NOVY 1752 Le manuel du propriétaire

Taper
Le manuel du propriétaire
Gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften
Inductiekookplaten Comfort
Mode d’emploi et d’installation
Table à induction Comfort
Montage- und Bedienungsanleitung
Induktions Kochfelder Comfort
Instructions for use and installation
Comfort Induction hob
1752-2 - 1753-2 - 1754-2 - 1755-2
INHOUD
VEILIGHEID ................................................................................................................................... 3
V
OORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK VAN HET TOESTEL
......................................................... 3
G
EBRUIK VAN HET APPARAAT
........................................................................................................ 3
V
OORZORGSMAATREGELEN TEGEN BESCHADIGING
......................................................................... 4
V
OORZORGSMAATREGELEN BIJ DEFECT VAN HET APPARAAT
............................................................. 5
A
NDERE VOORZORGSMAATREGELEN
.............................................................................................. 6
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT ....................................................................................... 7
T
ECHNISCHE KENMERKEN
............................................................................................................. 7
B
EDIENINGSPANEEL
...................................................................................................................... 8
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ................................................................................................. 8
S
ENSORTOETSEN
......................................................................................................................... 8
V
ENTILATIE
.................................................................................................................................. 8
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT ................................................... 9
V
OOR HET EERSTE GEBRUIK
.......................................................................................................... 9
P
RINCIPE VAN INDUCTIE
................................................................................................................ 9
Z
ONE VOOR DE VERMOGENSSTAND
SLIDER
EN DE TIMERINSTELLING
........................................... 9
I
NWERKINGSTELLING
.................................................................................................................. 10
D
ETECTIE VAN DE KOOKPOT
........................................................................................................ 10
A
ANDUIDING RESTWARMTE
.......................................................................................................... 10
P
OWER
FUNCTIE
........................................................................................................................ 11
T
IMER FUNCTIE
.......................................................................................................................... 11
A
ANKOOKAUTOMAAT FUNCTIE
..................................................................................................... 13
S
TOP
&G
O
F
UNCTIE
.................................................................................................................... 14
H
ERHALINGFUNCTIE
................................................................................................................... 14
W
ARMHOUD FUNCTIE
.................................................................................................................. 14
V
ERGRENDELING BEDIENINGSPANEEL
.......................................................................................... 15
KOOKADVIES ............................................................................................................................. 16
K
WALITEIT VAN DE KOOKPOTTEN
.................................................................................................. 16
A
FMETINGEN VAN DE KOOKPOTTEN
.............................................................................................. 16
V
OORBEELDEN VAN VERMOGENREGELING
.................................................................................... 17
ONDERHOUD EN REINIGING .................................................................................................... 17
KLEINE STORINGEN VERHELPEN ........................................................................................... 17
MILIEUBESCHERMING .............................................................................................................. 19
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN ............................................................................................... 20
ELEKTRISCHE AANSLUITING .................................................................................................. 21
3
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
Verwijder alle verpakkingen.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat
dienen aan een erkende vakman toevertrouwd te worden. De
fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor
eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of
aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het
gemonteerd en geïnstalleerd is in een meubel met een
gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik
(bereiding van voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander
huishoudelijk, commercieel of industrieel gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische
glas.
Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak.
De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat
volgens de vereiste voorschriften op een aardleiding is
aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het
elektrische net.
Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een
vaatwasmachine of een droogkast, de vrijgekomen damp kan
de elektronische apparatuur beschadigen.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met een externe
tijdschakelklok of een afstandsbediening.
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit.
Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten
want deze kunnen vlug vlam vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het
apparaat.
4
Kinderen het apparaat niet laten manipuleren.
Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een
vast of los apparaat met het warme kookvlak of met een warme
kookpot in contact komt.
Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informatica
diskettes, rekenmachines) mogen zich niet in de onmiddellijke
nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds
aanschakelen of restwarmte zouden andere materialen kunnen
smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad.
Het zou kunnen verhitten en ontvlammen.
Kinderen jonger dan 8 jaar, personen van wie de psychische en
of mentale capaciteit vermindert zijn en personen van wie de
kennis onaangepast is, kunnen dit toestel enkel onder toezicht
gebruiken of indien zij opgeleid zijn om dit toestel te gebruiken
in veilige omstandigheden.
