AEG 43036IW-MN Manuel utilisateur

Taper
Manuel utilisateur
43036IW-MN NL Gebruiksaanwijzing 2
FR Notice d'utilisation 41
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
9. OVEN - KLOKFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
10. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
12. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
13. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.aeg.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in-
stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva-
liditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan van een volwassene of van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap-
paraat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili-
ging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselemen-
ten niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
NEDERLANDS 3
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha-
kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden ge-
plaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur
schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken
op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen bre-
ken.
Gebruik uitsluitend de vleesthermometer die aanbe-
volen is voor dit apparaat.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omge-
keerde volgorde.
Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektri-
sche schokken te voorkomen.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pande-
tector.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
4
www.aeg.com
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatie-
technicus mag het apparaat in-
stalleren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Trek het apparaat nooit aan de hand-
greep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïn-
stalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van de-
zelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet op een
platform.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat val-
len als de deur of het raam wordt geo-
pend.
WAARSCHUWING!
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kan-
telt. Raadpleeg de installatiegids.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromon-
teur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een elektromon-
teur.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met
de service-afdeling of een elektro-
monteur om een beschadigde hoofd-
kabel te vervangen.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen on-
der stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden beves-
tigd dat het niet zonder gereedschap
kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-appa-
raten: stroomonderbrekers, zekerin-
gen (schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd), aardlek-
schakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een iso-
latieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet af-
gesloten kan worden. Het isolatieap-
paraat moet een contactopening heb-
ben met een minimale breedte van 3
mm.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden
of elektrische schokken
Gebruik dit apparaat in een huishou-
delijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopenin-
gen niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
NEDERLANDS 5
Schakel het apparaat telkens na ge-
bruik uit.
Van binnen wordt het apparaat heet
als het in werking is. Raak de verwar-
mingselementen in het apparaat niet
aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen
om accessoires of kookgerei te plaat-
sen of verwijderen.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het ap-
paraat aan staat. Er kan hete lucht ont-
snappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een geopen-
de deur.
Bedien het apparaat niet met een ex-
terne timer of een apart afstandbedie-
ningssysteem.
Houd de deur van het apparaat altijd
dicht als het apparaat in werking is.
Leg geen bestek of deksels van steel-
pannen op de kookzones. Ze zijn heet.
Zet de kookzone op "uit" na elk ge-
bruik.
Het apparaat mag niet worden ge-
bruikt als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om elek-
trische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker moe-
ten een afstand van minimaal 30 cm
bewaren van de inductiekookzones als
het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
Verhitte vetten en olie kunnen ont-
vlambare damp afgeven. Houd vlam-
men of verwarmde voorwerpen uit de
buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kun-
nen spontane ontbranding veroorza-
ken.
Gebruikte olie die voedselresten be-
vat kan brand veroorzaken bij een la-
gere temperatuur dan olie die voor de
eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
re producten in, bij of op het appa-
raat.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Open de deur van het apparaat voor-
zichtig. Als u alcoholische toevoegin-
gen gebruikt, kan er alcohol-lucht-
mengsel ontstaan.
Probeer niet om een brand te blussen
met water. Haal het apparaat uit het
stopcontact en dek de vlammen af
met een deksel of blusdeken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
Zet geen kookgerei of andere voor-
werpen direct op de bodem van het
apparaat.
Leg geen aluminiumfolie op de bo-
dem van het apparaat.
Plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochtige schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met
koken.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
Gebruik een diepe braadpan voor
vochtige taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Zet geen hete pannen op het bedie-
ningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glaskera-
miek. Til deze voorwerpen altijd op als
6
www.aeg.com
u ze moet verplaatsen op het kookop-
pervlak.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afge-
koeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem con-
tact op met de service-afdeling.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur
is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Resterend vet of voedsel in het appa-
raat kan brand veroorzaken.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray ge-
bruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch emaille (in-
dien van toepassing) met een schoon-
maakmiddel.
2.4 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke appara-
ten. Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schok-
ken!
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te voorko-
men dat kinderen en huisdieren opge-
sloten raken in het apparaat.
NEDERLANDS 7
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
5
4
3
2
1
1
3
4
5
2
6
1
Kookplaat
2
Aansluiting voor de kerntempera-
tuursensor
3
Grill
4
Ovenlampje
5
Ventilator en verwarmingselement
6
Rekstanden
3.2 Indeling kookplaat
4
67
1 3
5
2
1
Inductiekookzone 2300 W, met Po-
werfunctie 3200 W
2
Stoomuitlaat
3
Inductiekookzone 2300 W, met Po-
werfunctie 3200 W
4
Inductiekookzone 2300 W, met po-
werfunctie 3200 W.
