12
• Gebruik alleen onderdelen en accessoires
die door de fabrikant geleverd en aanbevolen
worden. Het gebruik van andere onderdelen
leidt tot onmiddellijk verlies van aanspraak op
garantie.
• Zorg dat alle moeren, bouten en
schroeven zijn vastgedraaid om er zeker van
te zijn dat het apparaat zich in een veilige
werktoestand bevindt.
• Probeer niet om het apparaat zelf te
repareren, tenzij u hiervoor bent opgeleid. Alle
werkzaamheden die niet in deze handleiding
aangegeven worden, mogen alleen door onze
gemachtigde klantenservice worden
uitgevoerd.
• Ga zorgvuldig met uw apparaat om. Houd
het gereedschap schoon om beter en veiliger
te kunnen werken. Neem de
onderhoudsvoorschriften in acht.
• Zorg dat uw apparaat niet overbelast raakt.
Werk uitsluitend binnen het aangegeven
vermogensbereik. Gebruik geen machines met
minder vermogen voor zware
werkzaamheden. Gebruik de apparaat
niet voor doeleinden, waarvoor het niet
bestemd is.
Elektrische veiligheid:
Voorzichtig! Zo voorkomt u ongevallen en
letsels door een elektrische schok:
• Voer voor elke ingebruikname een visuele
controle van de elektra- en verlengkabels uit
op tekenen van beschadiging of slijtage.
• Houd de elektrakabel uit de buurt van het
snijgereedschap. Als de leiding tijdens het
gebruik wordt beschadigd, koppelt u deze
direct los van het netwerk.
De leiding pas aanraken als deze
van de stroomvoorziening is
losgekoppeld.
• De verlengkabels buiten het bereik van de
tanden houden. De tanden kunnen de
leidingen beschadigen en daardoor contact
maken met actieve delen.
• Een beschadigde leiding niet op de
stroomvoorziening aansluiten en een
beschadigde leiding niet aanraken, voordat
deze van de stroomvoorziening is
losgekoppeld. Een beschadigde leiding kan
contact met actieve delen veroorzaken.
• Let op dat de stroomvoorziening
overeenkomen met de gegevens van het
typebordje.
• Sluit het apparaat zo mogelijk alleen aan
op een contactdoos met een
aardlekschakelaar (FI-schakelaar) met een
activeringsstroom van niet meer dan 30 mA.
• Let op dat uw lichaam geen contact maakt
met geaarde onderdelen (bijv. metalen
hekken, metalen stijlen).
• Gebruik uitsluitend een toegestane
verlengsnoer van het type H05VV-F, dat
maximaal 75 meter lang is en geschikt is
voor gebruik buitenshuis. De
kabelstrengdoorsnede van het verlengsnoer
moet minstens 2,5 mm
2
bedragen. Rol een
kabelhaspel voor gebruik altijd helemaal af.
Controleer de kabel op schade.
• Gebruik voor het aanbrengen van het
verlengsnoer de daartoe aangebrachte
kabeltrekontlasting.
• Gebruik de kabel niet om de stekker uit de
contactdoos te trekken. Bescherm de kabel
tegen hitte, olie en scherpe kanten.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker
uit de contactdoos als het snoer is
beschadigd. Als het snoer van dit apparaat
wordt beschadigd, moet deze door de
fabrikant of de klantenservice of een
soortgelijke gekwalificeerde persoon worden
vervangen om enig gevaar te vermijden.
• Als het snoer is beschadigd, trekt u eerst de
verlengsnoer uit het stopcontact.
Vervolgens kunt u het snoer van het
apparaat verwijderen.
• Wanneer de snoer van dit apparaat
beschadigd raakt, moet deze door de
fabrikant, diens servicedienst of door een
soortgelijk gekwalificeerde persoon vervangen
worden om gevaar te vermijden.
Residuele risico’s
Er zullen altijd residuele risico‘s bestaan,
zelfs als u deze apparatuur gebruikt
volgens de instructies. De volgende
gevaren kunnen zich voordoen naar
aanleiding van de bouw en het ontwerp
van dit gereedschap.
1. Het effect van lawaai kan gehoorverlies
zijn.
2. Lichamelijk letsel door hand-arm-
bewegingen als het apparaat gedurende een
langere periode wordt gebruikt of niet
conform de voorschriften wordt bediend en
onderhouden.
3. Gevaar voor de gezondheid,
veroorzaakt door elektriciteit bij gebruik van
onjuiste snoeren.
4. Letselgevaar door de roterende
mescilinder
5. Daarnaast kan er, ondanks alle
voorzorgsmaatregelen, sprake zijn van niet-
zichtbare restrisico‘s.
6. De restrisico‘s kunnen tot een minimum
worden beperkt wanneer aan de
„Veiligheidsmaatregelen“ en het „Gebruik