Zij dienen daarbij op de hoogte te zijn van de mogelijke risico’s
die zich kunnen voordoen. Kinderen mogen niet met dit toestel
spelen.
Zonder toezicht van een volwassene kan het reinigen en
onderhoud van dit toestel niet aan kinderen toevertrouwd
worden.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet geplaatst worden op het glazen kookoppervlak
omdat deze dan heet kunnen worden.
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet
geëmailleerd gietijzer) kunnen het glas beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen
het glas beschadigen.
Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen.
Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas.
Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt
volgens de instructies van de fabrikant.
Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat.
5
Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of
aluminiumfolie met de hete zones. Deze stoffen kunnen tijdens
het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of
aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk
van de nog hete zones (opgepast: risico voor brandwonden)
Risico van brand! Geen voorwerpen op de kookplaat leggen.
Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone.
Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor
een voldoende afstand (2 cm) tussen de inhoud van de lade en
de onderkant van het apparaat teneinde een goede ventilatie te
verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade
onder de kookplaat. Eventuele bestekbakken dienen in
warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de
elektrische toevoer uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit
indien er een barst of spleet in het vitrokeramische glas is en
verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel
te worden uitgevoerd. In geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is,
schakel het toestel uit om een mogelijke elektrische schok te
voorkomen.
6
Andere voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de
kookzone staat. De bodem van de kookpot moet de kookzone
zoveel mogelijk bedekken.
Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur
beïnvloeden. Personen die een pacemaker dragen doen er
goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze
kunnen op de nog hete zones smelten.
Vuur nooit blussen met water. Schakel de kookzone uit.
Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets
dergelijks verstikken.
HET GEBRUIK VAN NIET GESCHIKTE POTTEN EN
PANNEN OF VAN VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM
POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR INDUCTIE, OP TE
WARMEN, VALT NIET ONDER DE
GARANTIEVOORWAARDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK
GEHOUDEN WORDEN VOOR BESCHADIGINGEN AAN
DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE HIERVAN
HET GEVOLG KUNNEN ZI
JN.
7
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
Type 1753-2
1754-2
1755
-
2
Total vermogen
7400
Energieverbruik van de
kookplaat EChob**
174
Wh/kg
Links v
oor zone
Ø 2
1
0 mm
Detectie kookpan
Ø 100 mm
Normaal*
2300 W
Met Booster*
3000 W
Gestandaardiseerde categorie van het kookgerei**
C
Energieverbruik EC
cw
**
168.4
Wh/kg
Links a
chter zone
Ø 1
75
mm
Detectie kook
pan
Ø 90 mm
Normaal*
1100 W
Met Booster*
1400
Gestandaardiseerde categorie van het kookgerei**
B
Energieverbruik EC
cw
**
177.3
Wh/kg
Rechts a
chter zone
Ø
2
1
0
mm
Detectie kookpan
Ø 100 mm
Normaal*
2300
Met Booster*
3000 W
Gestandaardiseerde c
ategorie van het kookgerei**
C
Energieverbruik EC
cw
**
168.4
Wh/kg
Rechts v
oor zone
Ø 1
75
mm
Detectie kookpan
Ø 90 mm
Normaal*
1100 W
Met Booster*
1400 W
Gestandaardiseerde categorie van het kookgerei**
A
Energieverbruik EC
cw
**
181.9
Wh/kg
* het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten
** berekend volgens de methoden voor het meten van de gebruikseigenschappen(EN 60350-2)
8
Bedieningspaneel
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Sensortoetsen
Uw apparaat is uitgerust met sensortoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen.
Het aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door
een lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Niet op meerdere toesten tegelijk duwen bij normaal gebruik.
Display
Display Aanduiding Omschrijving
0. Nul Kookzone geactiveerd
1…9 Vermogensstand Keuze kookniveau
U Detectie kookpan Geen of onaangepaste kookpan
A Kookfunctie geactiveerd Aankookautomaat
E Foutmelding Defect elektronisch circuit
H Restwarmte aanduiding De kookzone is warm
P Power Het turbovermogen is geactiveerd
U Warmhoud functie Automatisch behoud op 70°
II Stop&Go Stop&Go is geactiveerd
L Vergrendeling Het bedieningspaneel is vergrendeld
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de
door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie
schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De
ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronische circuit voldoende is
afgekoeld.