5
Ovenbedieningspaneel
6
Kookplaatbedieningspaneel
7
Inductiekookzone 2300 W, met Po-
werfunctie 3200 W
3.3 Accessoires
Ovenrek
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan
om vet op te vangen.
Uitneembare telescopische gelei-
ders
Voor het plaatsen van braadsledes of
bakplaten.
Kerntemperatuursensor
Voor het vaststellen van het gaarpunt
van het gerecht.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
Druk op de lade om de lade te
openen. De lade komt dan naar
buiten.
8
www.aeg.com
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
4.1 Eerste reiniging
Verwijder alle accessoires en uitneem-
bare rails (indien van toepassing).
Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud
en reiniging".
4.2 Tiptoets
Raak de tiptoets op het bedie-
ningspaneel aan en houd deze
minimum 1 seconde ingedrukt
om het apparaat in te schakelen.
1s
4.3 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat
u de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op
de stroomtoevoer of na een stroomon-
derbreking, gaat het symbool voor de
tijd knipperen.
Druk op de toets + of - om de juiste tijd
in te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knip-
peren en geeft de klok de ingestelde tijd
van de dag weer.
U kunt de tijd alleen wijzigen
als:
De kinderbeveiliging niet is in-
geschakeld.
Geen van de klokfuncties Duur
of Einde is ingesteld.
Er geen ovenfunctie is inge-
steld.
4.4 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het res-
terende vet weg te branden.
1.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
3.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
5.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
NEDERLANDS 9
5.1 Indeling bedieningspaneel
51 2
3
4
10
811 9 7
6
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays,
indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
tiptoets -functie
1
Het apparaat in- en uitschakelen
2
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
Timerindicatie voor de kook-
zones
Geeft aan voor welke kookzone u de tijd
instelt.
4
Het timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
5
De Powerfunctie inschakelen.
6
Een kookstanddisplay De kookstand weergeven.
7
Een bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
8
/
De tijd verlengen of verkorten.
9
Kookzone instellen.
10
De functie STOP+GO in- en uitschake-
len.
11
De brugfunctie inschakelen.
5.2 Kookstanddisplay
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
De STOP+GO- / warmhoud-functie werkt.
De automatische verwarmingsfunctie is in werking.
De Powerfunctie werkt.
+ cijfer
Er is een storing.
10
www.aeg.com
Display Beschrijving
/ /
OptiHeat Control (restwarmte-indicatie in drie stappen):
doorgaan met koken / warmhoudstand / restwarmte.
Slot/kinderbeveiliging is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen
kookgerei op de kookzone geplaatst.
De automatische uitschakeling is in werking getreden.
5.3 De kookplaat aan- en
uitzetten
Raak 2 seconden aan om de kook-
plaat in te schakelen. Raak
1 seconde
aan om de kookplaat uit te schakelen.
5.4 Temperatuurinstelling
Raak de benodigde temperatuurinstel-
ling op de bedieningsstrip aan. Wijzig
naar links of rechts, indien nodig. Laat
niet los voordat de juiste kookstand is
bereikt. Het display toont de kookstand.
5.5 Brugfunctie
De brugfunctie verbindt twee kookzones
en werken dan samen als één kookzone.
Stel eerst de warmteinstelling in voor
één kookzone.
Raak
/ aan om de brugfunctie te
starten voor de kookzones links/rechts.
Raak een van de besturingsbalken links/
rechts aan om de kookstand in te stellen
of te wijzigen.
Om de brugfunctie te stoppen, raakt u
/ aan. De kookzones werken onaf-
hankelijk.
5.6 Automatisch opwarmen
U kunt een gewenste kookstand sneller
verkrijgen als u de functie Automatisch
opwarmen inschakelt. Deze functie scha-
kelt even de hoogste kookstand in (zie
diagram) en verlaagt dan naar de ge-
wenste kookstand.
De functie Automatisch opwarmen star-
ten voor een kookzone:
1.
Raak aan ( verschijnt dan in
het display).
2.
Selecteer meteen de benodigde
kookstand. Na 3 seconden verschijnt
op het display.
