3b. Rook niet terwijl u brandstof hanteert
of terwijl u de kettingzaag gebruikt.
4. Laat geen andere personen in de buurt
van de kettingzaag komen bij het
starten of zagen. Houd omstanders en
dieren weg uit de werkzone. Kinderen,
huisdieren en omstanders moeten
minimum 10 m uit de buurt blijven als u
start of werkt met de kettingzaag.
12
1. Begin nooit te zagen vooraleer u
een schone werkzone, stevige
voetensteun en een gepland
uitwijkpad van de vallende boom
hebt.
6. Houd de kettingzaag steeds stevig vast
met beide handen als de motor draait.
Gebruik een stevige greep met duim en
vingers die de hendels van de kettingzaag
omklemmen.
7. Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van
de zaagketting als de motor draait.
8. Vooraleer u de motor start moet u zorgen
dat de zaagketting niet in contact komt
met enig object.
9. Draag de kettingzaag steeds met de motor
uitgezet, de kettinggeleider en zaagketting
langs achter en de geluiddemper uit de
buurt van uw lichaam.
10. Inspecteer de kettingzaag steeds voor elk
gebruik op slijtage, losse of beschadigde
onderdelen. Gebruik nooit een kettingzaag
die beschadigd, verkeerd afgesteld is of
die niet volledig en veilig is
geassembleerd. Zorg dat de zaagketting
ophoudt te bewegen als de
gashendeltrekker wordt losgelaten.
11. Alle kettingzaagwerkzaamheden buiten de
elementen opgesomd in de
gebruikershandleiding moeten worden
uitgevoerd door bekwame
kettingzaagtechnici. (Bijv., als verkeerde
werktuigen worden gebruikt om het
vliegwiel te verwijderen, of als een
verkeerd werktuig wordt gebruikt om het
vliegwiel vast te houden om de koppeling
te verwijderen, kan structurele schade aan
het vliegwiel optreden die vervolgens het
element kan doen uiteenvallen.)
12. Zet de motor steeds uit vooraleer u de
kettingzaag neerzet.
13. Wees uiterst voorzichtig bij het zagen van
klein kreupelhout en jonge boompjes,
aangezien broze materialen de
zaagketting kunnen vastgrijpen en naar u
worden geslingerd of u uit evenwicht
kunnen brengen.
14. Bij het zagen van een tak die onder
spanning staat, moet u opletten voor het
terugspringen, zodat u niet wordt getroffen
13
als de spanning in de houtvezels wordt
vrijgelaten.
15. Zaag nooit bij krachtige wind, slecht weer,
wanneer zichtbaarheid slecht is of bij heel
hoge of lage temperaturen. Controleer de
boom steeds op dode takken die kunnen
neervallen tijdens het vellen van de boom.
16. Houd de hendels droog, schoon en vrij
van olie of brandstofmengsel.
17. Gebruik de kettingzaag alleen in goed
verluchte zones.
Start of gebruik de
motor nooit binnen een gesloten ruimte
of gebouw.
Uitlaatrook bevat gevaarlijke
koolmonoxide.
18. Gebruik de kettingzaag niet in een boom
tenzij u hiervoor een speciale opleiding
hebt gevolgd.
19. Let op voor de terugstoot. Terugstoot is de
opwaartse beweging van de
kettinggeleider die optreedt als de
zaagketting aan de neus van de
kettinggeleider in contact komt met een
voorwerp. Terugstoot kan leiden tot
gevaarlijk controleverlies over de
kettingzaag.
20. Bij het vervoer van uw kettingzaag moet u
zorgen dat de gepaste
kettinggeleiderschede op haar plaats zit.
VEILIGHEIDSVOORZORGEN TEGEN
TERUGSTOOT VOOR
KETTINGZAAGGEBRUIKERS
WAARSCHUWING
Terugstoot kan optreden als de neus of
punt van de kettinggeleider een voorwerp
raakt, of als het hout de zaagketting
inklemt tijdens het zagen. Puntcontact kan
in bepaalde gevallen een bliksemsnelle
achteruitreactie veroorzaken, waardoor de
kettinggeleider naar boven en naar achter
in de richting van de operator wordt
geslingerd. De zaagketting samenknijpen
langsheen de bovenkant van de
kettinggeleider kan de kettinggeleider snel
terugduwen in de richting van de operator.
Elk van deze reacties kan u de controle
over de zaag doen verliezen, wat kan
leiden tot ernstige kwetsuren.
Betrouw niet uitsluitend op de in uw zaag
ingebouwde veiligheidsinrichtingen. Als
kettingzaaggebruiker moet u meerdere
stappen ondernemen om uw zaagwerken
vrij van ongevallen en kwetsuren te
houden.
14
(1) Met een basisbegrip van terugstoot kunt u
verrassingselementen verminderen of
wegnemen. Plotse verrassingen kunnen
tot een ongeval leiden.
(2) Bewaar een goede greep op de zaag met
beide handen, de rechterhand op de
achterste hendel en de linkerhand op de
voorste hendel, als de motor draait.
Gebruik een stevige greep met duimen en
vingers die de hendels van de kettingzaag
omklemmen. Een stevige greep zal u de
terugstoot helpen verminderen en de
controle over de zaag helpen bewaren.
(3) Zorg dat de zone waarin u zaagt vrij van
hindernissen is. Laat de neus van de
kettinggeleider niet in contact komen met
een boomstam, tak of enige andere
hindernis die kan worden getroffen terwijl
u met de zaag werkt.