Aan / Uit
toets
Warmhoud toets
Aanduiding van de
vermogensstand
Lampje voor keuze
van zone
Lampjes voor keuze van
zone voor timer
Aanduiding van
de timer
“SLIDER” sensortoets voor
instellen vermogensstand en
timerinstelling
Stop & Go
lampje
Aan / Uit
lampje
Power
toets
Stop & Go
toets
9
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op
het glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductie-spoel. Wanneer deze in werking is, produceert ze
een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de
magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone staat.
Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:
Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een
magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen
kookpotten, in inox met magnetische bodem, …
Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek,
aardewerk, inox zonder magnetische bodem…
De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot. Is
de diameter te klein dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de diameter
van de kookzone.
Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool [ U ] branden.
Zone voor de vermogensstand “ SLIDER “ en de timerinstelling
Voor de selectie van de het vermogen volstaat het om met uw vinger over de “SLIDER” te glijden
U heeft ook de rechtstreekse toegang tot een bepaald niveau door met uw vinger het gewenste
niveau rechtstreeks te selecteren.
“SLIDER“ sensortoets voor instellen
vermogensstand
“SLIDER“
Directe keuze
10
Inwerkingstelling
In- en uitschakelen van de kookplaat :
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk 2 sec. op [ ] toets [ 0 ] knipperen
Uitschakelen Druk 2 sec. op [ ] toets [H] of geen aanduiding
In- en uitschakelen van een kookzone :
Actie Bedieningspaneel Display
Kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] en lampje van de
zone aan
Vermogensstand kiezen Glijden over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ]
naar rechts of links
Uitschakelen Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“ [ 0 ] of [ H ]
of druk op [ 0 ] op de “SLIDER” [ 0 ] of [ H ]
Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de
wachtpositie.
Detectie van de kookpot
De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet :
indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer de kookpot ongeschikt is voor
inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ]
verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt
de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone
wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de
kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien
gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruik. De pantedectie [ U ] blijft dan niet actief.
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, als het glas
boven de kookzones nog warm is, wordt dit aangegeven door [ H ].
Het symbool [ H ] gaat uit wanneer het glas boven de kookzones zonder gevaar aangeraakt kan
worden. Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en
geen enkel warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of
brandwonden!
11
Power functie
Met de power functie [ P ] kan het vermogen van de gekozen kookzone gedurende een bepaalde
tijd opgevoerd worden. Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 5
minuten met een aanmerkelijk hoger vermogen.
Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de
bereiding van pasta.
In- en uitschakelen van Power :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ]
Power inschakelen Druk op [ P ] [ P ]
Power uitschakelen Glij over de “SLIDER“ [ P ] naar [ 0 ]
of druk op [ 9 ] [ 9 ]
Beheer van het maximaal vermogen :
Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de Power
functie geactiveerd is en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden vermindert de
elektronische bediening automatisch de vermogensstand van een andere kookzone.
Gedurende enkele seconden geeft de display van deze kookzone al knipperend [ 9 ] weer,
vervolgens wordt de hoogst mogelijke vermogensstand automatisch weergegeven:
Gekozen kookzone Andere kookzone (bijvoorbeeld: vermogensstand 9 )
[ P ] wordt weergegeven [ 9 ] wordt [ 6 ] of [ 8 ] naargelang de kookzone
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden et dit met verschillende
tijdsaanduidingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor ieder van de zones.
Regeling of wijziging van de kooktijd :
Voorbeeld 16 minuten op stand 7 :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone slecteren Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ]
Vermogensstand kiezen Glij over de “SLIDER“ tot [ 7 ] [ 7 ]
Timer activeren Druk op [ CL ] [ 00 ]
Eenheden kiezen Glij over de “SLIDER“ tot [ 6 ] [ 0 aan] [ 6 knippert ]
Eenheden bevestigen Druk op [ 06 ] [ 0 knippert] [ 6 aan]
Tientallen kiezen Glij over de “SLIDER“ tot [ 1 ] [ 1 knippert] [ 6 aan]
Tientallen bevestigen Druk op [ 16 ] [ 16 ]
De kooktijd is ingesteld en begint te lopen.