Verander de kookstand om de functie te
stoppen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 101112 1314
5.7 Powerfunctie
De Powerfunctie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De Powerfunctie wordt maximaal 10 mi-
nuten geactiveerd. Daarna wordt de in-
ductiekookzone automatisch terugge-
schakeld naar de hoogste kookstand.
Om de functie te activeren, raakt u
aan. verschijnt op het display. Voor
uitschakelen, raakt u een kookstand aan
- .
5.8 Vermogensbeheer
Het vermogensbeheer verdeelt het ver-
mogen tussen twee kookzones die een
paar vormen (zie afbeelding). De Power-
functie verhoogt het vermogen tot het
maximale niveau voor de ene kookzone
van het paar, en verlaagt het vermogen
NEDERLANDS 11
in de tweede kookzone. Het display van
de verlaagde zone verandert tussen
twee niveaus.
5.9 Timer
Timer met aftelfunctie
Gebruik de timer met aftelfunctie om in
te stellen hoe lang de kookzone op dat
moment moet werken.
Stel de timer met aftelfunctie in nadat
de kookzone is geselecteerd.
U kunt de kookstand voor of na het in-
stellen van de timer selecteren.
Kookzone instellen:raak
meerdere
malen aan tot het lampje van de ge-
wenste kookzone brandt.
De timer met aftelfunctie activeren:
raak
van de timer aan om de tijd in
te stellen (
00
-
99
minuten). Als het
lampje van de kookzone langzaam
knippert, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven: selec-
teer de kookzone met
. Het indica-
tielampje van de kookzone gaat snel-
ler knipperen. Op het display wordt
de resterende tijd weergegeven.
De timer met aftelfunctie wijzin-
gen:selecteer de kookzone met
.
Raak
of aan.
De timer uitschakelen: selecteer de
kookzone met
. Raak aan. De
resterende tijd telt af tot
00
. Het in-
dicatielampje van de kookzone gaat
uit. Om de kookzone uit te schakelen
kunt u ook
en gelijktijdig aanra-
ken.
Als de afteltijd verstreken is, klinkt er een
geluidssignaal en knippert
00
. De
kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten:
d.m.v. aanraken van
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik CountUp Timer om in de gaten
te houden hoelang de kookzone werkt.
De kookzone instellen (indien er
meer dan 1 kookzone actief is):raak
meerdere malen aan tot het lampje
van de gewenste kookzone brandt.
Voor het inschakelen vanCountUp
Timer:
door van de timer aan te
raken gaat branden. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert,
wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen
en getelde tijd (mi-
nuten).
Om in de gaten te houden hoelang
de kookzone werkt: selecteer de
kookzone met
. Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knippe-
ren. Het display geeft de tijd aan die
de kookzone werkt.
Voor het uitschakelen vanCountUp
Timer: stel de kookzone in met
en
raak
of aan voor het inschakelen
van de timer. Het indicatielampje van
de kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt de timer als Kookwekker gebrui-
ken als de kookzones uitgeschakeld zijn.
Raak
aan. Raak of van de timer
aan om de tijd in te stellen. Als de tijd
verstreken is, klinkt er een geluidssignaal
en knippert
00
.
Het geluidssignaal stopzetten:
d.m.v. aanraken van
5.10 Stop + Go-functie
De Stop + Go-functie stelt alle kook-
zones in op de laagste instelling (
).
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
Raak om deze functie te starten
aan. Op het display verschijnt het sym-
bool
.
12
www.aeg.com
Raak
aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kook-
stand die u eerder hebt ingesteld.
Wanneer de Stop + Go-functie in
werking is, kunt u de kookstand
niet wijzigen.
5.11 Slot
U kunt het bedieningspaneel vergrende-
len als de kookzones in werking zijn,
maar niet
. Hiermee wordt voorko-
men dat de kookstand per ongeluk
wordt veranderd.
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
1.
Stel de kookstand in.
2.
Raak om deze functie te starten
aan. Het symbool verschijnt 4 se-
conden op het display.
3.
Raak aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kook-
stand die u eerder hebt ingesteld.
Als u het apparaat uit zet, wordt
deze functie uitgeschakeld.
Als u het apparaat activeert, toont het
display SAFE.
5.12 Kinderslot
Deze functie voorkomt dat het kooktoe-
stel onbedoeld wordt gebruikt.
Het kinderslot activeren
1.
Raak aan om de kookplaat in te
schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak 4 seconden aan. Op het dis-
play verschijnt het symbool
. Het
kinderslot is in werking.
