7
1. DEFECTE ACCU’S
Een goed voorbeeld van een afvalbak voor batterijen die op de correcte
afstand van gebouwen is geplaatst.
Un exemple de conteneur de stockage pour batteries usagées, bien à l’écart
des bâtiments.
FR NL
1. BATTERIES DÉFECTUEUSES
1. Si un client souhaite renvoyer une batterie à un fournisseur, ce dernier
doit organiser le ramassage de la batterie. Notez cependant que les
batteries défectueuses ne doivent jamais être renvoyées par un
service postal ou par coursier.
2. Si une batterie soupçonnée d’être défectueuse, qu’elle ait été renvoyée
à un fournisseur OU qu’elle se trouve dans les locaux d’un client,
montre n’importe quel signe de dommage par choc, de déformation,
de boursouflage, de détachement de pièces ou de fuite, elle ne doit
en aucun cas être soumise à une vérification d’état. Elle doit être
considérée comme défectueuse, et les modes opératoires décrits à
partir du point 8 ci-dessous doivent être suivis.
3. Si une batterie soupçonnée d’être défectueuse, qu’elle ait été renvoyée à
un fournisseur OU qu’elle se trouve dans les locaux d’un client, ne montre
AUCUN signe de dommage par choc, de déformation, de boursouflage,
de détachement de pièces ou de fuite, elle peut être soumise à une
vérification d’état au moyen d’un appareil approprié pour la vérification de
l’état des batteries, utilisé par une personne compétente.
4. Si la vérification montre que la batterie est défectueuse, les modes
opératoires décrits à partir du point 8 ci-dessous doivent être suivis.
5. Si la vérification de la batterie montre que celle-ci est opérationnelle,
un cycle de charge unique, sous observation, peut être tenté avec le
chargeur Numatic approprié.
6. Si la batterie se recharge correctement au cours de ce cycle de
recharge unique, elle peut être considérée en bon état.
7. Si elle ne se recharge pas correctement au cours de ce cycle de
recharge unique, elle doit être considérée comme défectueuse et
les modes opératoires décrits à partir du point 8 ci-dessous doivent
être suivis.
Dans ce cas, aucune autre tentative de recharge ne doit
être effectuée. Une batterie défectueuse ne doit en aucun cas être
remisée à l’intérieur d’un bâtiment.
8. La batterie défectueuse doit être déchargée en l'immergeant dans un
récipient d’eau salée en milieu parfaitement ventilé. Ce conteneur doit
contenir au moins 25 litres d’eau saline à une concentration de 15 g de
sel commun/litre d’eau. Le conteneur doit être muni d’un couvercle
pouvant être fermé et verrouillé, mais ne doit pas être scellé. La batterie
doit rester entièrement immergée dans l’eau à une profondeur d’au
moins 100 mm pendant au moins deux semaines. Une fois la décharge
terminée, l’eau doit être éliminée comme un déchet dangereux.
9. La batterie déchargée peut ensuite être placée dans un conteneur
pour batteries usagées verrouillé. Ce conteneur doit être en plastique
ou avoir un revêtement intérieur en plastique, être placé à l'écart des
bâtiments et comporter un marquage indiquant clairement, grâce à
des signes d’avertissement appropriés, qu’il s’agit d’un conteneur pour
batteries usagées.
10. Les batteries doivent ensuite être envoyées pour élimination, dans le
respect de la réglementation locale en matière d’élimination des déchets.
1. Als een klant een accu naar de leverancier wil terugsturen, dient de
leverancier ervoor te zorgen dat deze wordt opgehaald, maar: Defecte
accu’s dienen niet via de post of per koerier te worden teruggestuurd.
2. Als een defecte accu bij de leverancier OF een klantencentrum
binnenkomt en tekenen van beschadiging, vervorming, lekkage of
opbollen vertoont of er onderdelen los zijn geraakt, dient deze in geen
geval aan een toestandscontrole te worden onderworpen. De accu
dient als defect te worden beschouwd en de onderstaande procedures
vanaf punt 8 dienen te worden uitgevoerd.
3. Als een defecte accu bij de leverancier OF een klantencentrum
binnenkomt en géén tekenen van beschadiging, vervorming, lekkage
of opbollen vertoont en er geen onderdelen los zijn geraakt, mag
deze aan een toestandscontrole worden onderworpen die door een
bevoegd persoon met een geschikt controleapparaat dient te worden
uitgevoerd.
4. Indien bij de controle blijkt dat de accu defect is, dienen de
onderstaande procedures vanaf punt 8 te worden uitgevoerd.
5. Als tijdens controle blijkt dat de accu werkt, kan één enkele, onder
toezicht uitgevoerde laadcyclus met een Numatic-lader worden
uitgevoerd.
6. Als de accu tijdens deze laadcyclus goed laadt, kan de accu als goed
werkend worden beschouwd.
7. Als de accu tijdens deze laadcyclus niet goed laadt, dient de accu als
defect te worden beschouwd en dienen de onderstaande procedures
vanaf punt 8 te worden uitgevoerd.
Er dient in geen geval nogmaals
te worden geprobeerd om de accu te laden. Een defecte accu dient in
geen geval in een gebouw te worden bewaard.
8. De defecte accu moet worden afgevoerd door deze in een goed
geventileerde ruimte in een bak met zout water te plaatsen. Deze bak
dient minstens 25 liter zout water te bevatten met een concentratie
van 15 g keukenzout per liter water. De bak dient afgesloten te worden
door een deksel, maar dient niet luchtdicht te zijn. De accu dient ten
minste 2 weken en op een diepte van minstens 100 mm in het water te
worden ondergedompeld. Nadat het ontladen is beëindigd, dient het
water als gevaarlijk afval te worden afgevoerd.
9. De defecte ontladen accu kan vervolgens in een afgesloten afvalbak
voor accu’s worden bewaard die van kunststof of met kunststof
bekleed dient te zijn en uit de buurt van gebouwen dient te worden
geplaatst. Deze dient voorzien te zijn van duidelijke indicaties en
waarschuwingen dat het een bak voor defecte batterijen betreft.
10. De accu’s dienen vervolgens te worden afgevoerd in overeenstemming
met de in uw land geldende voorschriften.