12
Uitschakelen van de timerfunctie:
Voorbeeld nog 13 minuten op stand 7:
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren Druk op [ 7 ] van de zone [ 7 ]
« Timer » kiezen Druk op [ 13 ] [ 13 ]
Eenheden uitschakelen Glij over de “SLIDER“ tot [ 0 ] [ 1 aan] [ 0 knippert]
Eenheden bevestigen Druk op [ 10 ] [ 1 knippert] [ 0 aan]
Tientallen uitschakelen Glij over de “SLIDER“ tot [ 0 ] [ 00 ]
Tientallen bevestigen Druk op [ 00 ] [ 00 ]
Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd:
Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en
een geluidssignaal weerklinkt.
Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen.
Kookwekker functie:
De kookwekker functie is een onafhankelijke functie. Deze functie stopt automatisch vanaf het
moment een kookzone ingeschakeld wordt.
De kookwekker functie blijft verder lopen tot de ingestelde tijd is ingeschakeld zelfs indien de
kookplaat uitgeschakeld wordt.
Voorbeeld 29 minuten:
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen Druk op
[ ] Lampjes van de zone aan
« Timer » kiezen Druk op
[ CL ] [ 00 ]
Eenheden kiezen Glij over de “SLIDER“ tot [ 9 ] [ 0 aan] [ 9 knippert]
Eenheden bevestigen Druk op
[ 09 ] [ 0 knippert] [ 9 aan]
Tientallen kiezen Glij over de “SLIDER“ tot [ 2 ] [ 2 knippert] [ 9 aan]
Tientallen bevestigen Druk op
[ 29 ] [ 29 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te lopen.
Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en
een geluidssignaal weerklinkt.
Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen. De kookplaat schakelt uit.
13
Aankookautomaat functie
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat functie. Als de aankookautomaat
geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen
ingeschakeld (aankoken). Daarna wordt automatisch teruggeschakeld naar de ingestelde
vermogenssatnd. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkooktijd (zie tabel).
Inschakelen van de aankookautomaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ]
Vermogensstand 9 activeren Glij over de “SLIDER“ Van [ 0 ] naar [ 9 ]
tot [ 9 ]
Aankookautomaat kiezen Druk op [ ] [ 9 ] knippert met [ A ]
Vermogensstand selecteren Glij over de “SLIDER“ van [ 9 ] naar [ 8 ] [ 7 ]
(vb. « 7 ») tot [ 7 ] [ 7 knippert met [ A ]
Uitschakelen van de aankookautomaat :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren Druk op [ 7 ] van de zone [ 7 ] knippert
met [A]
Vermogensstand selecteren Glij over de “SLIDER“ [ 1 ] tot [ 9 ]
Ingestelde
doorkookstand
Aankookautomaat
Tijd (min:sec)
1
0:48
2
2:24
3
3:36
4
5:24
5
6:48
6
2:00
7
2:48
8
3:36
9
-
:
-
14
Stop&Go Functie
Deze functie onderbreekt de activiteit van de kookplaat tijdelijk en laat een herstart met dezelfde
instellingen toe.
In - / uitschakelen Stop&Go functie:
Actie Bedieningspaneel Display
Stop&Go inschakelen Druk op [ II ] gedurende 2s [ II ] verschijnt
Stop&Go uitschakelen Druk op [ II ] gedurende 2s [ II ] knippert
druk op de knipperende display Instellingen verschijnen
Herhalingfunctie
Als u de kookplaat tijdens het gebruik uitschakelt, kunt u met deze functie alle instellingen
herstellen. Hiervoor moet u de kookplaat binnen 6 seconden na het uitschakelen weer in-
schakelen:
Instellingen van alle kookzones
Minuten en seconden van ingestelde timers
Aankookautomaat
Warmhoud functie
De herhalingsprocedure is als volgt:
Duw op de toets [ ]
Daarna onmiddeljik, en binnen de 6 seconden de beide achterste zones selecteren.
De vorige instellingen zijn opnieuw actief
Warmhoud functie
Met de warmhoud functie maakt het mogelijk een temperatuur van ongeveer 70°C te bereiken en
automatisch te behouden. Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de
bodem van de kookpot gaan kleven. Deze functie kan op iedere kookzone afzonderlijk ingesteld
worden.
Warmhoud functie in - / uitschakelen :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ]
70°C inschakelen Druk op [ ] [ U ]
Uitschakelen Glij over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ]
De maximale warmhoudtijd bedraagt 2 uur.