3.
Raak aan om de kookplaat uit te
schakelen.
Het kinderslot uitschakelen
1.
Raak aan om de kookplaat in te
schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak 4 seconden aan. Op het dis-
play verschijnt het symbool
.
3.
Raak aan om de kookplaat uit te
schakelen.
De kinderbeveiliging uitschakelen
voor een enkele kooksessie
1.
Raak aan om de kookplaat in te
schakelen. Op het display verschijnt
het symbool
.
2.
Raak 4 seconden aan.
3.
Stel de kookstand binnen 10 secon-
den in. U kunt het kooktoestel be-
dienen.
4.
Als u de kookplaat uitschakelt,
treedt het kinderslot weer in werk-
ing.
5.13 OptiHeat Control
(restwarmte-indicatie in drie
stappen)
OptiHeat Control geeft het niveau van
de restwarmte aan (
\ \ ). De in-
ductiekookzones creëren de voor het ko-
ken benodigde warmte direct in de bo-
dem van het kookgerei. De warmte van
het kookgerei verwarmt het glaskera-
miek.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
5.14 Automatische
uitschakeling
De kookplaat wordt automatisch uitge-
schakeld als:
Alle kookzones uitgeschakeld zijn
.
U de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
van de kookplaat hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een geluids-
signaal en de kookplaat wordt uitge-
schakeld. Verwijder het voorwerp of
reinig het bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droog kookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u deze
weer kunt gebruiken.
U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
symbool
gaat op het display bran-
den en na 2 minuten schakelt de kook-
zone automatisch uit.
U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje (zie
NEDERLANDS 13
tabel) verschijnt het symbool op
het display en wordt de kookplaat uit-
geschakeld.
Temperatuurin-
stelling
Uitschakeltijd in-
stellen
-
6,0 uur
Temperatuurin-
stelling
Uitschakeltijd in-
stellen
-
5,0 uur
-
4,0 uur
-
1,5 uur
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
6.1 Kookgerei voor
inductiekookzones
Bij inductiekookzones creëert
een krachtig elektromagnetisch
veld een bijna onmiddellijke
warmte in het kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
Juist: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bo-
dem (aangemerkt als geschikt voor in-
ductie door de fabrikant).
Onjuist: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als…
Water op de hoogste kookstand bin-
nen korte tijd wordt verwarmd.
U een magneet aan de onderkant van
het kookgerei kunt bevestigen.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Plaats het kookgerei op het kruis
op de kookplaat. Dek het kruis
volledig af. Het magnetische ge-
deelte van de bodem van het
kookgerei dient minimaal 125
mm te zijn. Inductiekookzones
passen zich tot op zekere hoogte
automatisch aan de afmeting van
het kookgerei aan. U kunt met
groot kookgerei op twee kookzo-
nes tegelijkertijd koken.
6.2 Geluid tijdens gebruik
Als u dit hoort:
Een krakend geluid: het kookgerei is
gemaakt van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
Fluitend geluid: bij gebruik van één of
meer kookzones met een hoge kook-
stand en als het kookgerei is gemaakt
van verschillende materialen (sand-
wich-constructie).
Zoemen: een of meerdere kookzones
werken op hoge kookstand.
Klikken: er treedt elektrische schake-
ling op.
Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
De geluiden zijn normaal en duiden
geen storing in het apparaat aan.
6.3 Energie besparen
Doe indien mogelijk altijd een
deksel op het kookgerei.
Zet het kookgerei op de kook-
zone voordat u deze inscha-
kelt.
6.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel die-
nen slechts als richtlijn.
14
www.aeg.com
Tem-
pera-
tuur-
instel-
ling
Gebruik om: Tijd-
stip
Tips
1
Bereide gerechten warmhou-
den
naar
be-
hoefte
Afdekken
1-3 Hollandaise saus, smelten: bo-
ter, chocolade, gelatine
5-25
min
Tussendoor mengen
1-3 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren
10-40
min
Met deksel bereiden
3-5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis Reeds bereide gerechten
opwarmen
25-50
min
Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het
bereiden tussendoor roeren
5-7 Groenten stomen, vis smoren
vlees
20-45
min
Voeg een paar eetlepels
vocht toe
7-9 Aardappelen stomen 20-60
min
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen
7-9 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen
60-150
min
Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten
9-12 Licht gebraden: kalfsoester,
kalfs cordonbleu, koteletten,
rissoles, worstjes, lever, roux, ei-
eren, pannenkoeken, donuts
naar
be-
hoefte
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien
12-13 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lenden-
biefstukken, steaks
5-15
min
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien
14 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken,
aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
De Powerfunctie is geschikt voor het ver-
warmen van grote hoeveelheden water.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen in-
vloed op de werking van het ap-
paraat.