(4) Zaag met hoge motortoerentallen.
(5) Reik niet te ver en zaag niet boven
schouderhoogte met de kettingzaag.
(6) Volg de slijp- en onderhoudsinstructies van
de fabrikant voor de kettingzaag.
(7) Gebruik alleen vervangstangen en –
kettingen gespecificeerd door de fabricant
of gelijkwaardige producten.
15
2. Verklaring van de symbolen op de machine
Voor een veilig gebruik en onderhoud zijn symbolen in reliëf aangebracht op de machine.
Volgens deze aanduidingen moet u opletten dat u geen fouten maakt.
De tankopening "MIX GASOLINE"
Positie: Tankdop
De opening om kettingolie bij te vullen
Positie: Oliedop
Als u de schakelaar op "O" zet, stopt de motor onmiddellijk.
Positie: Bovenaan de achterste hendel
EN
NL
CHOKE
START
RUN
CHOKE
START
MACHINE-
LOOP
De motor starten. Als u de chokeknop uittrekt (rechts achteraan de achterste hendel) tot het
punt van de pijl, kunt u de startmodus als volgt instellen:
Eerste-trap positie – startmodus als de motor warm is.
Tweede-trap positie – startmodus als de motor koud is.
Positie: Rechts bovenaan het luchtfilterdeksel
De schroef onder de “H”-stempel is de hogesnelheidsafstelschroef.
De schroef onder de “L”-stempel is de lagesnelheidsafstelschroef.
De schroef links van de "T"-stempel is de vrijloopafstelschroef.
Positie: Linkerkant van de achterste hendel
16
Toont de richtingen waarin de kettingrem wordt losgelaten (witte pijl) en
geactiveerd (zwarte pijl).
Positie: Voorzijde van het kettingdeksel
Als u de stang met schroevendraaier verdraait, volg dan de pijl naar de
“MAX”-positie, de kettingolie stroomt meer en als u naar de “MIN”-positie draait, stroomt de
olie minder.
Positie: Onderkant van de krachtbron
17
3. Kettinggeleider en zaagketting installeren
Een standaard kettingzaagpakket bevat de afgebeelde elementen.
EN
NL
Bar protector (optional) Stangbeschermer (optioneel)
Guide bar
Kettinggeleider
Saw chain Zaagketting
Power unit Krachtbron
Plug wrench
Bougiesleutel
Screwdriver for carburetor adjustment Schroevendraaier voor carburatorafstelling
Open de doos en installeer de kettinggeleider en de zaagketting als volgt op de krachtbron:
De zaagketting heeft heel scherpe randen.
Gebruik dikke werkhandschoenen voor veiligheid.
1. Trek de beschermkap naar de voorste hendel om na te gaan of de kettingrem niet is
ingeschakeld.
2. Draai de moeren los en verwijder het kettingdeksel.
3. Zet de hanger vast achteraan de krachtbron met een schroef.
EN
NL
Hanger
Hanger
18
4. Monteer de kettinggeleider en breng dan de zaagketting aan rond de stang en het
tandwiel.
EN
NL
Moving direction
Bewegingsrichting
Hole
Gat
Chain tensioner nut Kettingspanmoer
Chain cover Kettingschede
Nota: Let op de correcte richting van de zaagketting.
Bewegingsrichting
5. Breng de kettingspanmoer aan in het onderste gat van de kettinggeleider en installeer dan
het kettingdeksel en zet de montagemoer vast met de vingers.
Bij het installeren van het kettingdeksel zorgen dat u de haak volledig achteraan het
deksel bevestigd.
19
Terwijl u de punt van de stang vasthoudt: de kettingspanning afstellen door de spanschroef te
verdraaien tot de straps de onderzijde van de stangrail net raken.
EN
NL
Tensioner screw
Spanschroef
Loose Losdraaien
Tighten Aanspannen
7. Span de moeren stevig aan met de stangpunt naar boven (11.8 ~ 14.7N.m/120 ~150kg-
cm). Controleer de ketting dan op vlotte rotatie en correcte spanning terwijl u deze met de
hand verplaatst. Span indien nodig opnieuw aan met het kettingdeksel los.
EN
NL
Tighten Aanspannen
20
8. Span de spanschroef aan.
Een nieuwe ketting zal haar lengte vergroten in het begin van het gebruik.
Controleer de spanning regelmatig en stel ze bij aangezien een losse ketting
gemakkelijk kan ontsporen of snelle slijtage kan veroorzaken van zichzelf en de
kettinggeleider.
Kam
Apparaat voor het koppelpunt van de geleidingsrail en is gezwenkt
wanneer het in contact met een boom of log.
Montage van de grijper
1. Draai de kettingrem
2. twee moeren
3. Koppelingshuis
(1) Claw slachten
(2) Twee bouten
Draai de twee schroeven los en verwijder het
deksel
Vraag de kam op de machine
Draai de twee bouten (2)
Installeer zaagblad en ketting slepen.
4. Kettinggeleider
5. Koppeling
6. Gat in het zaagblad
7. brancard
8. Rem-connector
9. Spanning van de ketting
10. Voorste handbescherming (remhendel)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154

Central Park CPT2530CS_EL Le manuel du propriétaire

Catégorie
Tronçonneuses électriques
Taper
Le manuel du propriétaire