15
Vergrendeling bedieningspaneel
Om te vermijden dat de instelling van de kookzones per ongeluk wijzigt, is deze uitgerust met
een vergrendeling van het bedieningspaneel voor de kookplaat.
Vergrendelen :
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen Druk 2 sec. op [ ] [ 0 ] of [ H ]
Vergrendelen 1. Druk geliktijdig op [ P ] en [ 0 ]
van de zone RECHTS VOOR
2. Druk nogmaals op [ 0 ] [ L ]
Ontgrendelen :
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen Druk 2 sec. op [ ] [ L ]
In de 5 seconden na de start :
Kookplaat ontgrendelen 1. Druk geliktijdig op [ P ] en [ L ]
van de zone RECHTS VOOR [ 0 ]
2. Druk op [ P ] Lampjes van de zone uit
16
KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpotten
Aangepaste kookpotten : staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische
bodem, aluminium met magnetische bodem.
Niet aangepaste kookpotten : aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing,
keramiek, porselein.
De fabrikanten vermelden of hun producten geschikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:
Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld
op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil
niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren.
De kwaliteit van de bodem van de pan kan het bereidingsresultaat beïnvloeden, zoals het niet
doorkoken van gerechten door te weinig vermogensopname of niet gelijke warmteverdeling.
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem kan krassen op het glas van de
kookplaat veroorzaken.
Gebruik waar mogelijk pannen met rechte rand. Bij pannen met schuine rand werkt de inductie
ook bij de randen van de pan. Daardoor kan de rand van een pan verkleuren.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich in zekere mate automatisch aan de diameter van de kookpot aan. De bodem
van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter van de gekozen
kookzone.
Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van uw
kooktafel te verkrijgen.
17
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde gegevens zijn richtwaarden)
1 - 2 Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant
-
en klaargerecht
en
2 - 3 Opzwellen
Ontdooien
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
3
-
4
Stoom
Groenten, vis, vlees
4 - 5 Water Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
6 - 7 Zachtjes koken Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
7 - 8 Koken
Braden
Aardappelen, beignets,
platte koeken
9 Braden
Op kooktemperatuur brengen
Steaks, omeletten
water
P Water koken Aan de kook brengen van grote
hoeveelheden water
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel aanbevolen
product voor vitrokeramisch glas.
Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken.
Geen voorwerpen gebruiken die het vitrokeramisch glas kunnen beschadigen (zoals
schuursponzen of mespunten…)
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Droog het apparaat met een propere doek.
Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
Het symbool [ E 4 ] verschijnt :
De plaat moet worden geconfigureerd volgens onderstaande procedure :
I) Opgelet: u mag niet meteen recipiënten plaatsen op de inductieplaat.
II) Koppel de plaat los van het stroomnet: schakel zekering of hoofdschakelaar uit.
III) Verbind de plaat weer op het stroomnet: schakel de zekering of de hoofdschakelaar
terug in.
IV) Procedure:
* Neem een kookpot met ferromagnetische bodem met een minimale diameter van
16 cm.
* start de plaat binnen 2 minuten na het aansluiten op het stroomnet op.
* druk niet op [ 0/I ]
V) Eerst moet de bestaande configuratie worden geannuleerd
1) Druk op toets [ P ] en houd deze toets ingedrukt.
2) Het symbool [ . ] verschijnt op elk display
18
3) Ledere zone moet nu achtereenvolgens
aangeduid worden via beweegt(a -> b -> c -> d).
Doe deze volledige beweging binnen de 2
Seconden door met de vinger van uw andere
Hand op [ . ] te drukken.
Een dubbele piep duidt op een bewerkingsfout.
Herhaal in dat geval de bewerking vanaf stap 1.
4) Laat de toetsen los en druk nogmaals gedurende enkele seconden op de toets
[ 0/I ] tot de knipperende [ E ] verschijnen.
5) Wacht tot de [ E ] ophouden met knipperen.
6) De [ E ] veranderen vervolgens automatisch in [ C ]. De configuratie is
geannuleerd.
Opmerking: Inductieplaten met 3 kookzones: Begin met de zone rechtsachter (b)
(aangezien de zone rechtsvoor niet bestaat).
VI) Hoe kunt u de plaat opnieuw configureren?
1) Neem een ferromagnetisch recipiënt met een diameter van minstens 16 cm.
2) Selecteer de kookzone door op de bijbehorende [ C ] te drukken.