Vuil verwijderen:
1.
Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou-
dende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen.
Gebruik een speciale schraper
voor de glazen plaat. Plaats de
schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het
NEDERLANDS 15
blad over het oppervlak te schui-
ven.
Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld: kalkvlek-
ken, waterkringen, vetvlekken en
glimmende metaalachtige ver-
kleuringen. Gebruik een speciaal
schoonmaakmiddel voor glaskera-
miek of roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochti-
ge doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
8.1 Bedieningspaneel
21 3 4 5 6
Aan-
tal
Knop -functie Omschrijving
1
Weergave Om de huidige instellingen van de oven weer
te geven.
2
Aan/Uit Om het apparaat in of uit te schakelen.
3
Omlaag, omh-
oog
Om een ovenfunctie of programma in te stel-
len.
4
Vleesthermo-
meter
Het instellen van de vleesthermometer.
5
Functie Selec-
tie/Klok
Om te veranderen tussen de ovenfuncties en
klokfuncties.
6
Instelknoppen Om de temperatuur- en tijdwaarden in te
stellen.
16
www.aeg.com
8.2 Displayaanduidingen
1 4 632 5 7 8
Aantal Naam Omschrijving
1
Functielampje van
de oven
Toont de functie.
2
Lampje/functie-
lampje ontdooien
Toont dat functie Lamp/Ontdooien actief is.
3
Warmte-indicator Geeft de kookstand weer.
4
Temperatuur-/con-
trolelampje van de
klok
Toont de temperatuur en de tijd in minuten.
5
Indicatielampje voor
vleesthermometer
Geeft aan dat de vleesthermometer in de aan-
sluiting is gestoken.
6
Controlelampje
warm houden
Toont aan dat de Warmhoudfunctie is inge-
schakeld.
7
Kookduur /eindtijd/
bedrijfsduur
Toont de tijdsinstelling voor de klokfuncties.
8
Controlelampje
klokfunctie
Om de klokfunctie of kookwekker in te stellen.
8.3 Apparaat in- en
uitschakelen
Druk op de knop aan/uit om het ap-
paraat aan of uit te zetten.
8.4 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht: Voor het bakken op maximaal twee ni-
veaus tegelijkertijd. Stel de temperatuur
van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
Boven + onderwarmte.
Conventioneel Voor bakken en braden op één niveau.
NEDERLANDS 17
Ovenfunctie Applicatie
Pizza hetelucht Voor het bakken op één niveau van ge-
rechten die een intensievere bruining en
knapperigheid van de bodem nodig heb-
ben. Stel de temperatuur van de oven 20
tot 40 °C lager in dan bij Boven + onder-
warmte.
Op lage tempera-
tuur bereiden
Voor het bereiden van zeer mager en
mals gebraden voedsel.
Thermobraden Voor het braden van grotere stukken vlees
of gevogelte op één niveau. Om te brui-
nen.
Grill groot Voor het grillen van plat voedsel in grote
hoeveelheden. Pour faire griller du pain.
Multi-hete lucht Om te bakken in bakblikken en te drogen
op één niveau bij lage temperatuur.
Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
Drogen Om eten te drogen.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Binnenverlichting Om de binnenkant van de oven te verlich-
ten.
8.5 De ovenfunctie instellen
Gebruik om de ovenfunctie in te
stellen.
In het display verschijnt de aanbevolen
temperatuur.
Als u deze temperatuur niet wijzigt bin-
nen ongeveer 5 seconden, begint het
apparaat met verwarmen.
Wanneer het apparaat op de in-
gestelde temperatuur werkt,
hoort u een geluidssignaal.
U kunt de ovenfunctie wijzigen
terwijl de oven werkt.
8.6 Oventemperatuur wijzigen
Stel de temperatuur in met of .
8.7 Een ovenfunctie
uitschakelen
Druk op de selectietoets ovenfunctie
of druk op herhaaldelijk tot er geen
ovenfunctie meer in het display staat.
8.8 Controlelampje bij
voorverwarmen
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan
de balkjes op het display een voor een
branden. De balkjes geven aan dat de
oventemperatuur toeneemt.
8.9 Restwarmte-indicatie
Als de oven uitgeschakeld is, geven de
balken de restwarmte in de oven aan.
8.10 Toetsblokkering
Deze functie voorkomt dat u per onge-
luk de ovenfunctie wijzigt.
18
www.aeg.com
Toetsblokkering inschakelen
1.
Schakel het apparaat indien nodig
in.
2.
Ovenfunctie instellen.
3.
Druk gelijktijdig op en tot-
dat het display "LOC" weergeeft.
De toetsbeveiliging is ingeschakeld.
Toetsblokkering uitschakelen
1.
Druk gelijktijdig op en tot-
dat het display niet langer "LOC"
weergeeft. Toetsblokkering schakelt
uit.
Nadat de ovenfunctie uitgescha-
keld is, is de toetsblokkering au-
tomatisch geannuleerd.
8.11 Automatische
uitschakeling van de oven
Het apparaat wordt na enige tijd
uitgeschakeld:
als u het apparaat niet uitschakelt.
Als u de oventemperatuur niet veran-
dert.
Oventempera-
tuur
Uitschakeltijd in-
stellen
30 - 120 °C 12.5 h
120 - 200 °C 8.5 h
200 - 250 °C 5.5 h
250 - max. °C 3.0 h
Schakel na een automatische uitschake-
ling het apparaat eerst helemaal uit om
het weer te kunnen bedienen.
Als u de klokfunctie op Berei-
dingsduur of Einde (indien van
toepassing) instelt, werkt de au-
tomatische uitschakeling niet.
8.12 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat blijft de ventilatie door
werken totdat de temperatuur in het ap-
paraat is afgekoeld.
8.13 Vleesthermometer
De vleesthermometer meet de kerntem-
peratuur van het vlees.
Gebruik alleen de meegeleverde
vleesthermometer of originele
vervangende onderdelen.
1.
Steek de punt van de vleesthermo-
meter in het midden van het vlees.
2.
Steek de stekker van de vleesther-
mometer in de aansluiting op de
voorkant van het apparaat.
3.
Schakel het apparaat in.
4.
Stel de kerntemperatuur in:
Druk herhaaldelijk op
tot de
vleesthermometerfunctie knippert
en het display de kerntemperatuur
weergeeft.
Druk binnen 5 seconden op
of
om de kerntemperatuur in te
stellen.
De actuele kerntemperatuur ver-
schijnt in het display.
De kerntemperatuur wordt aan-
gegeven vanaf 30°C.
De standaardkerntemperatuur is
60° C.
5.
Stel de ovenfunctie in ( ) en in-
dien nodig de oventemperatuur (
/ ).
Het apparaat berekent de voorlopi-
ge eindtijd voor de kerntemperatuur
steeds opnieuw. Het display toont
continu de nieuwe voorlopige eind-
tijd.
NEDERLANDS 19
De vleesthermometer moet tij-
dens de bereiding van het ge-
recht in het vlees blijven en de
stekker moet in de aansluiting
blijven. Terwijl het apparaat de
voorlopige eindtijd berekent,
toont het een knipperend vier-
kant.
6.
Wanneer het vlees de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt, hoort
u een geluidssignaal.
Druk op een toets om het signaal uit
te zetten.
7.
Haal de stekker van de vleesthermo-
meter uit het stopcontact en haal
het vlees uit de oven.
WAARSCHUWING!
De vleesthermometer is heet!
Gevaar voor brandwonden!
Wees voorzichtig bij het verwij-
deren van de punt en de stekker
van de vleesthermometer.
8.
Schakel het apparaat uit
8.14 De ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het ovenrooster
hebben zijranden. Deze randen
en de vorm van de geleidestan-
gen vormen een speciaal acces-
soire om te zorgen dat het kook-
gerei niet verschuift.
Het ovenrooster en de diepe pan sa-
men plaatsen
Plaats het ovenrooster op de diepe pan.
Plaats de diepe pan tussen de geleides-
tangen van een van de ovenniveaus.
8.15 Ovenrooster en diepe bakplaat samen plaatsen
Plaats het ovenrooster op de braadsle-
de. Plaats het ovenrooster en de braad-
pan op de telescopische geleiders.
Bewaar de montage-instructies
voor de telescopische geleiders
om later terug te kunnen lezen.
20
www.aeg.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

AEG 43036IW-MN Manuel utilisateur

Taper
Manuel utilisateur

dans d''autres langues