3) Plaats de kookpot op de zone die u wilt configureren.
4) Wacht tot [ C ] verandert in [ - ]. De kookzone is geconfigureerd.
5) Ga op dezelfde manier te werk voor alle kookzones die [ C ] weergeven.
6) De kookzones zijn geconfigureerd als alle zones zijn gedetecteerd en er niets
meer wordt weergegeven.
Gebruik slechts een kookpot om de configuratie uit te voeren.
Plaats tijdens de configuratie nooit meerdere recipiënten op de kookpunten.
Als de weergave [E 4] blijft, bel dan de klantenservice.
De kookplaat of de kookzone werkt niet :
De kookplaat is verkeerd op het elektrisch net aangesloten
De zekering is gesprongen --> controleer de zekering in de meterkast.
Kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
De tiptoetsen zijn met water of vet bespat
Er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op :
Er staat geen pan op de kookzone
De pan is niet geschikt voor inductie
De diameter van de bodem van de pan is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op :
Bel de Dienst na Verkoop.
Een enkele zone of alle zones vallen uit :
De veiligheid is in werking getreden
Deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen
De veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
Een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
De kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen
en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel :
Dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
De ventilator stopt vanzelf.
P
a
d
c
b
19
Het symbool [ L ] licht op :
Zie hoofdstuk vergrendeling
Het symbool [ II ] licht op :
Zie hoofdstuk “Pauze“.
Het symbool [ U ] licht op :
Zie hoofdstuk “Warmhoudfunctie“.
Het symbool [ ]of[ Er03 ] licht op:
Een voorwerp of vloeistof bedekt de toetsen van de bediening. Het symbool verdwijnt van
zodra de toetsen vrijgemaakt of afgekuist zijn.
Het symbool [ E2 ] of[ E H ]licht op:
De kooktafel is oververhit, laat afkoelen, daarna kunt u ze weer terug inschakelen.
Het symbool [ E3 ]licht op:
De kookpot is niet geschikt, gebruik een andere kookpot.
Het symbool [ E6 ]licht op:
Foutstroomcircuit. Controleer de frequentie en spanning van het elektrisch netwerk.
Het symbool [ E8 ]licht op:
De luchttoevoer van de ventilator is afgesloten. Maak deze vrij.
Het symbool [ E C ]licht op:
Configuratiefout. Stel de kooplaat opnieuw in volgens het hoofstuk « het symbool, en se
[ E 4 ] verschijnt».
Indien één van deze foutmeldingen blijft verschijnen, kunt u de dienst na verkoop
contacteren.
MILIEUBESCHERMING
de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar.
de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw administratie over
de recyclagemogelijkheden.
Werp het apparaat niet weg met het huisvuil
Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of breng
uw elektrisch apparaat naar het containerpark van uw gemeente
20
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd.
De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel.
Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat :
Afmetingen
uitsnijding
Afmetingen
vlakbouw
Afmetingen glas
Typ
Breedte
Diepte
Breedte
Diepte
Straal
Breedte
Diepte
Hoogte
1753
-
2
560
mm
490
mm
65
4
mm
52
4
mm
7
mm
65
0
mm
520
mm
4
mm
1754-2
1755
-
2
750 mm
490 mm
804 mm 524 mm
7 mm
800 mm
520 mm
4 mm
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden.
Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige
materialen (100°C)
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding
te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
Installeer de kookplaat niet boven een niet geventileerde oven of een vaatwasmachine.
Onder de omkasting van het apparaat een
afstand van 20 mm voorzien om een goede
verluchting van de elektronische apparatuur te
verzekeren.
Indien er zich een lade onder de kookplaat
bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in
op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet
warmtebestendig zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat er de
erboven geplaatste dampkap, dient u de
instructies van de fabrikant van de dampkap te
volgen. Bij gebrek aan instructies, dient u een
afstand van minimum 760 mm te respecteren.
De verbindingskabel mag na aansluiting aan
geen enkele mechanische spanning onderhevig
zijn, zoals bijvoorbeeld een lade.
De beschermfolie (3) verwijderen en de
dichtingstrip (2) op de rand van de kookplaat
plakken op 2 mm van de buitenrand
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

NOVY 1752 Le manuel du propriétaire

Taper
Le manuel du propriétaire

dans d''autres langues